De Zes Zwanen
Slot en zwanen
Het slot en de zwanen
Geopend 28 sept 2019
Gebaseerd op De Zes Zwanen
Opgetekend door Gebroeders Grimm
Ontwerp Sander de Bruijn
Muziek René Merkelbach
Ingesproken door Wieteke van Dort
Figuren Elisa, 6 zwanen
Opvolger van remise
Vorige Het Bruidskleed van Genoveva
Volgende Assepoester
Sprookjesbos, overzicht

De Zes Zwanen is een sprookje over zes broers die betoverd zijn tot zwanen en hun zus Elisa die hemdjes moet breien van asters om ze te bevrijden. Het werd opgetekend door de gebroeders Grimm onder de titel "Die sechs Schwäne" en werd opgenomen in Kinder- und Hausmärchen onder nummer 49. Er zijn veel variaties van het verhaal, alsook gelijkende sprookjes waaronder "De wilde zwanen" van Andersen.

In de Efteling is het de negentiende uitbeelding op de route in het Sprookjesbos, tussen Het Bruidskleed van Genoveva en Assepoester. Op een rots staat een kasteeltje met een opvallende toren, waarvan de totale vorm aan een zwaan doet denken. Ervoor ligt een vijver waar je kunt plaatsnemen in één van de zes zwanen die rondjes varen. Het is het enige sprookje in het bos dat een transportsysteem heeft. Het is echter ook mogelijk het gebouw te voet te betreden. Het sprookje werd gebouwd in 2019 voor een bedrag van € 2,5 miljoen.

Uitbeelding

Prinses Elisa, hemdjes, asters, zwanen en stilte: de belangrijkste ingrediënten van het sprookje

Landschap

Het kasteeltje met de zwanen bevindt zich aan een wat verborgen liggende open plek in het bos, in lijn met de tekst van het sprookje (waar het slot alleen met hulp van een magische kluwen te vinden is). Middels het gebruik van coulissen als een kronkel in het pad en een coniferenhaag ontvouwt de open plek zich als een verrassing om het bouwwerk te tonen. In het landschap is een beekje aangelegd, ingebed in kleurige Franse natuursteen. Langs het water zijn (uiteraard) asters geplant en is veelvuldig gebruik gemaakt van naaldbomen en enkele bijzondere planten als de Sassafras-boom. Hoogteverschillen, dijkjes en strategisch geplaatst winterhard groen onttrekken nabijgelegen elementen als de duiventil van Genoveva, de spoorlijn en de achterkant van De Nieuwe Kleren van de Keizer grotendeels aan het zicht.

Langs de paden rond het sprookje staan robuuste houten en gebeitste lantaarns; een enkelvoudige variant van de door Henny Knoet ontworpen lantaarns op het Herautenplein die daar sinds 2000 voor verlichting zorgen. Je loopt naar dit vrij afgeschermde gebiedje vanaf de uitgang van de grot van Sneeuwwitje; na je bezoek kom je, de route volgend, uit in de tuin van het landhuis van Assepoester. De hekjes en andere noodzakelijkheden rond het sprookje zijn vooral uitgevoerd in Pieck blauw en -beige, net als twee grotere stalen lantaarns bij de opstapsteiger. De paden bij De Zes Zwanen zijn voor een deel niet bestraat met klinkers zoals gebruikelijk in het Sprookjesbos, maar van bruin beton. Hierin zijn afdrukken van de zwemvliezen van (grote) zwanen te ontdekken. Er is bewust gekozen voor een materiaal dat zich meer leent om de setting van 'bospad' na te bootsen.

In het gebiedje klinkt rustige harpmuziek met van tijd tot tijd ook geluidseffecten als 'soundscape'. Deze veranderen ook naargelang de dag verstrijkt. In de ochtend klinken er bijvoorbeeld kwakende kikkers, het trompetteren van wilde zwanen en het fluiten van zangvogels; in de avond klinken er krekels en huilt soms in de verte een wolf. Ook het wapperen van zwanenvleugels is te horen.

