Piraña | |
---|---|
In/uitgang van de Piraña (heden slechts de uitgang) | |
Locatie | Anderrijk |
Type | Rapid River |
Ontwerp | Ton van de Ven, aanpassingen door Karel Willemen |
Bouwer | Intamin AG |
Geopend | 31 maart 1983 |
Opening | 18 mei 1983 |
Horeca | Casa Caracol |
Winkel | Cascada |
Thema | Zuid-Amerikaans |
Muziek | René Merkelbach |
Kosten | ƒ 16 miljoen |
Hoogste snelheid | 2 - 20 km/u |
Baanlengte | 600 meter |
Langste daling | 3m per rit |
Ritduur | 5 à 8 minuten |
Aantal boten | 35 boten |
Capaciteit | 2000 per uur |
Attracties |
De Piraña is een wildwaterbaan in Anderrijk. Deze rapid-river, aangekleed in een combinatie van Midden- en Zuid-Amerikaanse culturen als de Inca's, Maya's, Azteken en Tolteken, biedt een vaartocht over een kolkende watermassa die continu door een kanaal stroomt.
De Piraña behoort tot de grootste attracties van het park, zowel qua oppervlakte als qua capaciteit. Met haar vermogen om 2000 bezoekers per uur door de 600 meter lange woeste waterstroom te laten dobberen, is de attractie in het zomerseizoen mateloos populair en verzekerd van ellenlange rijen gasten. De attractie werd geopend in 1983, tussen een hele reeks aan grote attracties die alle onderdeel uitmaakten van het meerjarenplan 'De Nieuwe Efteling'.
Er werd gekozen voor het Zuiderpark, dat de jaren daarop snel plaats zal bieden aan meerdere spectaculaire attracties. Het station werd gebouwd op de plek waar de Wankelbrug begon, die tientallen meters verder richting de Python werd verplaatst. Een groot deel van de Kanovijver wordt in 1982 al opgeofferd voor de eerste bouwwerkzaamheden van de baan. De kano's verplaatsen naar de naastgelegen Roeivijver (vanuit je kano zicht op de bouw) en de roeiboten verplaatsen naar de 'nieuwe Roeivijver' op de Vonderplas.
De attractie is gethematiseerd in de stijlen van precolumbiaanse culturen uit Midden- en Zuid-Amerika, met veel blokvormige bouwdelen, trapezium doorgangen, (namaak) leemstenen muren, zandstenen beelden, meterslange reliëfs en hoge rotswerken. In de 'rit' wordt geen, al dan niet concreet, verhaal uitgebeeld maar werkt puur op de sfeer van thematisering in combinatie met het constante risico om kletsnat te worden. In een ronde zespersoons boot glijdt men, met een snelheid van 17 km/u[1] over de 25 miljoen liter water[2] in de baan en passeert men verschillende watervallen, ondergaat men hoogteverschillen en zorgt een ongelijke baan (netto 3,5 meter verval) voor veel opspattend water. Redelijk uniek voor de rapid ride is het feit dat de boten elkaar onderling kunnen passeren vanwege de breedte van de vaargeul, variërend van 4 tot 15 meter.
Inhoud
De attractie
De attractie ligt aan een ruim plein, het Pirañaplein, waaraan ook bijbehorend horecapunt Casa Caracol ligt. Voor het stationsgebouw staan twee grote Tolteekse krijgerbeelden op wacht. De voorgevel van het beige gebouw is versierd met Zuid-Amerikaanse patronen en boven de ingang hangt een Quetzalcoatl. De ingang blijkt toch niet de ingang maar de uitgang te zijn. De werkelijke ingang bevindt zich een stukje terug op het plein, bij een met een bord op twee palen gemarkeerde start van een meandering die langs de rechterzijde van het plein heen en weer slingert en op drie punten voorzien is van een schuildakje. Op drukke dagen kan deze meandering nog verlengd worden met een extra lus op het plein ervoor.
Wachtrij en opstaphal
Tijdens het meanderen horen we een vrolijk mariachimuziekje van de hand van René Merkelbach, waarin ook Spaanstalig gezang te horen is. Het is een van de weinige attractiemuziekstukken met een zangtrack. De wachtrij komt uiteindelijk uit bij een doorgang onder een laag huisje (dat uitsluitend een decoratief element is), waarachter hij een stukje rechtdoor loopt langs een hoge muur, om vervolgens het stationsgebouw te betreden. Hier bestijgen we een donkerbruin gebeitste houten loopbrug. De rij splitst zich in twee delen: één van groepjes van twee personen, en één voor grotere gezelschappen. Er hangt een groot bord dat met pictogrammen benadrukt dat je tijdens de rit moet blijven zitten en je handen binnenboord moet houden, aangevuld met de wens “goede vaart” In vier talen. Een animatie op een televisiescherm benadrukt deze regels nogmaals. De loopbrug komt weer naar beneden midden op de draaischijf in de stationshal, die is meegebogen met de schijf. De muren zijn behangen met figuurtjes die de rivier bedwingen, kunstlicht wordt verspreid door enkele Tumi-figuren waarvanachter licht straalt en daglicht valt binnen door twee kleine trapezevormige raampjes. Instappen kan in de aankomende bootjes die ingeklemd zitten tussen de draaischijf en de buitenste geleiderand.
