Dit artikel gaat over Holle Bolle Gijs in het algemeen. Voor de oorspronkelijke Holle Bolle Gijs zie Speeltuin Gijs.
Holle Bolle Gijs is een afvalbak in de vorm van de figuur uit een kindervers, die ontzettend veel kan eten maar ondanks dat altijd honger heeft. In de Efteling staan momenteel een elftal van deze afvalbakken, waaronder ook enkele in de vorm van andere figuren. De meeste Holle Bolle Gijzen roepen om afval met de leus "Papier hier!". Het afval kan gedeponeerd worden in een gat, meestal in de vorm van een ronde opengesperde mond, waar een luchtzuigsysteem het vuil via een buis in een afvalcontainer op een voor de bezoeker onzichtbare plek brengt. De Gijs bedankt hierna, in de meeste gevallen met een "Dank u wel!". Er zijn ook uitbeeldingen van de figuur die geen afval slikken.
Inhoud
Holle Bolle Gijs in de Efteling
De volgende Gijzen zijn in de Efteling te vinden:
Foto | Naam | Jaar | Locatie | Ontwerper | Stem |
---|---|---|---|---|---|
Speeltuin Gijs | 1959 | In den Hoorn des Overvloeds | Anton Pieck | Willem Bruggeling (v/h Theo Hochwald) | |
Wagen Gijs | 1967 | Kogeloog | Anton Pieck | Peter Reijnders | |
Baby Gijsje | 1969-2000 / 2007 | Kindervreugd (v/h Kinderspoor) |
Anton Pieck Léon Weeterings |
Marjon Jespers Nettie Oomen | |
Opa Gijs | 1970 | Herautenplein | Anton Pieck | Ton van de Ven | |
Moeder Gijs met Tweeling Gijs | 1970 (verplaatsing en huisje 2003) |
Smulpaap | Anton Pieck Michel den Dulk |
Marjon Jespers Nettie Oomen | |
Kapitein Gijs (of Boekanier Gijs) |
1973 (verplaatst 2016) |
De Kombuys (v/h In de Noordpool) |
Anton Pieck Ton van de Ven Jeroen Verheij |
Ton van de Ven | |
Geeuwende Gijs (of Wakkere Gijs) |
1980/1981 | Carrouselplein | Anton Pieck | Lex Lemmens Ton van de Ven Patrick v/d Nieuwenhuizen (winter) | |
Inca Gijs | 1984 | Casa Caracol | Ton van de Ven | Henny Knoet | |
Oompje Gijs (v/h Tiroler Gijs) |
1988 (hernoemd 2020) | Frau Boltes Küche | Ton van de Ven | Jeroen Verheij (v/h Ton van de Ven) | |
Nijltje in het Teiltje (of Hippo Gijs) |
2002 | Kleuterhof | Henny Knoet | Henny Knoet | |
Broeder Gijs | 2024 | Danse Macabre | Jeroen Verheij | Frank Bosman |
Geschiedenis
De grondleggers voor het Sprookjesbos dat in 1952 de poorten opent zijn Anton Pieck en Peter Reijnders. Reijnders bedenkt de technische realisatie, terwijl Anton Pieck garant staat voor de ontwerpen. Samen bedenken ze de meest fantasievolle uitbeeldingen van sprookjes en sprookjesfiguren waaronder de Sprekende Papegaai, de Put van Vrouw Holle, de Rode Schoentjes, de Muzikale Paddenstoelen, Ezeltje Strek Je en de Stenen Kip. Maar het meest succesvolle product uit de vroege Efteling-jaren is beslist Holle Bolle Gijs.
Papier hier
Wanneer de bezoekersaantallen flink beginnen te stijgen aan het eind van de jaren vijftig, begint rondslingerend afval een probleem te worden voor het park. Anton Pieck ontwierp al eerder de Klein Duimpje-prullenmanden, waarbij de tekst Papier hier de bezoekers moet aandringen om hun prullen en proppen in de daarvoor bestemde afvalmand te deponeren. Toch blijkt dat, voornamelijk in de buurt van de ijs- en snoepverkooppunten, er meer afval op de grond ligt dan in de manden. Met veel fantasie en psychologisch inzicht zet het Pieck en Reijnders aan het denken hoe dit op te lossen. Pieck tekent een pratende houten vuilnisemmer waaruit, als men het deksel opent, een vriendelijk Dank u wel! klinkt. De kreten waar de latere Gijs beroemd mee zou worden zijn hierbij al geboren.