Vaartochtje

Wie vanaf het 'bospad' over een bruggetje recht op de vijver voor het kasteeltje afloopt kan linksaf naar de wachtrij om het sprookje per zwanenbootje te bezoeken, of rechtsaf om het sprookje te voet te betreden. Voor de wachtenden is voorzien in een korte meandering met één slinger. Bij de instap van de bootjes staat een bordeauxrood controlehokje op een onderbouw van ijsselsteentjes. Het hokje dat voorzien is van sierlijsten biedt plaats aan de bediener van de vaartocht. Op het huisje hangt een bordje dat qua vormgeving een variant is op de waarschuwende Aangeraden wordt te passen...-bordjes elders in het park; ook hier drie figuren, met links een bouwsel, alleen in silhouet. De boodschap is echter heel anders:

Bordje met toelichting Koninklijke Garde als 'Aangeraden wordt te passen...-variant'

In en om het slot houdt hier, zoals U vast al dacht
De Koninklijke Garde, met strenge hand de wacht

De figuren op het bordje lijken de heks, de door de koning ingestelde bewaking, en één van zijn zonen voor te stellen, allen bij het slot (herkenbaar aan het afdakje), in de situatie van het eerdere deel van het sprookje waar de koningskinderen nog niet betoverd zijn door hun stiefmoeder.

Het controlehuisje doet stevig mee in deze Garde-thematiek door de vormgeving als wachtpost: binnen liggen bepakking, bepluimde bontmutsen en een hoorn van de Koninklijke Garde. Een kruik van een soort koningsfiguur maakt de thematische inrichting tegenover het bedieningspaneel van de attractie af.

Per drie zwanen wordt de bootjesmolen geladen, waarbij steeds per zwaan drie kinderen, twee volwassenen of twee volwassenen en een klein kind mee kunnen. Kinderen korter dan 1,10 meter mogen alleen onder begeleiding van een volwassene varen. Bezoekers met een handicap kunnen niet meevaren - bij een ontruiming dien je in het slot zelf op de kade te kunnen stappen. Wel is de wandelroute toegankelijk. De twee sets van drie zwanen kunnen onafhankelijk van elkaar hun rondje maken: drie zwanen varen dus rustig rond terwijl de andere passagiers laten instappen. De zwanen hebben een ruime lage instap aan de kadezijde. Een tochtje duurt ongeveer 80 seconden, en je vaart tegen de klok in door het slot.

De zwanen zijn prachtige sierlijke voertuigen die gemodelleerd zijn naar knobbelzwanen (Cygnus olor), maar dan duidelijk met wat meer Pieckeriaanse krullenflair dan in de natuur. De veren zijn gedetailleerd uitgewerkt op de vleugels, en allemaal dragen ze een met ranken gedecoreerde sjerp als verwijzing naar hun status als getransformeerde koningskinderen. Middels variaties in deze sjerpen en de stand van de kop zijn alle zwanen ook net even anders. Midden in de zwaan is een bankje geplaatst waarop bezoekers achter elkaar kunnen plaatsnemen.

In de nabijheid van de wachtrij klinkt van tijd tot tijd een instructietekst over het meenemen van bagage, ingesproken door Wieteke van Dort:

Attentie waarde gasten. Neem je bagage mee tijdens de rondvaart. Attention dear guests. Please take your bags with you during the boat tour.

Exterieur

Zicht op het slot

Het slot prijkt op een stevige rotspartij die qua afwerking uit een sedimentair kalkgesteente lijkt te bestaan. Her en der in de spleten groeien (kunst-)mossen en -varens. Middels het gebruik van 'forced perspective' (hoge delen zijn kleiner van schaal dan lage) lijkt het slot groter en hoger dan het in werkelijkheid is. Het kasteel zelf bestaat uit drie bouwdelen: het linkerdeel met een erkertorentje en zadeldak, een hoge toren en een bordes met kantelen waaronder de vaar- en wandelentrees zich bevinden. Het geheel heeft met wat goede wil de vorm van een zwaan.

