Diorama | |
---|---|
Klokkenstein | |
Locatie | Marerijk |
Type | Walkthrough |
Ontwerp | Anton Pieck |
Bouwer | Efteling |
Geopend | 25 mei 1971 |
Opvolger van | Waterorgel, Rolschaatsbaan |
Attracties |
Het Diorama is een romantische miniatuurwereld in het Marerijk, gelegen in een verduisterde hal achterin het Carrouselpaleis. Anton Pieck ontwierp deze zeer gedetailleerde driedimensionale wereld met berglandschappen, dorpjes, meren en treinsporen, die in 1971 werd geopend ter ere van het twintigjarig bestaan van de Efteling.
Het woord diorama komt uit het Grieks: dia betekent doorheen en horama is wat gezien wordt[1]. In het Nederlands wordt met een diorama meestal een kijkkast in een museale opstelling aangeduid, vaak gebruikt in bijvoorbeeld natuurhistorische musea om biotopen van opgezette dieren driedimensionaal te illustreren.
Inhoud
Omschrijving
De hal
Het Diorama is te bereiken vanaf het Carrouselplein via de gang tussen de Waterorgelfoyer en de Stoomcarrousel of de gang tussen laatstgenoemde en het Carrouseltheater. Deze gangen leiden naar een hal achter de carrousel waar openslaande deuren toegang geven tot de Dioramahal. Er bevindt zich tevens een ingang aan het pad tussen Symbolica en het Carrouselplein in een soort kasteelmuur, met daarboven in gouden belettering "Diorama".
De hal van 225 m² in oppervlak biedt een aantal zithoeken in de vorm van ouderwetse treincoupés. De ruimte wordt tevens gebruikt voor evenementen, tentoonstellingen en werd tijdens de Winter Efteling van 2001-2002 tot en met 2011-2012 ingezet als pannenkoekenrestaurant. In de hal klinkt speeldoosmuziek. In het midden van de ruimte is het Diorama te vinden.
De attractie
Achter een zestig meter lange glazen wand met balustrade, voorzien van tweeëndertig ruiten in kozijnen, is tegen een berghelling een aansluitende reeks van taferelen opgetrokken rond een centrale, langgerekte kern van geschilderde wolkenluchten. Bezoekers kunnen in de verduisterde Dioramahal om het hele miniatuurlandschap achter glas heenlopen, dat zich centraal in de hal bevindt.
De miniatuurwereld toont typisch Pieckeriaanse ommuurde steden, kastelen op hoge pieken, heuvellandschappen en ongenaakbare rotspartijen met daartussen veel activiteit in de vorm van spoorlijnen die de bergen doorkruisen, kabelbaantjes, autowegen en varende boten op meren. Het grootste deel van het Diorama is aangelicht alsof het een landschap bij dag betreft. Ongeveer een kwart van het geheel is uitgevoerd als een stad bij nacht, en tussen het dag- en nachtdeel is een rotswand geplaatst om het licht te blokkeren. Door de aanwezigheid van auto's en kabelbanen is het totale tafereel met wat goede wil te plaatsen in de vroege twintigste eeuw, maar eerder lijkt het erop dat Anton Pieck bij het ontwerp zijn typerende stijl van negentiende eeuwse stadsgezichten heeft willen verwezenlijken en hierbij her en der naar wens een kleine stap vooruit heeft gezet in de tijd om de attractieve waarde van het geheel verder te verhogen.
Bijzondere elementen in het decor
Wie de tijd neemt om het Diorama in detail in zich op te nemen ontdekt steeds meer bijzondere zaken. Tegen de rotsen van een hoge bergpiek is een groepje bergbeklimmers bezig zich een weg naar boven te banen. Een eindje verderop ligt een ommuurde stad waarvan de poort doet denken aan die van het Herautenplein. Molens draaien op stadsmuren en een cowboy te paard spoedt zich naar elders. Voor het decor van wat bijna een mediterraans aandoend dorpje lijkt, vaart een raderboot van oever naar oever over een meer.
In de toren van een stadje met twee uivormig bekroonde kerken zien we een klok die daadwerkelijk de juiste tijd aangeeft. Een hooggelegen bergstadje viert kermis en circus tegelijk; bewoners zwieren en zwaaien in een reuzenrad, zweefmolen, carrousel en schommelschuitjes. Een Anton Pieckplein in het klein.