Bosvarken
Chef Technische Dienst Henk Knuivers bedenkt intussen hoe een bedankende afvalbak technisch zou kunnen werken. In zijn vrije tijd werkt hij aan de manier, die hij vervolgens presenteert aan Pieck en Reijnders: een bosvarken dat met een open bek op afval wacht, hetwelk door middel van een flinke zuigkracht in de bek verdwijnt, waarna een kabouter op de rug vriendelijk bedankt. Pieck en Reijnders zijn dolenthousiast. Het idee wordt geopperd om het varken te plaatsen bij het verkooppunt waar de meeste rommel op de grond achterblijft. De vraag rijst of het varken misschien niet in een kooi met tralies moet worden geplaatst. En of er geen knorrend geluid moet worden gemaakt door het beest. Tevens bedenkt Pieck enkele alternatieven, waarbij vooral de dierenwereld hem inspireert. Zo maakt hij ontwerpen voor een kangoeroe, een hond, een pelikaan, een draak, een slang en een olifant.
De eerste Gijs
Terwijl Knuivers de techniek verder ontwikkelt, komen Pieck en Reijnders op het idee om een gezellige dikkerd uit een bekend oud kinderversje te nemen als de uiterlijke vorm van het nieuwe afvalsysteem: Holle Bolle Gijs. Gijs spreekt meer aan om gevoerd te worden en bovendien blijft het zo in de sprookjeshoek. Lui hangend op een laag deurtje spoort hij gasten aan hem iets te geven, om daarna vriendelijk te bedanken. In september 1958 heeft Knuivers de techniek genoeg ontwikkeld voor een mobiel exemplaar in het park. Op 9 september wordt deze geplaatst om te testen hoe gasten, en vooral kinderen, op de vriendelijke schrokop reageren. Uit een notulen van een bespreking op 21 november tussen Ab Diender, Joop Salet, Cor Kolsteren en Henk Knuivers wordt daarover gezegd:[1]
Destijds is de afwerking van H.B.G. (praktisch gereed) gestrand op de volgens ons niet juiste plaats en te veel bijkomende werkzaamheden, welke in het seizoen (juli en augustus) niet uitgevoerd konden worden. Bovendien gaat het nog maar om een proefobject waarvan moet blijken of het voldoet, en waarbij het dus niet geheel verantwoord was de entourage al aan te brengen, die bij evt. mislukking van de proef ook overbodig zou blijken.
De proef-Gijs blijkt echter zó populair, dat kinderen na het opruimen van alle snippertjes en schillen op de grond de bladeren van de heg naast Gijs beginnen te plukken, waardoor het hegje snel kaal wordt en Gijs overbelast. In Kroniek van een Sprookje lezen we over het succes:
Het effect van Holle Bolle Gijs is enorm, terwijl de investering te verwaarlozen is. In een werkbespreking wordt de begroting van ƒ 700,- voor het bouwwerk goedgekeurd. ‘Het bouwen van Holle Bolle Gijs kan dus in het werkschema worden opgenomen. Wanneer het weer meewerkt kan onze metselaar: W. Lamers, wanneer hij terug is, hieraan direct beginnen.’
Knuivers werkt na de test verder in de werkplaats aan Gijs tot er een parkwaardig exemplaar staat. Het hegje wordt ondertussen vervangen door een stalen hekwerkje en het huisje wordt gemetseld. Op 29 maart 1959, op de openingsdatum van het seizoen, wordt de eerste Holle Bolle Gijs officieel in gebruik genomen. Hij wordt geplaatst midden in de Speeltuin, vlakbij het horecapunt In den Hoorn des Overvloeds. De stem wordt ingesproken door Theo Hochwald.
De erkenning voor Henk Knuivers' werk bleef echter uit. Na het grote succes van zijn techniek vroeg hij om een financiële genoegdoening, maar omdat Knuivers de techniek in zijn vrije tijd heeft ontwikkeld en hem nooit formeel opdracht was gegeven tot de ontwikkeling ervan, bleef deze helaas uit. Dit voorval zorgde ervoor dat de verhouding tussen Knuivers en de Efteling verslechterde, met uiteindelijk het ontslag van deze 'vader van Gijs' tot gevolg. Verschillende bronnen als Het Sprookje van de Efteling en Kroniek van een Sprookje, spreken erover hoe Reijnders en Knuivers samen de techniek ontwikkeld hebben. De uitvinding en ontwikkeling van het systeem is echter compleet door Henk Knuivers verricht.
