Cornelis Johannes (Cor) Kolsteren (Kaatsheuvel, 13 december 1906 - aldaar, 8 mei 1981) was chef Bouwdienst en bouwkundig specialist bij de Efteling, vanaf de start van het Sprookjesbos tot aan zijn pensioen eind jaren zestig.
Hij was betrokken bij de bouw van de eerste gebouwen in het park, zoals de eerste sprookjes, het huisje van de Grootmoeder van Roodkapje en het paleis van De Vliegende Fakir, en werkte mee aan de eerste versies van Holle Bolle Gijs. Ook maakte hij bouwtekeningen voor De Indische Waterlelies. Hij werkte nauw samen met (extern) bouwkundig adviseur Op den Kamp, met Peter Reijnders en met technisch collega Henk Knuivers.[1]
Hij woonde in Kaatsheuvel waar hij in 1933 zijn eigen huis liet bouwen, want hij was in de jaren dertig en veertig werkzaam als zelfstandig aannemer. Omdat hij verschillende klussen voor de gemeente had uitgevoerd werd hij door burgemeester Van der Heijden ook betrokken bij de totstandkoming van het Sprookjesbos. Kolsterens naam is als een van de leden van de R.K. Bond van Bouwvakpatroons vermeld op een gedenksteen in Ingang Parklaan. Later nam hij zijn intrek in één van de dienstwoningen aan de Prinses Irenestraat. Eind jaren zestig raakte Kolsteren overspannen en nam Jan Verhoeven zijn functie waar totdat Kolsteren de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Daarna nam Verhoeven de architectenfunctie geheel over.[2]