Wildwaterbaan
Zodra de boot loskomt van de draaischijf drijft deze een 65 meter lange, lage en afgezien van wat blauw licht verder donkere tunnel in. Hier dobberen we snel maar nog vrij rustig doorheen; onderwijl komt er mist uit als watergod vormgegeven spuitmondjes. Er is licht aan het einde van de tunnel, maar ook een watergordijn, dat stopt met regenen vlak voor we er onderdoor varen. We komen, met grote kans op een flinke klots water, in het buitengedeelte van de baan, die zijn weg vindt tussen aan weerszijden met gras en struikgewas begroeide oevers, beige muurtjes en hier en daar roodstenen rotspartijen.
In dit eerste uitvaargedeelte hangen links dezelfde watergodsfiguurtjes aan de muur, en liggen ze rechts tussen te rotsen. Deze spuiten af en toe korte waterstraaltjes richting de passerende boten, met het geluid van een afgeschoten pijltje.
Na enkele tientallen meters komen we bij de eerste bocht, aan de buitenzijde waarvan een waterval staat. Het water is hier breed en het is goed mogelijk elkaar in te halen. Na een scherpe draai van bijna 180 graden komen we nu in een stroomversnelling door een smalle geul die langs een hekwerk loopt.
Hierna verbreedt de stroom zich weer, alhoewel maar een deel van het wateroppervlak voor ons bevaarbaar is: in het ontoegankelijke stuk ligt een Quetzalcoatl op zijn rug die elke paar minuten uit zijn mond een meterslange waterstraal recht omhoog schiet. In dit stuk golft het water flink, mede door de golfslagmachine. Er staan twee afgodsbeelden die, afhankelijk van de acties van toeschouwers op de oever, af en toe water spugen.
We hebben een blik op het stationsgebouw voordat we weer een smalle, snelle stroom induiken tussen hoge rotspartijen in die op twee punten boven de stroom gesloten zijn. Boven ons loopt een bruggetje en uit de rots (een lek aquaduct) komt een waterstraal naar beneden zetten. Daarna maken we een bocht naar links op weer een wat breder stukje. Hier is ook de tweede golfslagmachine geplaatst.
We varen op twee afgodsbeelden af van hetzelfde type dat we al eerder tegenkwamen, maar deze spuiten permanent water voor zich uit, waardoor het lijkt dat we doorweekt zullen raken. Als de boot dichterbijkomt binden ze echter in en word je door hen slechts natgespetterd. Hierna komen we tussen twee muren van rechtstandig naar beneden kletterend water door ("Doorgang door de Rode Zee" volgens Ton van de Ven), wat vooral leidt tot veel nevelvorming.
Na deze watermuren varen we recht op een woest kletterende hoge waterval af, waarvan het water flink opspat vanaf een steen die ervoor ligt. Na nog een kort stukje dobberen versmalt en versnelt de stroom weer. Het water ligt dieper en loopt tussen twee muren door. Hier wordt een actiefoto gemaakt, en er staan weer twee afgodsbeelden die door bezoekers op de oever bediend kunnen worden. Het water kabbelt nog wat verder, tot we aan rechterzijde nog het opslagbassin voor de bootjes passeren en weer aankomen bij het station.
Terugkomst
Aan het einde van de vaart komen de bootjes weer aan bij het stationsgebouw. Gelegen op een steile helling worden ze uit het water getild en naar boven getakeld tussen een decor van enkele gedecoreerde zeilen. Na de top van de helling gaan ze nog een klein stukje naar beneden en komen uit aan de draaischijf.
Voor uitstappers hangt boven de draaischijf een groot juten doek met het woord Uitgang erop. We nemen weer dezelfde donkerbruine loopbrug maar komen nu beneden in het winkeltje Cascada. Hierna verlaten we het gebouw door de grote opening aan de voorzijde en komen weer aan op het Pirañaplein.
Kijklocaties en wandelroute
Het aangezicht van de op het kolkende water in het rond deinende bootjes, met daarin al dan niet bekenden met kans op een nat pak is niet te versmaden. Rondom de attractie zijn dan ook verschillende kijkplekken te vinden waar je de bootjes kunt gadeslaan, en zelfs aan het natwordingsproces kunt deelnemen, zonder zelf in de attractie te gaan.
Over en rond de attractie is een wandelroute aangelegd. Vanaf het Pirañaplein kan je links naast de uitgang een houten brug nemen die langs de Kanovijver tegen de gevel bevestigd is. De bezoeker kan vervolgens linksaf nog zo'n brug weer naar beneden nemen die uitkomt op een wandelpad richting Joris en de Draak. Blijf je stijgen dan kom je op het dak van het attractiegebouw, waar zich de eerste kijklocatie bevindt: een ruim dakterras waar je uitzicht hebt op de bootjes die net uit de donkere tunnel komen zetten en aan hun gevaarlijke avontuur gaan beginnen. Volg je deze route verder, dan kom je op het middenterrein van de baan. Hier staan twee 'afgodsbeelden' in de vaart die de toeschouwer vanaf de kant kan bedienen. Omdat er continu water uit hun mond loopt worden ze ook wel aangeduid als 'kwijlbeelden'. Door je hand in één van de beelden op de kant te steken, sproeit er water uit de mond van een kwijlbeeld over de vaarders, of, indien je pech hebt, wordt door de draak bovenop de beelden een straal afgevuurd richting jezelf. Vanaf hier kun je verder lopen en steek je met een bruggetje de diepe kloof over waar de bootjes doorheen gaan. Vervolgens kom je via een lange houten brug over de Karpervijver uit op de wandelroute Ruigrijk.