Meer Gijzen
1959– | – Speeltuin Gijs | |
1960– | ||
1961– | ||
1962– | ||
1963– | ||
1964– | ||
1965– | ||
1966– | ||
1967– | – Wagen Gijs | |
1968– | ||
1969– | – Baby Gijsje & Mobiele Gijs | |
1970– | – Opa Gijs, Visje Gijs & Moeder Gijs | |
1971– | ||
1972– | ||
1973– | – Kapitein Gijs | |
1974– | ||
1975– | ||
1976– | ||
1977– | ||
1978– | – Matroos Gijs | |
1979– | ||
1980– | ||
1981– | – Geeuwende Gijs & Holle Bolle Ballentent | |
1982– | – Verdwijning Visje Gijs | |
1983– | ||
1984– | – Inca Gijs | |
1985– | – Terugkeer Visje Gijs op Wensbron | |
1986– | ||
1987– | ||
1988– | – Tiroler Gijs | |
1989– | ||
1990– | ||
1991– | ||
1992– | ||
1993– | ||
1994– | ||
1995– | ||
1996– | ||
1997– | ||
1998– | ||
1999– | – Station Gijs | |
2000– | – Verdwijning Baby Gijsje | |
2001– | ||
2002– | – Nijltje in het Teiltje | |
2003– | – Moeder Gijs verplaatst naar nieuwe Smulpaap | |
2004– | – Verdwijning Holle Bolle Ballentent | |
2005– | ||
2006– | ||
2007– | – Terugkeer Baby Gijsje in Kindervreugd | |
2008– | ||
2009– | – Jubileumtentoonstelling in Efteling Museum | |
2010– | ||
2011– | – Winterse Gijzen | |
2012– | ||
2013– | ||
2014– | ||
2015– | ||
2016– | – Verplaatsing Kapitein Gijs naar Ruigrijk | |
2017– | ||
2018– | ||
2019– | ||
2020– | – Tiroler Gijs wordt Oompje Gijs | |
2021– | ||
2022– | – Verwijderen Matroos Gijs | |
2023– | ||
2024– | – Broeder Gijs |
1960-1969
Speeltuin Gijs is voor acht jaar de enige Holle Bolle Gijs van de Efteling. Pas in juni 1967 wordt een tweede papierslokker in gebruik genomen. Het is Wagen Gijs, die het eerste deel van het kindervers uitbeeldt door in een huifkar te zitten, omringd met lekkernijen. De Gijs wordt geplaatst bij het nieuwe horecapunt Kogeloog op het pleintje bij Langnek. Peter Reijnders spreekt de stem in en laat de Gijs smeken om papier om daarna te bedanken in verschillende talen. In september 1967 wordt door Pieck een Gijs bedacht als een dronkaard, die met zeven tonnen bier naast hem een andere regel uit het vers uitbeeldt. Deze wordt als te jolig gezien, waarna besloten wordt om als alternatief een Gijs te maken naar de laatste tekstregels van het vers; in bed, klaarwakker. Deze Gijs wordt dan niet gerealiseerd en komt jaren later in het park.
Doch, door het succes van Wagen Gijs wordt besloten om het afvalprobleem bij alle (nieuwe) verkooppunten van friet en versnaperingen in het park op te lossen door ze van een Gijs te voorzien. Naar een idee van Peter Reijnders worden de kinderen van de familie Gijs uitgebeeld "omdat deze in alle vormen en leeftijden te plaatsen zijn". Anton Pieck schetst als eerste een baby, waarbij Reijnders een pop bedenkt die kan lachen en huilen. Het idee wordt geopperd de Gijs te plaatsen bij de Kanovijver of het terras van het Theehuis, maar door onzekerheid over de exacte locatie wordt in 1969 uiteindelijk besloten om Baby Gijsje bij het Stationskoffyhuis te plaatsen.
In 1969 wordt tevens een duplicaat gemaakt van Speeltuin Gijs voor de actie "Rotterdam Schoon Schip". Na afloop van het event keert de Gijs terug in de Efteling en wordt vervolgens her en der in het park ingezet om de lokale behoefte van een vaste Holle Bolle Gijs aldaar te testen. Aan het eind van dat jaar worden bij de uitbreidingsplannen door de directeur nieuwe Gijzen besproken. In de notulen staat vermeld: "rekening gehouden dient te worden met verdere uitwerking van verschillende Gijzen o.a. een tweeling babygijs bij de Smulpaap / de verplaatsbare Holle Bolle uitproberen bij de Kanovijver / de Holle Bolle Bier in driehoek voor nieuw plan Dorstig Hert / plaats bepalen en tevens vorm voor Herautenplein".