Het slot en opstapperron

Het linkerdeel is voorzien van klokgeveltjes, een arkeltorentje en gotische vensters. De toren zelf heeft de nodige ringvormige geledingen, twee opvolgende uivormige spitsen en romantiserende zijtorentjes. Het bordes is voorzien van sierlijke lantaarns en in tegenstelling tot de rest van het slot grotendeels niet bedekt met 'stucwerk', waardoor de natuursteenblokken waaruit dit is opgetrokken zichtbaar zijn. Natuurlijk is het geheel echter gewoon gemodelleerd in betonmortel. Alle daken zijn bedekt met rode tegelpannetjes. De voetgangersuitgang van het slot bevindt zich daar weer rechts van en wordt gesierd door twee grote bolvormige ornamenten; de zwanenbootjes verlaten het slot via een rotspoort helemaal links. In totaal beslaat het slot een oppervlak van 350 vierkante meter.

Windwijzer met dubbele adelaar op de toren
Op borden in het slot vinden we extra heraldiek zoals ridderhelm en zwaan

Op de hoogste toren, met een hoogte van 15 meter, prijkt een windwijzer in de vorm van de dubbelkoppige adelaar van het Heilige Roomse Rijk, het gebied waar de Sprookjes van Grimm (en dus ook 'De Zes Zwanen') werden verzameld. In het midden van deze adelaars is een sleutel te zien, wellicht als verwijzing naar de belofte van stilte van Elisa of de (vermeende) veiligheid die de koning zijn kinderen in het slot wilde bieden. Op het linker arkeltorentje vinden we deze heraldische symboliek ook terug als een verguld vaantje, evenals op een torentje meer achteraan. Het komt elders in het sprookje ook veelvuldig terug op voorwerpen en decoraties.

Het slot heeft op meerdere punten dezelfde iets overhangende kantelenrijen met daaronder ondersteunende romaanse boogjes als we die kennen van bijvoorbeeld het kasteel van Doornroosje en het Spookslot.

Interieur van het slot

Per boot

Elisa en haar taak

Zodra bezoekers in een zwanenbootje het slot binnenvaren bevinden deze zich na een korte kasteelgang in een ruime grot, duidelijk gelegen in de rotsen diep onder het bouwwerk. Het natuurlijk gevormde gewelf met druipsteen wordt gestut door zuilen die een enkele travee van een gotisch kruisribgewelf dragen. De zuilen hebben eenvoudige, ongedecoreerde kapitelen zoals we die ook kennen van het kasteeltje van Doornroosje en de gaanderij van het Meisje met de Zwavelstokjes. Op de rechter oever van het water voert een stenen trap omhoog naar een zware deur die toegang lijkt te geven tot de hoger gelegen delen van het slot. Naast die trap, op een rots vol paarse en lichtblauwe asters, breit het prinsesje Elisa in stilte geconcentreerd aan de hemdjes van bloemen. Naast haar stroomt over rotsen wat water naar beneden. Zodra de bootjes in de buurt zijn richt Elisa zich op als in herkenning van haar betoverde broers de zwanen, stopt even met breien, en fonkelen het hemdje en de asters om haar heen met een magisch licht.

De scène wordt verlicht door enkele kaarsen, natuurlijk licht van buiten via de uitgangsboog en een blauw licht dat oogt alsof het weerkaatst op het water in de grot.

Borduurdetail op jurk Elisa

Elisa is een blond meisje met sierlijke koninklijke kleding: ze draagt een nachtblauwe jurk van een zijdeachtige, licht glanzende stof met pofmouwen bezet met parels in een netstructuur. Hieronder draagt ze een lichtblauw onderkleed van brokaat, geweven met patronen van planten en afgezet met kant. Onderaan de rand van de nachtblauwe jurk is een band van borduursel van afwisselende bloemen aangebracht; ook draagt ze asters in heur haar. Met de breinaalden in haar handen werkt ze aan een volgend hemdje voor één van haar broers. Dat bestaat uit een complex weefsel van allerlei onderdelen van de aster, met een heraldisch schildje voorop. De bewegingen van de animatronic zijn vrij eenvoudig: beide handen maken een enkelvoudige draai als suggestie van het breien, ze richt zich op, en knikt het hoofd.