Vanaf deze brug linksaf is aan de Wandelroute Ruigrijk, dichtbij Joris en de Draak een klein pleintje gelegen waar niet veel meer te vinden is dan een hekwerk dat je ook in de attractie ziet. Hier suizen de bootjes langs.
De laatste en grootste kijklocatie bevindt zich nabij het einde van de baan. Een breed pad voert vanaf het Max & Moritz Plein via een kenmerkende poort langs een balustrade waar je de bootjes kunt zien in hun laatste stroomversnelling, en ook hier zijn weer twee afgodsbeelden te bedienen. Het pad komt uit bij de ingang van de attractie.
Vlotten
De in totaal 35 bootjes of vlotten waarmee de baan bevaren wordt bestaan feitelijk uit een grote rubber luchtband met een buitendiameter van 3 meter (de band zelf heeft met een doorsnede van 60 cm). Hierbovenop is een kunststoffen opbouw gemonteerd waarin je plaats kunt nemen. Er zijn per bootje zes rubber stoelen twee aan twee in ronde opstelling, zodat je elkaar goed kunt zien. In het midden is een stalen handgreep waarop je ook wat tassen kwijt kunt zodat die een lager bevochtigingsrisico lopen. Sinds 2005 zitten er reflecterende stickers op de vaartuigen waardoor deze automatisch in de juiste positie gedraaid worden bij de terugkomst bij de draaischijf.
Muziek
De rit zelf is slechts op een klein deel van het traject voorzien van een ondersteunende soundtrack; men moet het voornamelijk doen met het geklots, gekletter en gebulder van het water en het gekir van medebezoekers die een onverwachte plens te verwerken krijgen. Op het voorplein van de attractie, en dus in de wachtrij, en ook in het station is muziek te horen: sinds juli 2009 een zomerse compositie van René Merkelbach.
Dit vrolijke nummer werd opgenomen door een al even vrolijke mix van muzikanten: Erwin Steijlen op gitaar, Popy Basily van de gelijknamige gipsyband speelt de gitaarsolo's en Cees Trappenburg de trompet; percussie Dave van Beek, Karel Willemen op de bas en René Merkelbach zelf als toetsenist. De vocalen zijn voor rekening van de Spaans-Nederlandse zangeres Alma Nieto, die ook de tekst schreef. Ze liet zich hiervoor inspireren door de eenvoud van het nummer Maria van Ricky Martin.[3] Op het middeneiland van de baan, rond de twee spuwende afgodsbeelden, is sinds 2014 een arrangement van deze track, met meer trommels en wat junglegeluiden, te horen. Hier zijn ook enkele speakers gericht op de bootjes waardoor de muziek aldaar ook even hoorbaar is vanuit een vlot. De bestaande voorpleinversie klinkt sindsdien ook op een paar plaatsen rondom de Piraña, met name ter hoogte van de trapeziumvormige poort aan het Max & Moritz Plein.
Fragment Piraña-muziek
Fragment arrangement 2014
Bailamos todos aquí
Cantamos siempre en el corazón
El sol brilla para ti, diviértete!
Bailamos todos aquí
Cantamos siempre en el corazón
El sol brilla para ti, y miráme!
We dansen hier allemaal
We zingen altijd in het hart
De zon schijnt voor jou, geniet!
We dansen hier allemaal
We zingen altijd in het hart
De zon schijnt voor jou, en kijk naar mij!
Fragmenten van diverse popmuziek
Vóór de komst van deze eigen soundtrack werd op het voorplein een selectie van bestaande popmuziek gedraaid: veelal Spaanstalige nummers waarvan de overeenkomst was dat ze allemaal een 'Latijns-Amerikaanse sfeer' moesten oproepen.
