Henk Smulders | |
---|---|
Smulders begin jaren zeventig | |
Volledige naam | Henk Smulders |
Geboren | 1925 |
Overleden | 1994 |
In dienst | 1961 |
Uit dienst | 4 maart 1990 |
Beroep | vormgever |
Personen |
Henk Smulders (Tilburg, 1925 - aldaar, 1994) was vormgever en later voorman van de vormgevers bij de Efteling, van 1961 tot 1990. Hij werkte aan zeer uiteenlopende zaken, van een olifantenbeeld tot aan de meest geavanceerde animatronics.
Inhoud
Modelleren van een olifant
Via een loopbaan als manusje van alles, frietbakker, beeldjesspuiter, marktkoopman en modelleur van eigen creaties, kwam hij bij de Efteling terecht omdat het park op zoek was naar een vormgever voor een te modelleren olifant bij het Kinderbad. Nadat Anton Pieck zeer tevreden was over het resultaat kwam hij in vaste dienst.[1]
Zijn werk voor de Efteling
Hij modelleerde en vervaardigde technieken voor het huisje van de Grootmoeder van Roodkapje, De Indische Waterlelies en vrijwel alle attracties die zouden volgen tot zijn afscheid in 1990. Hij werkte veel samen met Joop de Bont en Peter van Ostade. Alhoewel hij van huis uit geen technicus was, bemoeide hij zich en experimenteerde hij veel met techniek om de bewegingen te kunnen realiseren die hij wilde. Hij bedacht de bewegingen die de meeste figuren in Fata Morgana moesten maken, die in nauwe samenwerking met technici zoals Mari van Heumen werden uitgevoerd.
In 1978 sprak hij de stem van Matroos Gijs in.
Ontwerpers over Smulders
Ontwerpers zijn zeer over hem te spreken. Zo zegt Henny Knoet over hem in de Kroniek van een Sprookje: "Henk Smulders met zijn gevoel en sentiment en enorme drang het onmogelijke te presteren". Tegenover Eftelist zegt hij: "Hij was ook degene die het als grote uitdaging zag om figuren tot leven te brengen" en "Hij ging daar heel ver in: hij zou een combinatie gaan uitvinden tussen hydrauliek en pneumatiek. Hij was daar zelfs thuis mee bezig, met een draaibankje in de keuken."
Ton van de Ven vertelt tijdens een persconferentie in 2002 over hem:
Snel groeide hij uit tot de man met de vuilste jas, een ereteken dat hij terecht mocht dragen. De bewegingen van onze poppen vond hij wat magertjes. Zijn fantasie ging veel verder, en voor een man die tot aan zijn dood aan een perpetuum mobile gesleuteld heeft is dat te begrijpen. Hij modelleerde de Wolf van Roodkapje, en begon uit eigen beweging mechanieken in te bouwen met een passie die niet te beschrijven is. Hij maakte de werkplaats van de geschrokken techneuten tot zijn domein, en terwijl de gebroken boortjes in de rondte vlogen en diverse bloedende vingers van pleisters moesten worden voorzien, ontstond een werkende machine uit schroot en oude motoren, die de Wolf zo'n overtuigend karakter gaf, dat iedere techneut er stil van werd.
De voorzichtige kritiek dat sommige delen niet volgens de Technische Bijbel waren aangebracht nam hij zich ter harte met de opmerking: "Moakt 'm maar beter. Ge ziet nauw wat ie ken", waarna de roboticadiscipline weer terecht kwam waar ze thuishoorde. En zo beweegt de wolf nog steeds met een degelijke techniek, maar het wondertje van Smulders werd niet geëvenaard.
Wetenswaardigheid
- Smulders werkte ook als zelfstandig beeldhouwer en maakte in 1986 een beeld van de Tilburgse 'Kruikezeiker', die in brons wordt gegoten in de gieterij van Jan Melis. In de jaren zestig was hij de eerste die het inmiddels bekende Kruikezeiker-figuur ontwierp en er een beeld van maakte.[1]