1970-1979
Opa Gijs komt in 1970 in de wat lugubere versie van een grafsteen op het Herautenplein, naast het vijf jaar eerder geopende horecapunt. Datzelfde jaar verschijnt de moeder van het gezin bij de Smulpaap. Het afvalprobleem is daar zo groot dat er een dubbele Gijs van wordt gemaakt: Moeder zelf slikt geen papier, maar op haar schoot zit de Tweeling Gijs. Het idee om een dier te gebruiken als afvalbak is dan nog niet van tafel. Reijnders oppert het idee voor een Gijs bij de Kanovijver in de vorm van een zeemeermin met vier vissen, waarna Pieck schetsen maakt voor een wijzende kabouter te midden van vier vissen. Het inspireert Ton van de Ven voor zijn eerste Gijs-ontwerp in de vorm van een grote vis met een wijzende kobold op zijn rug. Zijn Visje Gijs wordt als derde Gijs van 1970 op het plein bij de Roei- en Kanovijver geplaatst.
In juni 1972 vragen de technische medewerkers zich af of er niet al teveel Gijzen in het Sprookjesbos staan. Er zijn namelijk plannen om het nieuwe horecapunt In de Noordpool, tussen Roodkapje en de Rode Schoentjes van een Holle Bolle Gijs te voorzien. Anton Pieck ontwerpt vervolgens een figuur die meer gethematiseerd is naar het verkooppuntje (althans, de naam ervan), in plaats van weer een nieuw familielid van de Gijzen. Het wordt een zeerover met een houten been, streng wijzend naar zijn kanon (een aanvullend idee en ontwerp van Ton van de Ven) waar het afval in gestopt kan worden om daarna bedankt te worden met een luide knal. Kapitein Gijs wordt in 1973 geplaatst aan de rechterzijde van het etablissement.
Het duurt daarna vijf jaar voor er weer een Gijs in de Efteling bijkomt. In het kader van het grote project Spookslot wordt op het terras van de bijbehorende nieuwe horeca De Witte Walvis, achter het Slot, Matroos Gijs geplaatst.[2] Hiermee wordt ook invulling gegeven aan een oude suggestie van Pieck voor een Gijs bij de Kanovijver; de nautische Gijs is hier immers maar enkele tientallen meters van verwijderd.
1980-1989
Hoewel Van de Ven inmiddels stevig de ontwerpscepter zwaait in het park, worden de jaren 80 ingeluid met een nieuwe Gijs van Anton Pieck: Geeuwende Gijs, naar oorspronkelijk ontwerp van de meester, vindt rond deze periode zijn plek in het park. De stemmen werden ingesproken door Ton van de Ven en Lex Lemmens, die hem tussen de bedankjes door een scheet lieten laten.
De directie ziet er verderop in de jaren tachtig geen belang meer in om ieder nieuw horecapunt van een eigen Gijs te voorzien. Toch ontwerpt Ton van de Ven al in 1984 weer een papierslokker: de excentrieke Inca Gijs, die prima past in het decor van de naastgelegen attractie de Piraña en tevens zijn oude Visje Gijs vervangt. Het beeld van de vis keert twee jaar later terug op een sokkel in het midden van de Wensbron. Aan het einde van de jaren tachtig wordt de laatste Holle Bolle Gijs in de vorm van een vriendelijke dikkerd geplaatst. Naar ontwerp van Ton van de Ven verschijnt Tiroler Gijs, een Gijs met Oostenrijks accent, naast het een jaar eerder geopende De Steenbok.
1990-2019
De Gijzenpopulatie blijft tot het jaar 2000 constant, tot dat in dat jaar Baby Gijsje van zijn sokkel wordt gehaald. Door het verdwijnen van het Stationskoffyhuis en de daarbij horende attractie het Kinderspoor staat de Gijs in een stille hoek van het park en wordt daarom nog amper gebruikt. Gijsje is vanaf december 2003 in roestige versie terug te vinden in het Wonder Depot. In 2007, bij de opening van de nostalgische speeltuin Kindervreugd, keert de zuigeling terug in een compleet nieuwe gedaante. Anders dan bij andere Gijzen is er bij opening geen horeca in de buurt om het afvalprobleem van te verhelpen; de geplande ijskar in de speeltuin komt er nooit. De functie van deze Gijs hier is dan ook nihil. Dat kan ook jarenlang gezegd worden van Kapitein Gijs en Wagen Gijs, wier verkooppunten respectievelijk eind jaren zeventig en in de jaren nul gesloten worden; later komt dit voor beide Gijzen goed door verplaatsing en heropening. Moeder Gijs wordt in 2003 verplaatst naar de nieuwe Smulpaap, inclusief een nieuw huisje en een overkapping vernoemd naar de tweeling.