In ieder geval de volgende verzamelalbums zijn daarvoor gedraaid bij de Efteling:
- Amor de mis Amores volumes 1, 2 en 3
- Ana Gabriel - Mi Mexico
- Viva Mexico
- Viva Inca
- El concor pasa
- Mariachi Arion
- Los Panchos - Hoy
- Los Indios Tabajaras
Door de jaren heen zijn, van deze of andere albums, de volgende nummers te horen geweest:
- Bellini - Samba de Janeiro
- Buster Poindexter - Hot, Hot, Hot
- Cafè Latino - Oye Como Va
- Daniela Mercury - Rapunzel
- Dario G - Carnaval De Paris
- Doble R - Zullen We Maar Weer
- E-O-Tschan - Batida De Coco
- Gary Low - La Colegiala
- Gibson Brothers - Cuba
- Gipsy Kings - Bamboleo
- Gipsy Kings - Duende
- Gipsy Kings - Volare
- Gloria Estefan - Oye Mi Canto
- Goombay dance band - Sun of Jamaica
- Jody Bernal - Que si que no
- Kaoma - Danca Tago Mago
- Kaoma - Lambada
- Los Fieras - En La Playa
- Los Lobos - La bamba
- Los Reyes - Clilibili Ben Ben
- Los Umbrellos - No Tengo Dinero
- Lou Bega - Mambo no. 5
- Mystic - Ritmo de la noche
- Nancy Ames - Eso Beso
- Paco Paco - Taka, Takata
- Pinchitos Caliente - La Mucara
- Proyecto Uno - El Tiburon
- Ricky Martin - La copa de la vida
- Rumba Tres - Baila mi rumba
- Saragossa Band - Agadou
- Saragossa Band - Carneval In Rio
- Sergio Mendes - Mas que nada
- Spanish Banda Blanca - Sopa De Caracol
- Vengaboys - To Brazil
Techniek
Het water wordt rondgepompt door vier grote pompen in het stationsgebouw (alhoewel de attractie ook op drie pompen kan draaien indien nodig). De pompen pompen tien miljoen liter water per uur door de betonnen geul van de attractie. Met hun vermogen van 300 kilowatt maken ze de attractie tot de grootste stroomverbruiker van heel het park. Om voldoende vermogen beschikbaar te hebben, staan er twee grote transformatoren op het voorplein, in het themahuisje links van de Tolteekse krijgers.
Als de pompen uit staan verzamelt het water zich in het laatste deel van de baan en in het bassin in het midden van de laatste lus, waar ook de bootjes opgeslagen worden. Donkere randen op de muren langs het laatste deel van het traject verraden hoe hoog het water daar in rust staat. Het starten van de pompen 's ochtends kan aanschouwd worden door degene die na opening van de Efteling direct naar de Piraña loopt. Vanaf het terras bovenop het stationsgebouw zie je de fikse vloedgolf bezit nemen van de baan.
Bijvullen van de baan om het waterniveau op peil te houden gebeurt doormiddel van een waterstraal die halverwege de baan uit een rots klettert in de smalle rotsdoorgang. Omdat dit natuurlijk ook gelijk een attractief element is, kan er als het waterniveau geen bijvulling behoeft, water uit de baan gepompt worden voor deze straal om het effect toch aan te kunnen laten staan.[4]
De heftigheid van de attractie is regelbaar. Op warme dagen kan de attractie op een 'nattere' stand gezet worden, wat de kans op een nat pak aanzienlijk doet toenemen.[5]
Halverwege de baan is een dieper deel waar de bootjes minder voorwaartse snelheid hebben. Hier worden stevige zijwaartse golven opgewekt door een in de rotsen weggewerkte golfslagmachine. Een stukje verderop, na de overhellende rotsen, bevindt zich nog zo'n golfslagmachine.
Geschiedenis
De Piraña is onderdeel van een ambitieus uitbreidingsplan getiteld De Nieuwe Efteling, dat geïnitieerd werd door directeur Herman ten Bruggencate. Nadat het Spookslot en de Python, de eerste grootschalige attracties van de Efteling, een succes bleken, werd er ingezet op verdere uitbreiding van het aanbod in de jaren 80 waarin verbreding van de doelgroep werd nagestreefd. Een prominent onderdeel in deze plannen is de "Rapid Ride".
Een nieuw attractietype
Alhoewel er al langer bootritten bestonden, kwam de rapids-ride zoals we die nu kennen tot ontwikkeling in 1979, naar een idee van AstroWorld in Houston, gebaseerd op wildwater-kayakwedstrijden. Ze vonden in het Zwitserse Intamin een partner en Intamin ontwikkelde voor hen deze eerste rapid river. Thunder River sloeg aan en in Noord-Amerika werden al snel meerdere rapid-rivers gebouwd.
De Efteling, op werkbezoek bij Intamin, zag daar een maquette staan van het attractietype, toen nog in de ontwikkelingsfase voor AstroWorld. De Efteling wilde haar attractie openen in 1982, maar toen men in 1980 een bezoek bracht aan de opgeleverde attractie in AstroWorld werd dat bijgesteld: men was zeker enthousiast, maar de attractie was an sich veel te kaal en men vond dat er veel meer tijd gestoken zou moeten worden in thematisering. In AstroWorld was de baan omgeven door pompen en kolossale installaties, en in het geval van de Efteling moesten die weggewerkt worden.[2] Ook vond men de baan zelf niet attractief genoeg. Bij Intamin-concurrent Breidenbach zag men een model dat veel meer aan de eisen voldeed, met golfslagmachines, de mogelijkheid tot passeren en een draaischijf. Men is hiermee naar Intamin gestapt en Intamin heeft de baan toen inclusief deze elementen gebouwd.[4]
Het werd hierdoor de eerste rapid-river wereldwijd met een draaischijf als laadsysteem. Ook is het de eerste rapid-river met een dubbele waterval.[6] Piraña is tevens de eerste rapid-river buiten de Verenigde Staten.