Nadat ze zich heeft opgericht klinkt een deel van de vertelling van het sprookje door Wieteke van Dort:

"Zes hemden moet jij breien, om je broertjes terug te krijgen!
Van bosasters in plaats van wol, gehuld in een stilzwijgen!"

Het meisje kwijt zich van haar taak, in al haar eenzaamheid.
Zij lacht niet en zij spreekt geen woord, uit liefde toegewijd.

In de grot bloeien zo'n 600 asters in paars en lichtblauw. Wanneer de bootjes Elisa voorbij zijn, is rechts tussen de asters, naast een lantaarn, nog een reeds gebreid hemdje te zien.

Via een rotsboog varen de zwanenbootjes het sprookje weer uit om terug te keren naar opstapplaats.

Te voet

Elisa te zien vanuit de kijkruimte

Wie te voet het sprookje bezoekt loopt het slot binnen onder een afdakje geflankeerd door twee hangende flakkerende lantaarns. Een bochtige gang van grote, deels gestucte steenblokken en een donker balkenplafond, leidt het kasteel in. De kasteelgang is verlicht met dezelfde lantaarns, hier geplaatst in spitsboognissen. Links naast de ingang is een als houtsnijwerk vormgegeven beeldje van een soldaat der Koninklijke Garde –die het slot bewaakten– te vinden op een sokkel aan de muur. Het heeft uiterlijk veel overeenkomsten met de wachters op de Soldatenpoort. Erboven is in het plafond de onderkant van een trap te zien. Een eindje verderop rechts bij de ingang van de kijkruimte vinden we een kastje (met Pieckeriaans loerende gezichtjes op de bovenhoeken) met daarin zwaarden van de Garde in mooie schedes. Proviand zoals gedroogde vleeswaren hangt her en der nog, wellicht bedoeld voor de wakende soldaten.

Eenmaal in de kijkruimte biedt een raam in een nis met drie spitsbogen zicht op hetzelfde tafereel als vanuit de zwanenbootjes te zien is. Elisa kwijt zich van haar taak; de zwanen varen voorbij. De volledige vertelling van het sprookje is in het hele binnenwandelparcours te horen. De muziek klinkt hier in zijn volle orkestratie met cello; ook horen we het geluid van druppels water en de tikkende breinaalden van de prinses.

Op een plankje aan de muur van de kijkruimte staan nog wat spulletjes van de Garde of de koningskinderen uit de tijd van voor hun betovering, toen het slot hun toevluchtsoord was: prachtige bordjes met wapens en tinnen bekertjes hangen aan de muur. Vlak voor de uitgang hangen vier melkbussen aan het plafond; in dezelfde kleurstelling als die in het Melkhuysje van Baron 1898. De route van het sprookje loopt vanaf hier door een andere boogdoorgang weer naar buiten, het bos in.

Muziek


Fragment uit de muziek

Componist René Merkelbach schreef voor het sprookje een eenvoudige maar fraaie compositie in driekwartsmaat. Deze klinkt zowel buiten rond de vijver als binnen in het slot. De orkestratie bestaat voornamelijk uit twee harpen en zes cello's, waarmee op een melancholische wijze de eenzaamheid maar ook standvastige volharding van Elisa in muziek gevat is. Naast deze twee hoofdinstrumenten is er begeleiding van piano, de belletjes van de celesta en (synthetisch) koor. Volgens Merkelbach staat de piano voor Elisa en haar hoop, de harpen voor het water maar ook de bedrijvigheid van het breien, en het wat lagere geluid van de cello's voor haar broers.

De volledige orkestratie klinkt alleen binnen, te horen voor wie vaart of lopend het slot betreedt. Buiten is de muziek beperkt tot de harpen. De muziek duurt ongeveer vier minuten. Merkelbach was ook verantwoordelijk voor de rest van het sounddesign van het sprookje.

De originele muziek is door de Efteling nog niet gepubliceerd, maar een live-uitvoering door het Metropole-orkest is als onderdeel van het album Efteling in Concert sinds december 2022 wel te vinden op de streamingdiensten.