In de donkere nacht ligt een stoomschip met zeilen voor anker voor een door lantaarntjes verlichte kade. Een stukje verderop rijdt een jonkvrouw te paard in amazonezit naar een onheilspellend landhuis. Twee, drie huizen in de grote nachtelijke stad staan in brand, terwijl een eenzame dame op een balkonnetje in de verte staart.
Verwijzingen naar de "grote" Efteling
Door de onbelemmerde toepassing van zo veel stijlkenmerken van Anton Pieck is het Diorama een van de meest zuivere attracties in "Eftelingstijl". Op geen plek in het park zijn zo veel curieus gevormde bouwsels, doorgezakte dakjes, bijzondere torentjes en gestucte muren in ingetogen kleuren bijeen te zien. Het is dan ook makkelijk om een link te leggen tussen elementen uit het Diorama en die in de Efteling in het groot. Sommige van deze verwijzingen zullen toevallig zijn (denk aan de overeenkomst tussen sommige van de kastelen in het Diorama en de vormgeving van de bebouwde planeten in Droomvlucht of de vorm van het Spookslot en een ruïne in het donkere deel). Andere, aangebracht bij de renovatie van 2007, zijn zeker bewust geplaatst. Zo bevat het Diorama sinds 2007 onder andere een miniatuurversie van:
- De Enige Echte Efteling Fanfare
- Holle Bolle Gijs
- Het Ganzenhoedstertje
- Zwaan Kleef Aan
- Het Ballonnenvrouwtje
- Varken met clown van de Stoomcarrousel
- De Ganzenfanfare
- Juffrouw van de Borst en haar Weeshuis
- De spoorwegovergangbediende van het Kinderspoor
- Anton Pieck met een schildersezel
Ook is het sprookje van de Rattenvanger van Hamelen uitgebeeld, dat nog niet in het Sprookjesbos vertegenwoordigd is.
Geschiedenis
De bouw van het Diorama startte in 1970 in de drastisch verbouwde, in 1957 achter de Stoomcarrousel geopende schuilloods annex rolschaatsbaan. Tot vlak daarvoor was dit de tijdelijke locatie van het Waterorgel geweest. Bij deze gelegenheid kreeg de Dioramahal het karakteristieke uiterlijk met de bijzondere plafondornamenten.
Op 25 mei 1971 werd het Diorama geopend. De kleindochter van Anton Pieck, Els,[2] mocht de attractie in werking stellen met behulp van een druk op een knop. Treinen, boten, molens en autootjes zetten zich in beweging en het ademloze publiek kon vanaf dat moment langs het glas schuifelen om zelf weg te dromen bij die kleine wereld.
In Kroniek van een Sprookje lezen we hoe de Efteling het Diorama aanprees in een advertentie:
Een driedimensionale miniatuurwereld vol spanning, fantasieën, en bedrijvigheid. Met uren ademloos kijkgenot. Kom dus kijken. Ook al regent het. In het Diorama van de Efteling zit u altijd droog.
In 1984 werd de zijkant van de Dioramahal flink aangepakt en kreeg de attractie hier een eigen ingang: een lange gang bedoeld om het licht buiten te houden, met aan de buitenzijde een soort kasteelmuur, met daarboven in gouden belettering "Diorama". Aan weerszijden van de nieuwe gang kwamen twee grote opslagruimtes, het bestaande toiletblok werd ingebouwd. Langs deze gevel liep een groot pad richting het Spookslot dat uit kwam op het plein voor de attractie. Schuin achter het diorama, aan de route, lag een flinke siertuin waar kleinere paden doorheen liepen. Het pad werd bij de aanleg van de Pardoes Promenade grotendeels weggehaald en aan dit nieuwe pad gekoppeld.
2007 bracht het Diorama een grootscheepse renovatie, eigenlijk geheel tegen de toen geldende verwachtingen rond de toekomst van de attractie in. Met hulp van oud-medewerkers werd zowel de techniek als het landschap van de attractie aangepakt. Het spoorsysteem werd vervangen door dat van Fleischmann, tientallen beschadigde of gescheurde decorelementen werden hersteld, sneeuw werd weer wit en weides weer groen. Ook werd in 2007 middels miniatuurtjes een aantal bijzonder aardige verwijzingen naar zaken elders in de Efteling toegevoegd.