De meest recente papierslokker is Nijltje in het Teiltje (ook wel Hippo Gijs genoemd), ontworpen door Henny Knoet. Het paarse zingende nijlpaard in bad, vergezeld van zijn badeendje, komt in 2002 in de speeltuin de Kleuterhof naast het Café-Restaurant. De Gijs past qua uiterlijk prima in het thema van de speeltuin.
Kapitein Gijs moet het veld ruimen als in 2015 op zijn plek het sprookje Pinokkio gebouwd wordt. De nis wordt hergebruikt als achtergrond voor Kat en Vos en staat er dus nog steeds. De Kapitein zelf verhuisde naar Ruigrijk, waar tot dan toe nog geen enkele Gijs te vinden was. Hij werd hier in april 2016 geplaatst in een nieuw decortje tegenover De Kombuys naar ontwerp van Jeroen Verheij. Rond diezelfde tijd zijn de stoepjes voor een aantal Gijzen verwijderd om ze beter toegankelijk te maken voor rolstoelen.
2020-heden
Als de omgeving van Tiroler Gijs in 2020 op de schop gaat - de Bob wordt Max & Moritz en De Steenbok wordt Frau Boltes Küche - blijft deze Gijs behouden maar wordt wel in de context van het Max & Moritz-verhaal geplaatst. Hij heet vanaf nu Oompje Gijs, de oom van de bengels die volgens het oorspronkelijke verhaal wakker gehouden wordt door de meikevers die Max en Moritz in zijn bed verstoppen. De stem van Ton van de Ven wordt vervangen door een nieuwe versie die Jeroen Verheij heeft ingesproken.
In september 2022 wordt het Spookslot gesloopt en moet het erachter liggende nautische plein met daarop Matroos Gijs plaatsmaken voor een nieuw griezel-themagebied waar de matroos niet meer in past. Matroos Gijs wordt dan ook verwijderd. Het huisje blijft en wordt omgebouwd tot een grafzerk waar de tweede 'reeds overleden' Gijs van het park een plek krijgt: Broeder Gijs.
Niet-papierslikkers
Naast de hierboven genoemde Holle Bolle Gijzen die om papier roepen en dit ook eten, zijn er ook een aantal familieleden die geen afval tot zich nemen.
Van 1981 tot 2004 was een deel van de familie Gijs uitgebeeld op een decor bij een spel in de Game Gallery. Bij de Holle Bolle Ballentent was het de bedoeling om zes punten te scoren door een bal in één van de monden van de familie Gijs te werpen. Hiervoor waren grote panelen gemaakt, met daarop in reliëf uitgewerkte koppen van Opa Gijs (met snor!), Moeder Gijs, de Olycke Tweelingh, Speeltuin Gijs en een hondje dat verder in het park nergens terug te vinden is. Bovenop de kraam was een bord geplaatst met daarop twee ballende Gijzen en de naam van het spel. De hele kraam was naar ontwerp van Ton van de Ven. Het spel moest in 2004 plaatsmaken voor twee nieuwe spellen: De Knuppel in het Hoenderhok en De Oliphant in de Porseleinkast.
Op het Sprookjesstation dat in 1999 samen met een nieuwe remise voor de Stoomtrein werd geopend, is Holle Bolle Gijs één van de wachtende sprookjesfiguren. Hij zit op een bankje naast een kabouter, die hij door zijn gewicht omhoog laat wippen. Gijs kijkt vervolgens verbaasd naar de kabouter. Het hele schouwspel is enkel vanuit een voorbijrijdende trein te bekijken. Het is de laatste Gijs die door Ton van de Ven ontworpen werd en de enige die kan bewegen, echte kleding en haar heeft en zijn mond niet in de kenmerkende manier open heeft staan.
In 2009 en 2010 werd in het Efteling Museum een expositie gehouden ter ere van het vijftigjarig bestaan van Holle Bolle Gijs, waarbij er een versie werd gemodelleerd van Speeltuin Gijs met compleet lichaam, gezeten aan een grote tafel met feestmaaltijd. Na de tentoonstelling verdween deze Gijs in de magazijnen, maar wordt nog wel eens tevoorschijn gehaald als aankleding bij buffetten. In 2009 werd wel een vaste Gijs, in een opgerolde bladzijde, onderdeel van de nieuwe inrichting van de winkel In den Ouden Marskramer.