Ontwerp
De eerste concrete schetsen voor de Piraña werden gemaakt in het najaar van 1981. In het oorspronkelijk uitgewerkte ontwerp zou de eerste lange tunnel vanuit het station zowel van binnen als buiten een rotstunnel zijn met stalagtieten, en twee doorkijkjes voor toeschouwers vanaf het aan te leggen pad tussen de roeivijver en de attractie. Het kanaal vanaf de Vonderplas zou gehandhaafd blijven tot aan de attractie. Aan de achterzijde zou er een rotspartij komen aan de stroombak, die aan de achterkant een spoortunnel vormde waardoorheen de Stoomtrein zou gaan rijden. Tussen de tunnel en wildwaterbaan bleef dan een paadje uitgespaard voor voetgangers. Rondom de baan zijn diverse kijkplekken bedacht, veel meer dan er nu gerealiseerd zijn, maar het binnenterrein zou niet toegankelijk worden.
Op de vroegste tekeningen van de Piraña is nog helemaal geen sprake van van de precolumbiaanse thematiek die zo belangrijk werd voor het uiterlijk van de attractie; er is vooral veel rotswerk op te zien. Via de vorm van de ronde vlotten komt Ton van de Ven tot de mysterieuze ronde lijnen en vormen in het droge Andes-landschap, aangebracht door de Nazca-cultuur. Hij legt ook verbanden met de theorieën van kwakhistoricus Erich von Däniken en zijn boek 'Waren de Goden Kosmonauten?' over de samenhang tussen oude culturen. Overigens beweert Joop Geesink, die destijds als adviseur aan het park verbonden was, dat de "Inca-affaire" zijn suggestie is geweest en dat die door Van de Ven verder uitgewerkt zou zijn.[7]
Uiteindelijk ontstaat zo het thema van een mix van precolumbiaanse culturen. Van de Ven gebruikt allerlei verschillende bestaande reliëfs, vormen en beelden uit Mexico, Peru en Bolivia in zijn ontwerp. Als hoofdvorm van het tempelcomplex dat het station huisvest kiest hij voor de 600 jaar oude adobe-architectuur van 'aangesmeerde zongedroogde leem' van de Chimú-indianen en hun stad Chan Chan in het huidige Peru. Om de entree en het plein te verfraaien gebruikt Van de Ven echter vooral beeldhouwwerken van Midden-Amerikaanse culturen. Hij leent bij de Tolteken voor de grote monolithische atlanten of 'krijgers' op het plein. De Quetzal op de gevel is afkomstig uit de Maya-stad Chichén Itzá, evenals het wat later geplaatste Chac-Mool-offerbeeld van Inca Gijs. Op alle ornamenten en beelden brengt men kleuren aan die geïnspireerd zijn op het polychrome aardewerk van deze culturen.
De reliëfs langs de vaargeul worden weer voornamelijk gebaseerd op Zuid-Amerikaanse culturen, zoals de ornamenten van de Zonnepoort uit Tiwanaku met de Staff God, vogels uit Chan Chan en krijgers uit Cerro Sechín, allemaal uit Peru. Ook hier worden nieuw bedachte kleuren aangebracht. Van de Inca's komen enkele muren van grote stenen in het landschap rond de geul en de reusachtige Tumi-offermessen die als lichtornament functioneren in het station. De opvallende wybertjesmuur die tot 2014 een kijkplek op de attractie bood is ook geïnspireerd op Chan Chan. Op de voorgevel van het tempelcomplex komen felgekleurde maar fraaie banieren te hangen met de patronen van de Inca's.
De naam
De werknaam van het project was ‘Woeste Rivier’, alternatieve namen voor de attractie zijn 'Uru Bamba' (naar de rivier in Peru) en 'Kontiki' (naar de oppergod van de Inca's), zo is te zien op een ontwerp van Ton van de Ven. Uiteindelijk werd gekozen voor de naam Piraña, een verwijzing naar de gevaarlijke vissensoort wiens naam geschreven wordt als 'piranha', maar dan met een speelse n-met-tilde, waarbij de tilde een golfslag verbeeldt.
Bouw
In de winter van 1981 worden de eerste grondwerkzaamheden verzet. Een groot deel van de Kanovijver werd gedempt; de kano's verschoven naar de roeivijver (bij wat nu de Vliegende Hollander is) en de roeiboten naar de Vonderplas. Er werd een stationsgebouw neergezet in de vorm van een tempel en een betonnen goot aangelegd die via een flinke lus van 520 meter weer terug uitkwam bij het tempelcomplex. Kunstrotsen, heuvels, watervallen, muurtjes en brokstukken van stenen worden geplaatst om het traject aan te kleden. Voor de landschapsinrichting werd 35.000 kubieke meter zand gestort.
De Duitse firma GFK-Formteile leverde het rotswerk, gevormd uit slechts 12 millimeter dik glasvezelversterkt beton. Met 22 kilo per vierkante meter was dit goed hanteerbaar. De rotsdelen waren een soort manshoge schalen, die middels stalen haken op een draagconstructie werden gemonteerd en waar vervolgens de kieren van werden gedicht. De rotspanelen waren afgemald van natuurlijke rotsformaties, waardoor deze realistisch oogden; in de loop der jaren zouden er ook mossen op kunnen gaan groeien om ze nog realistischer te laten ogen. De rotsen bestonden uiteindelijk uit 2500 vierkante meter van dit vezelversterkte kunstmateriaal.