De vernieuwing van het Diorama bracht ook aanpassingen aan de hal mee. Om praktische redenen werd de vloerbedekking vervangen door glanzend vloerzeil. De eenvoudige banken in nissen die zich in de zijmuren bevonden werden vervangen door zithoeken. Deze setjes banken met bagagerekken erboven wekken de suggestie losstaande treincoupés te zijn, vermoedelijk om in te haken op het 'treinthema' van de attractie. De zithoeken bieden meer zitgelegenheid dan voorheen, maar zijn tevens dermate krap dat er op de meeste dagen weinig bezoekers te vinden zijn.
In 2024 hielden muizen flink huis in het Diorama. Het stadje met de windmolens op de ommuring werd door de knaagdieren bedekt met een hele laag weggevreten piepschuim. In augustus van dat jaar werd één en ander provisorisch hersteld en opnieuw geschilderd.
Muziek
Vanuit luidsprekers in het plafond klinken elf korte speeldoosmuziekjes, samen goed voor een doorlopende track van ongeveer 10:30 minuten. De muziek is afkomstig van een verzameling antieke speeldozen van een vriend van Anton Pieck, opgenomen door Dré Broeders.
Slechts twee van deze nummers zijn te vinden op de cd's van de Efteling.
Tijdens de Winter Efteling wordt de soundtrack vervangen door de speciale Winter Efteling-soundtrack met extra stoomtreingeluiden.
Bouw, techniek en schaal
De schaal van het Diorama is bijzonder: op de voorgrond zijn alle elementen veel groter uitgewerkt (ongeveer schaal 0e (1:45) waarbij de "e" staat voor smalspoor) dan op de achtergrond, waar qua treintjes gebruik gemaakt is van schaal "H0" (1:87). Dit schaalverloop geeft het Diorama extra dieptewerking. De gebruikte modelspoorrails is wel overal schaal 1:87, maar er rijden verschillende maten modeltreinen op.
Vrijwel heel het Diorama is gemaakt uit piepschuim, gips, hout en verf. Aan de bouw van de attractie werkte ook de latere creatief directeur Ton van de Ven volop mee. Hij had net enkele jaren in Duitsland gewerkt. Bij zijn terugkeer bij de Efteling kreeg hij de leiding over het team dat de realisatie van de attractie op zich kreeg. Door de opgedane kennis uit Duitsland wist Van de Ven precies welke technieken en materialen de beste keuzes waren om de miniatuurwereld op te bouwen. Hij ontwierp ook enkele details van de attractie. Her en der zijn naast het Efteling-maatwerk ook standaard modelbouwmaterialen gebruikt, zoals de kabelbaantjes, de bomen op de achtergrond, de lantaarnpalen in de nachtelijke stad en sommige kleinere figuurtjes op de achtergrond (in schaal 1:87).
Henk Smulders tijdens de bouw in de scène
Hoewel de hoeveelheid sporen anders doet vermoeden is de wezenlijke structuur van de treinenloop van het Diorama niet complex. De treintjes rijden op in totaal zeven enkelsporige, gesloten cirkelcircuits die deels aan het oog onttrokken zijn door de grote bergrug tegen de middenkern van de attractie. Sommige circuits zijn kort (zoals het stadslijntje in de donkere stad), terwijl het circuit op de bergachtige achtergrond van de lange "dagzijde" van het Diorama één lange rails met stijgen en dalen, bruggen en tunnels is. Het treintje dat dat traject rijdt duikt steeds weer op een andere plek op uit een tunnelportaal, soms maar voor enkele seconden.
De treintjes rijden sinds de renovatie in 2007 op Fleischmann Profi-rails, een systeem op basis van 14-volt gelijkstroom. Tot 2007 werd het wisselstroomsysteem van Märklin gebruikt dat met sleepcontacten en voeding via een midden(punt-)rail werkt. De in 1970 (in het jaar van de bouw van het Diorama) door Märklin geïntroduceerde schaal 1:45 "Minex" treintjes die op de voorgrond reden werden al in 1973 weer uit productie genomen door de Duitse fabrikant. Lex Lemmens is afgereisd naar de fabriek om alle daar resterende voorraden mee te nemen voor onderhoud en vervanging. Hier kon men nog jaren mee verder; bij de renovatie koos men uiteindelijk voor Fleischmann omdat hun treinen uit de productlijn "Magic Train" ongeveer dezelfde uiterlijke verhoudingen hadden maar wel duurzaam leverbaar waren. Men gebruikte de onderstellen van Fleischmann maar behield de kappen van de Minex-locomotieven. Zo bleven ze er uiterlijk ongeveer hetzelfde uitzien. Twee jaar later stopte ook Fleischmann met schaal 0e en in 2019 ook met schaal H0. De H0-locomotieven worden nu geproduceerd door Roco, wat een ander merk van hetzelfde moederbedrijf als Fleischmann is.