Winter Efteling
Tijdens de Winter Efteling van 2011-2012 werden Geeuwende Gijs en Speeltuin Gijs voor het eerst winters aangekleed. Speeltuin krijgt een beige sjaal om, wanten aan en een plompe muts op, Geeuwende heeft enkel een blauwe sjaal. De kledingstukken zijn bij Speeltuin niet los, maar onderdeel van de polyester Gijs. De sjaal van Geeuwende is wel een los element, maar eveneens van polyester. De kabouter van Geeuwende Gijs krijgt tevens een eigen wintersample, waarbij hij tussen het roepen door bibbert van de kou.
Techniek
Zuigen
Het afval wordt aangezogen door een exhauster, een automatische blazer die normaal gesproken wordt gebruikt voor een sterke blaasstraal. Bij Gijs wordt juist van de aanzuigkracht gebruik gemaakt. Bij Speeltuin Gijs staat de exhauster in een put in de grond achter het huisje. Het papier komt door een buis in een stalen mand terecht. Het is vergelijkbaar met de werking van een stofzuiger, waar het stof terecht komt in de stofzak. Omdat de mand bij de eerste Gijs niet groot genoeg is om het afval van een hele dag te verwerken moet deze meerdere keren per dag geleegd worden. Latere Gijzen krijgen een grotere ruimte voor het afval, daar komt het afval terecht in containers.
De lucht die gezogen wordt moet echter ook weer ergens naar buiten worden geblazen. Het afvoeren van de luchtstroom gebeurt bij de meeste Gijzen op een voor de bezoeker onzichtbare plek, maar voor de vrijstaande exemplaren, zoals Speeltuin Gijs, is dit lastig. De uitblaasopening van deze bevindt zich dan vaak een eindje verderop, via een ondergrondse verbinding. Bij Speeltuin Gijs bijvoorbeeld, is net achter de Hoorn des Overvloeds een stalen uitblaasbuis in de grond te vinden.
De detectie van het afval gebeurt met fotocellen. Aan de buitenkant van de zuigbuis zijn twee gaten gemaakt, die tegenover elkaar zitten. In één gat is een lichtwerper gemonteerd, in het andere een fotocel. Beide zijn aangesloten op een elektronisch relais. Wanneer de lichtstraal onderbroken wordt door afval dat door de buis komt, schakelt de relais in voor 3 seconden. Dan schakelt het spoor van de bandrecorder om van het Papier hier naar de Dank u wel.
Geluid
De eerste Holle Bolle Gijs in 1959 is nog uitgerust met een zelfgemaakte bandrecorder die een eindeloos bandje met twee sporen bevat. Op het ene spoor staat enkele keren Papier hier en op het andere spoor Dank u wel. Omdat het bandje slechts 90 centimeter lang is en de hele dag langs de knoppen loopt, moet er wekelijks een nieuw bandje op. Het versterken van de stem gebeurt met zelfgemaakte buizenversterkers.
Vanaf het midden van de jaren zeventig wordt de overstap gemaakt van de zelfgemaakte bandrecorders naar professionele apparatuur: de Revox-recorders A77 en B77. De sporen en knoppen moeten dan echter nog steeds regelmatig vervangen en schoongemaakt worden. Eind jaren tachtig doen de digitale geluiden hun intrede in de Efteling. De eerste geluiden in het park die overgezet worden naar EPROM zijn de stem van het Kinderspoor, Baby Gijs en Tweeling Gijs. Deze geluidssystemen werden gebouwd door TED in Drunen.
In de huidige Holle Bolle Gijzen is het geluid digitaal opgeslagen op standaard geheugenkaarten, die worden afgespeeld met de geavanceerde Roland AR-200 Audio Recorder; een apparaatje dat langzaam maar zeker tot de strandaard op attractieparkgebied is gaan horen. Vroeger was nog te horen hoe een geluidsspoor halverwege een Papier hier omsloeg naar een Dank u wel, maar door de moderne geluidstechniek is het mogelijk om Gijs netjes zijn zinnen af te laten maken.