Bij oplevering zijn er 80.000 werkuren ingezet.[8]
In de winter van 1982-1983 vonden de testritten plaats onder grote aandacht van de regionale pers.[9] Bij het proefdraaien bleek dat in het brede deel bij de golfslagmachine, waar je aanvankelijk de grote rots aan twee kanten kon passeren, een stuk water stillag of zelfs terugstroomde. Dit deel is toen met rotsblokken op stalen poten alsnog afgescheiden van de vaarroute. Op 22 maart 1983, voorafgaand aan het nieuwe Eftelingseizoen, werd de nieuwe attractie aan de pers gepresenteerd.
Opening
Op de openingsdag van het seizoen 1983, witte donderdag 31 maart, was de Piraña voor het eerst toegankelijk voor het publiek. De officiële openingshandeling werd enkele weken later, op 18 mei verricht door Pieter van Vollenhoven die speciaal een heilwens ingestudeerd had in het dialect van de Ayacucho-indianen uit Zuid-Amerika. Zoals bij iedere tewaterlating gebruikelijk is, doopte Van Vollenhoven de vlotten van de Piraña. Hij deed dat met bronwater dat door de KLM uit Peru is ingevlogen.
Personeel, waaronder Peter Koppelmans, in de bootjes
Kanokampioenschappen
De Nederlandse Kanobond moest voor de Nationale Kampioenschappen Kanoslalom altijd uitwijken naar België of Duitsland omdat er in Nederland geen wildwaterrivier te vinden was. De komst van de Piraña bracht daar verandering in en op 10 september 1983 vonden de kampioenschappen plaats in de Efteling. Meer dan honderd deelnemers doen mee. Vanaf dan tot en met 2002 wordt het jaarlijkse NK op de Piraña gehouden. Ook zijn er in die periode nog andere wedstrijden en trainingen op het parcours.
Aanpassingen 1984-2010
Een jaar na opening, in 1984, werd het geplande horecapuntje bij de attractie geopend onder de naam Casa Caracol, inclusief een speciale Holle Bolle Gijs: Inca Gijs.
In de beginjaren was de beplanting typisch Zuid-Amerikaans, waarbij grassen en lage struikjes zich op rotsachtige ondergrond bevonden. In de loop der jaren is er veel meer inheemse beplanting gegroeid en lange tijd was een ritje in de Piraña er één tussen West-Europese loof- en naaldgewassen. Bij de renovatie van 2014 werd de begroeiing teruggebracht naar meer passende soorten als apenboom en yukka.
Door de aanschaf van acht extra vlotten wordt de capaciteit in 1985 met een derde vergroot: van 27 naar 35 bootjes geeft een toename van de doorvoer van vijftienhonderd naar tweeduizend personen per uur.
Bij de opening in 1983 betraden de bezoekers de attractie nog door de ingang die prominent op het plein ligt. Onder andere de komst van de Maxifotobalie halverwege de jaren 80 heeft ertoe geleid dat dit is aangepast, en worden wachtenden via een benauwd gangetje naar binnen geleid. De grote ingang dient nog slechts als zodanig voor rolstoelen. Ook hingen er kleurige vaandels aan de gevels, die inmiddels zijn verdwenen. Overigens is het actiefotopunt later verplaatst naar vlak voor de smalle kloof, maar in 2002 weer terugverplaatst naar de oorspronkelijke locatie: het lange rechte stuk tegen het einde van de baan. In 2010 werd het enkele meters naar voren verplaatst.
In juli 2005 werd het uitstapsysteem aangepast zodat de bootjes nu automatisch zo gedraaid worden bij de draaischijf zodat hun uitstap zich recht ten opzichte van de draaischijf bevindt. Voor die tijd werden de bootjes handmatig gedraaid door personeelsleden.
Aan het begin van seizoen 2010 werden alle vlotten vervangen door een nieuw type. De boten zijn veiliger dan de vorige, met hogere rugleuningen, een iets diepere zit en handgrepen voor het in- en uitstappen, maar doen niet af aan de beleving van de rit. In het rubber van de stoelen is het Eftelinglogo verwerkt.
Aan de wildwaterrit zelf is in deze periode nauwelijks iets veranderd. In de donkere tunnel was bij de opening een watergordijn aangebracht dat ophield met stromen als een bootje dichterbij kwam, een effect dat later opnieuw werd toegepast in De Vliegende Hollander. Bij de Piraña werd het al snel uitgeschakeld, alhoewel de buizen nog wel te zien waren. Bij de renovatie van 2014 werd het weer hersteld.
Renovatie en upgrade 2011-2014
Tussen 2011 en 2014 wordt de Piraña, na jarenlang enkel aan klein onderhoud onderhevig te zijn geweest, groots gerenoveerd. Dit gebeurt in twee fases: in 2011 het stationsgebouw, in 2013-2014 wordt de baan aangepakt waarbij de attractie ook gelijk een opwaardering krijgt.