Tot deze renovatie halterden de treinen ook bij de stations, waarbij zelfs enkele armseinen in werking waren die aangaven wanneer de trein weer kon vertrekken. Sinds 2007 rijden de treintjes hun rondjes zonder oponthoud, wellicht in een poging om de bedrijfszekerheid van het materieel te vergroten dat daardoor niet steeds opnieuw hoeft te starten.
Voor diverse waterpartijen in het Diorama gebruikt de Efteling echt stromend water, een techniek die weinig wordt toegepast in de modelbouw omdat water zich lastig laat "schalen" en de omgeving snel aantast.
Regelmatig onderhoud
Voor onderhoudswerkzaamheden is het Diorama op twee manieren toegankelijk. Alle ramen aan de buitenkant zijn te openen middels een sleutel en hebben scharnieren aan de bovenkant, zodat ze open kunnen klappen. Op die manier is de verlichting in de bovenrand toegankelijk en kan het spoor op de voorgrond bereikt worden. Via een smalle deur op de korte zijde van het Diorama is ook het interieur toegankelijk. Een lange gang strekt zich uit over de lengte van de hele constructie en biedt toegang tot de sporen achter de schermen waar treintjes rijden als ze voor de bezoekers een tunnel in duiken. Vanaf hier is ook op een aantal plaatsen een kijk- en onderhoudsgat in het decor toegankelijk, soms verborgen middels uitneembare delen van een stadje of gebouw.
Een grote modelspoorbaan met treintjes vergt elke dag wel wat aandacht: treintjes rijden van de rails of staan net op een dood of vuil punt van de rails stil in de nacht en de koolborsteltjes van de kleine elektromotoren slijten door het continue rijden. Tijdens de eerste decennia van haar bestaan werd het Diorama onderhouden door Eftelingmedewerker Sjaak Verheugd[3] die persoonlijk toezag op de correcte werking. Zo rond 2000 nam de aandacht voor het Diorama-onderhoud nogal af, en werd een deel van de taken ondergebracht bij het personeel dat toch al bij de Stoomcarrousel stond. Zij dienden dagelijks de treinen te controleren en waar nodig weer op de rails te zetten.[4]
Hoewel de renovatie van 2007 het Diorama ook bedrijfszekerder had moeten maken bleek hiervan in de praktijk in de jaren daarna weinig terecht te komen. Het aantal rijdende treinen nam eerder af dan toe, met als dieptepunt een regelmatig volledig treinloos landschap vanaf 2010. In het voorjaar van 2015 werd hier actie op ondernomen door weer een specifieke medewerker verantwoordelijk te maken voor het regelmatige klein onderhoud.[5] Sindsdien rijden de treintjes weer en worden ook veel andere bewegende delen regelmatig gereviseerd.
Het is duidelijk dat de attractieve waarde van het Diorama voor jong en oud enorm toeneemt wanneer er her en der in het schitterende decor treinen zijn te volgen die opduiken uit tunnels en van achter bergen.
Wetenswaardigheden
- Eén van de wandelbruggen over het spoor in de eerste scène is doorgezakt. Er is een nieuwe, houten loopbrug naast gebouwd. Deze scène is per ongeluk ontstaan toen één van de medewerkers op deze brug ging staan en Anton Pieck het resultaat zo romantisch vond, dat hij de gebroken brug wilde behouden. Deze anekdote was op het jubileumbord te lezen dat in 2002 bij de ingang van de attractie stond.
Externe link
- Het Diorama op het Wonderlijke WC Web
- ↑ Elseviers Grote Winkler Prins 9e editie
- ↑ Uitnodiging voor de officiële opening van "Het Diorama", zoals getoond in "Herinneringen aan Theo Hochwald"
- ↑ Comment Kabouter Krabbel op Wikipedia 5 sept 2006, later verwijderd
- ↑ Werkinstructie Carrouselpaleis
- ↑ Eftelist: Diorama bomvol treinen!, 2 mei 2015