Het kindervers
De figuur Holle Bolle Gijs komt voor het eerst voor in de in 1871 door dr Dr. Johannes van Vloten gepubliceerde bloemlezing van kindergedichtjes Nederlandsche Baker- en Kinderrijmen. Het rijm zelf is echter waarschijnlijk van (veel) oudere oorsprong. De naam Gijs zien we al in de 17e eeuw veelvuldig in spreekwoorden en zegswijzen, vaak om de dronkenschap en domheid of malligheid te bekritiseren. In de Efteling is het vers te vinden bij Geeuwende Gijs op het Carrouselplein, en Wagen Gijs bij Langnek:
Heb je wel gehoord
van die hollebollewagen,
waar die hollebolle Gijs in zat.
Die kon slokken grote brokken
Een koe en een kalf
En een heel paard half
Een os en een stier
En zeven tonnen bier
Een schuit vol schapen
En nog kon hollebolle Gijs
van de honger niet slapen.
Sprookjes
Holle Bolle Gijs kent geen officieel sprookje (de figuur is afkomstig van een kindervers zoals hierboven beschreven staat). Toch heeft de Efteling een aantal maal geprobeerd om een verhaal aan de bekende dikkerd te koppelen. Voor 1989 stond een los boekje gepland in de serie Eftelingsprookjes, maar na deel 5 werd de serie stopgezet en het sprookje dus nooit uitgebracht. Het is onbekend of dit boekje een nieuw verhaal over Gijs zou hebben geïntroduceerd.
Truus Sparla
De eerste poging is pas in 1967, als Truus Sparla in Het Sprookjesboek van de Efteling een verhaal schrijft over een dikke jongen die de Efteling binnenstapt en declameert dat hij er komt wonen. De knul gaat op een bankje zitten en eet heel veel. Hij zingt ook een liedje (het bekende rijm).
Een Efteling-meneer zegt dat hij weg moet gaan, want het park gaat sluiten. De jongen doet alsof hij vertrekt, maar verstopt zich achter de grot van Sneeuwwitje tot het donker is. 's Nachts wil hij verder gaan met eten, maar hij vindt niks meer. Hij besluit uit armoede dan maar papier te gaan eten. De volgende morgen wordt hij aldus gevonden, in de Efteling, papieretend. En zo is het nu nog.
Herman Broekhuizen
Het bekendste verhaal dateert uit 1973. Op de luisterplaat Sprookjes van de Efteling - deel 7 staat als tweede sprookje Holle Bolle Gijs, geschreven door Herman Broekhuizen. Het is ook te vinden op de lp De Efteling is jarig. Het verhaalt over de familie Holle Bolle Gijs - vader, moeder en kinderen - die in Luilekkerland wonen, waar ze zoveel lekkers kunnen eten als ze maar willen. Op een dag besluit vader om met het gezin naar de rijstebrijberg te wandelen. Daar aangekomen eten ze zich een weg door de berg naar het land van de luchthappers, waar de bewoners niets eten. De familie raakt daar doodongelukkig en gaat uit wanhoop maar het papier eten dat op straat ligt. Ze eten zo het hele land schoon, wat niet onopgemerkt blijft bij de koning. Hij laat de familie bij zich komen om ze te bedanken, maar de familie laat merken het niet zo fijn te hebben en ze weten ook niet meer terug te geraken in hun thuisland. Daarop besluit de koning ze te sturen naar een sprookjespark ver van het land van de luchthappers vandaan, de Efteling, als ze beloven het daar ook netjes te houden. Dat beloven ze. De koning laat de hoftovenaar komen om ze er heen te toveren. Eenmaal in de Efteling voelt de familie zich meteen op hun gemak tussen de vrolijke mensen en de sprookjes. Ze spreken af om overdag het papier op te ruimen door op een plek te gaan zitten en Papier hier te roepen, en bij het verkrijgen van iets beleefd Dank u wel te zeggen.
Ad Grooten
In 2009 schrijft Ad Grooten in het boek Sprookjesboek van de Efteling een nieuw sprookje voor Holle Bolle Gijs, wat vandaag de dag door het park wordt gehanteerd als hét sprookje van Gijs. Dit verhaal gaat over een koning die eens per week met zijn twee ministers vergadert. Tijdens die vergaderingen worden de problemen besproken, waaronder dat overal in de straten van het koninkrijk veel te veel troep ligt. Bij één van die vergaderingen komt op dat moment de kok binnen. "Majesteit, het gaat nu echt fout in de keuken! Mijn keukenhulp Holle Bolle Gijs is de afgelopen week steeds meer gaan eten! Hij schrokt en schranst en kan er niet meer mee ophouden. Hij eet gewoon álles op. Het spijt me, maar uw lunch is weg." Daarop laat de koning twee ministers naar de oude magiër gaan om voor Gijs een drankje te brouwen tegen de eetlust. Maar wanneer Gijs het drankje drinkt krijgt hij ontzettend zin om papier te eten.