Van april tot juli 2011 wordt het station geheel gerestaureerd. Tijdens de bouwwerkzaamheden wordt iedere gevel voorzien van steigers, die eind april worden bedekt met een levensgroot geveldoek van de Piraña. Dikke lagen oud stucwerk worden van de muur verwijderd en verschillende ornamenten worden, naar het oorspronkelijke ontwerp van Ton van de Ven, opnieuw aangebracht. De houten bruggen die aan Kanovijverzijde tegen het gebouw liggen worden vervangen door nieuw hout en touw, en alle muren worden geschilderd en stevig ingeschaduwd, zoals bedoeld in het oorspronkelijk ontwerp ten tijde van de opening van de attractie.
Het blijft twee jaar stil, maar in de herfst van 2013 gaat de Efteling weer los op de attractie, ditmaal op de wildwaterbaan zelf. Bij deze fase van de renovatie wordt een nieuwe thema-element geïntroduceerd en vrij massaal uitgerold, namelijk dat van de 'waterspuwende god' of 'Dios Gárgola'. Waar in 2011 de ontwerpen van Van de Ven op het stationsgebouw dus slechts werden hersteld, worden ze in de rest van de attractie nu vervangen door nieuwe ontwerpen van Karel Willemen. De waterspuwende god is mogelijk geïnspireerd op de parkeersticker met het attractielogo uit 1983, waarvoor Van de Ven al een waterspuwende godheid tekende. In tegenstelling tot de andere ornamentiek van de attractie is het een eigen ontwerp van de Efteling in een soort eclectische precolumbiaanse mixstijl, en niet een uit de archeologie overgenomen element zoals Van de Ven toepaste. Willemen vervangt alle reliëfs van Tiwanaku-figuurtjes, Casma–Sechin-krijgers en Tula-jaguars uit 1983 door verschillende varianten van de nieuwe waterspuwende godheid, zowel in antropomorfe als dierlijke gedaante. Ook binnen in het station wordt deze thematiek doorgetrokken door een band van schilderingen langs de wanden en nieuwe animaties in de veiligheidsinstructievideos. Hier worden ook de bestaande Tumi-ornamenten veel fraaier aangelicht.
De muurtjes rondom worden tot de grond toe afgebroken en weer opgebouwd en de rotspartijen opgeknapt; de wybertjesmuur wordt vervangen door een houten hekwerk met netten. De inmiddels al enkele jaren gesloten touwbrug over de karpervijver wordt ook geheel verwijderd en opnieuw opgebouwd. Tegenover de ingang van de Bob (nu: Max & Moritz) wordt het bestaande wandelpad omgevormd: er komt een entreepoort aan het Steenbokplein (Max & Moritz Plein) die leidt naar het wandelpad langs traject. Hier was oorspronkelijk ook een kleine tribune gepland maar die is niet uitgevoerd. Er wordt een nieuw groenplan ontworpen voor de omgeving van de baan en de overwoekerende aanplant van struiken en bomen op het eiland tussen de baan door wordt grotendeels weggehaald.
Langs de vaarroute zelf worden als meest spectaculaire weergave van de geïntroduceerde waterspuwende godheid interactieve beelden geplaatst, die mensen op de kant kunnen bedienen. Het lot bepaalt of je de bootjevaarders nat weet te spetteren of zelf een plens in je gezicht krijgt. De wandelroute over het dak naar de Kanovijver wordt hiertoe heropend; het stuk over het middenterrein is opnieuw aangelegd en geeft nu toegang tot twee van deze afgodsbeelden. De twee andere staan aan het pad rechts van de ingang van de attractie.
Het watergordijn aan het eind van de tunnel, dat al een eeuwigheid defect was, wordt in ere hersteld. In het station worden de muren gedecoreerd met bootjevarende poppetjes en de lifthill aan het einde van de rit wordt iets aangekleed met zeilen met Incaprints. Naast ontwerper Karel Willemen is ontwerpcoördinator Peter Koppelmans verantwoordelijk voor het project.[10] Met de renovatie is een budget van 2 miljoen euro gemoeid.[11]
Aanpassingen wachtrij
In juli 2018 werden ankerpunten in de grond aangebracht zodat de wachtrij op erg drukke dagen eenvoudig verlengd kan worden met een extra stuk meandering en het klassieke waarschuwingsbord “Safety First!” in de opstaphal vervangen door een versie met pictogrammen. Voor de start van seizoen 2019 zijn er enkele aanpassingen gedaan aan de vaste wachtrij: buiten zijn drie overkappingen toegevoegd, en in de opstaphal splitst de rij nu in één voor mensen die met z’n tweeën zijn, en één voor grotere groepen. Dit met als doel de boten efficiënter te kunnen vullen.
Renovatie en upgrade 2024
In maart 2021 werd een deel van de rotsen langs het traject (die van de spelonk vlak na de hout-en-touw brug) afgebroken wegens bouwvalligheid. In de maanden daarvoor werden kleinere rotsformaties reeds preventief verwijderd. Ze zouden een gevaar voor de bezoekers kunnen opleveren. Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling was de rotsen meteen te vervangen door nieuwe exemplaren - Karel Willemen maakte al een vergevorderd nieuw ontwerp - werd deze vervanging voorlopig uitgesteld vanwege de financiële situatie van het park door de coronacrisis.