De volgende ochtend staan de ministers samen met Holle Bolle Gijs voor de koning om te melden dat er twee problemen in één klap zijn opgelost. De koning benoemt Gijs tot Hof Papierverslinder, de ministers geven hem een eigen Holle Bolle Wagen om langs de deuren te gaan om oud papier op te halen. "Papier hier! Papier hier!", roept Gijs. Vanaf die dag rijdt Holle Bolle Gijs met zijn wagen door heel het land en is het land voor altijd schoon.
Wie te moe is van de honger kan ook het luisterboek erbij pakken dat een jaar later uitkwam. Het is de eerste track van de tweede cd. Dit verhaal is ook de basis voor het sprookje "Holle Bolle Gijs" op de cd Efteling Radio presenteert: Grootste Kids Hits & Mooiste Sprookjes (2012) en het zesde boekje in de tweede serie Efteling Gouden Boekjes (2016) over Holle Bolle Gijs. Het is ook opgenomen in de op deze boekjes gebaseerde De Efteling Sprookjes Omnibus uit 2022.
Holle Bolle Gijs buiten de Efteling
Mobiele Gijs
Door de enorme populariteit die de attractie al vanaf de start te weeg brengt, krijgt de Efteling vanaf begin jaren zestig aanvragen binnen van evenementenorganisaties en attractieparken over de hele wereld die ook een Holle Bolle Gijs willen om van hun afvalproblemen af te komen. In 1969 wil de vrouw van de burgemeester van Rotterdam, mevrouw Thomassen, voor twee weken een Gijs op de Lijnbaan plaatsen om de bewoners van de stad tijdens het comité Rotterdam Schoon Schip bewust te maken om de stad schoon te houden. Er wordt een speciale mobiele Gijs gemaakt voor het evenement, gemodelleerd naar Speeltuin Gijs. De mobiele Gijs keert na het evenement, dat overigens een succes werd, terug in de Efteling om daar op verschillende locaties gebruikt te worden.
Wanneer Speeltuin Gijs later zelf nieuw wordt gemodelleerd, wordt ook de mobiele versie vernieuwd. Deze wordt gebruikt voor expo's en beurzen door het hele land, maar wordt ook vaak gebruikt bij het hotel en zo nu en dan in het park zelf.
Andere parken
Holle Bolle Gijs wordt door zijn populariteit door vele parken gekopieerd in allerlei varianten. Zo staan er Gijzen in onder andere Duinrell (Wassenaar), Parc Astérix (Frankrijk) en in de stad Osaka in Japan houden Holle Bolle Gijzen de omgeving schoon.
Efteling Services and Products heeft het concept van Holle Bolle Gijs ook actief proberen te verkopen aan andere parken. Het eerste door ESP verkochte product was een olifanten-gijs voor Phantasialand (Duitsland). Ook aan Parc Astérix werd een Gijs verkocht. In september 1995 worden twee, speciaal door Henny Knoet ontworpen Holle Bolle Gijzen namens Stichting Natuurpark de Efteling gegeven aan Give Kids The World Village in Kissimmee, Florida, dat zich inzet voor kinderen die niet meer lang te leven hebben en vanuit het dorpje allerlei grote parken gratis bezoeken. Stichtingsvoorzitter Piet van Haaren brengt samen met secretaris-penningmeester Karel van Laack een bezoekje aan het park met de Holle Bolle Gijzen. Hier doet Van Haaren de inspiratie op voor Villa Pardoes.
Wetenswaardigheden
- Er is een miniatuur Holle Bolle Gijs te vinden in het Diorama, vlak voor de Stad met de Prinsenpoort.
- In de 'buik' (de containerruimte) van de Holle Bolle Gijzen zijn rookmelders ingebouwd.[3]
- Begin jaren negentig was er een sticker met een illustratie van het hoofd van Gijs met een banderol met de tekst "Papier Hier" afgebeeld op de toen nieuwe metalen vuilnisbakken in het park.
- In 1995 was er een kleine souvenirlijn met Gijs-artikelen, waaronder het Holle Bolle Gijs Kookboek.
- ↑ Kopie van notulen 21-11-1958 tot 19-12-1958 betreffende Holle Bolle Gijs, archief Eftelingnostalgie.nl
- ↑ Van der Ende: Spookslot - 44 jaar te gast bij de geesten. Efteling (2022)
- ↑ NRC: Orde in het sprookjesbos, interview met Efteling Security uit 2007