In het najaar van 2023 kwam die vervanging er alsnog, en ook de nog wel staande rotspartijen werden vervangen. Door Willemen zijn nieuwe rotspartijen ontworpen die gedetailleerder zijn vormgegeven en meer gelaagdheid hebben, en meer moeten lijken op echte rotsen uit Midden-Amerika. In de nieuwe rotsen zijn voor de goede kijker gezichten te herkennen. Ze werden gerealiseerd door Impulz Decorum.
Ook werden tijdens de rit nog meer watereffecten toegevoegd. In de eerste tunnel komt mist uit de 'monden van watergoden'. In het rechte stuk direct na de tunnel schieten deze zelfde watergoden waterstraaltjes als pijlen op je af, met bijbehorend geluidseffectje. Een liggende Quetzalcoatl nabij de al bestaande kwijlbeelden spuit periodiek een straal water recht omhoog. De opnieuw ontworpen rotsdoorgang is nu ook voorzien van misteffecten. In de bocht erna versperren twee nieuwe Dios Gargola-beelden de weg met een watergordijn, dat wijkt als je dichterbij dobbert.
In het station werd de actiefotobalie, die de afgelopen jaren onbemensd was, omgevormd tot een klein winkeltje waar je doorheen loopt, Cascada geheten. Hierin zijn nu veel meer Piraña-eigen souvenirs verkrijgbaar dan voorheen het geval was.
De renovatie, die in totaal 8 miljoen kostte, behelsde echter nog meer. Het groenplan werd aangepast. Ook werd de techniek aangepakt. De vier veertig jaar oude pompen werden vervangen door acht nieuwe, kleinere pompen die energiezuiniger zijn. De pompkelder werd hiervoor opnieuw ingedeeld. De besparing op het stroomverbruik van de attractie is zo'n 10%, 34 kilowatt.[12] Een welkome besparing in tijd van stroomtekorten op het netwerk naar de Efteling; ook na deze besparing blijft de attractie echter de grootste stroomverbruiker van het park. Ook kwam er nieuwe besturing, camera's en luidsprekers, en werd alle verlichting vervangen door led.
Op 29 juni 2024 heropende de vernieuwde Piraña, precies op tijd voor de start van het hoogseizoen.
Incidenten
Alhoewel de attractie in principe natuurlijk veilig is, heeft het woeste ongecontroleerde water toch af en toe geleid tot ongelukken. Uiteraard komen er met regelmaat roekelozen te water, maar alhoewel het omslaan van een bootje vrij zeldzaam is, kwam het sporadisch voor.
Op 16 april 1995 kwamen twee bezoekers van 13 en 25 jaar oud onder hun bootje dat gekanteld was toen het samen met een ander bootje tussen de twee draaiende tonnen vast kwam te zitten. Vijf andere passagiers kwamen eveneens te water.
Op 15 mei 2000 raakten drie bezoekers te water. Een losgeraakt rotsblok heeft een ophoping van vijf bootjes veroorzaakt waardoor ze overboord vielen. Een man heeft daarbij zijn schouder gebroken. De attractie bleef de ochtend erna gesloten voor herstelwerkzaamheden en ging om 14.45 weer open.
Op zondagmiddag 14 september 2003 slaat een bootje om waarbij zes bezoekers lichtgewond raken, op dezelfde plek als het incident in 1995. De attractie blijft de rest van het zomerseizoen buiten gebruik voor onderzoek. Aan het begin van seizoen 2004 opent hij weer, voor zover bekend zonder aanpassingen.
In de media
De Piraña is in 1984 het decor voor twee afleveringen van Te Land, ter Zee en in de Lucht. Het televisieprogramma wordt opgenomen op de Kanovijver met het station als achtergrond.
Een verhaal rond de Piraña vinden we op Sprookjesplaat nummer 10. Het handelt over Pralina, Koningin van Protsenstein, die geïnteresseerd is in Azteekse schatten die alleen bereikbaar zijn door een woeste rivier te bevaren.
- ↑ 'Piraña nieuw in de Efteling: de spetters vliegen er vanaf', Nederlands Dagblad, 25-03-1983
- ↑ 2,0 2,1 'Piraña: miljoenenstroom in De Efteling', Het vrije volk, 02-04-1983
- ↑ Kleine Boodschap (podcast) nr 388: In gesprek met Alma Nieto
- ↑ 4,0 4,1 De Vijf Zintuigen: Documentaire Lex Lemmens (2014)
- ↑ Henk Groenen in WWW-nieuws, 31 juli 1999
- ↑ Parkvault.net: Smaller rafts and a Europe debut: Part 3 of our look at River Rapids (30 december 2016)
- ↑ Brabants Dagblad, maart 1984
- ↑ De Stem, 18 december 1982
- ↑ 'Spelevaren op een woeste rivier', De waarheid, 30-12-1982
- ↑ Efteling via YouTube: "Making-of: Piraña - Spectaculaire boottocht in Incastijl - Efteling", 08-04-2014
- ↑ Reportage Omroep Brabant: "Efteling: doel blijft 5 miljoen bezoekers in 2020", 31-03-2014
- ↑ Kleine Boodschap (podcast) nr 360: Champignons buiten knikkeren (20 november 2023)