Vertelling

Elisa en asterhemdje

In het slot klinkt naast de rustige harp- en cellomuziek ook een korte vertelling op rijm, ingesproken door de klassieke Efteling-stem van Wieteke van Dort. In het wandeldeel hoor je de volledige tekst, tijdens de vaart alleen de laatste twee strofen.

Een koning had zes zonen en een lieve dochter klein.
Maar toen de vorst hertrouwde mocht dit zo niet langer zijn.

Zijn nieuwe vrouw, jaloers en ijdel, zou de kinderen haten.
De koning borg ze in een slot, moest hen daar achterlaten.

De koningin ontdekte dit, en was belust op wraak.
Zij toverde de broers tot zwanen, het meisje kreeg een taak.

"Zes hemden moet jij breien, om je broertjes terug te krijgen!
Van bosasters in plaats van wol, gehuld in een stilzwijgen!"

Het meisje kwijt zich van haar taak, in al haar eenzaamheid.
Zij lacht niet en zij spreekt geen woord, uit liefde toegewijd.

Winter Efteling

Tijdens de Winter Efteling zijn groene guirlandes aan de kasteelmuur gehangen met (uiteraard) witte en paarse asters erin.

Geschiedenis

Eerste plan van Anton Pieck

Suggestie van Pieck voor de uitbeelding

Anton Pieck maakte al eind jaren zestig een ontwerp voor dit sprookje als één van de alternatieven om De Dansende Dolfijn op te volgen.

In het decortje van de voormalige Liefdesbron was, na verplaatsing naar het Sprookjesbos, sinds 1964 De Dansende Dolfijn te vinden. Na zes jaar moest dat zoogdier alweer het veld ruimen, en Pieck maakte een suggestie voor twee invullingen: de Kleine Zeemeermin van Andersen en De Zes Zwanen van Grimm.

Pieck maakte voor het Sprookjesbos veel gebruik van zijn eerder werk voor De Sprookjes van Grimm, maar in dit geval voldeden die illustraties niet: voor dat boek tekende hij een kluwen garen, en een silhouet van de zwanen die langs een kasteeltje vliegen. Piecks voorstel is daarom een nieuwe tekening van hoofdrolspeelster 'Elisa', een blonde jonge vrouw die gezeten in een bed van paarse asters nijver aan het breien is. Om het bloembed ligt een watertje waarin zes witte zwanen hun rondjes zwemmen. De tekening is te vinden op pagina 18 van Kroniek van een Sprookje.[1]

Dit plan werd toen niet uitgevoerd, de voorkeur ging naar de andere optie: de Kleine Zeemeermin.

Ideeën voor verschillende sprookjes

Idee voor ritsysteempje in het Kabouterdorp van Robert-Jaap Jansen

Vanaf ongeveer 2014 begon de Efteling concreter na te denken over nieuwe uitbreidingen van het Sprookjesbos. Dit gebeurde in het project Sprookjesrijk, waarin een masterplan werd gemaakt voor uitbreidingen binnen en buiten de grenzen van het bestaande bos. Als eerste kwam hier Pinokkio uit voort (2016). Als vervolg werden in 2017/2018 in korte tijd door alle ontwerpers schetsmatig uitgewerkte ideeën aangedragen - hierbij zou het bijvoorbeeld zijn gegaan over De Rattenvanger van Hamelen of Jaap en de Bonenstaak, maar ook een bibliotheek van de Sprookjessprokkelaar behoorde tot de mogelijkheden. Vrij dicht bij uitvoering kwam een plan voor een uitbreiding van het Kabouterdorp met een ritsysteempje, Het Geheim van de Kaboutermijn. Uiteindelijk ging de voorkeur wel naar een ritsysteem, maar dan op een andere plek en op basis van De Zes Zwanen.

Ontwerp Sander de Bruijn

Vignet De Zes Zwanen

Het oorspronkelijke ontwerp van Anton Pieck was voor Sander de Bruijn de aanleiding om dit sprookje te kiezen als zijn eerste toevoeging aan het Sprookjesbos, gepland voor opening in 2019. In een interview voor het magazine Wonder zegt hij:

Die schets [van Pieck] is altijd in mijn hoofd blijven hangen. Het verhaal fascineert mij enorm. Ga maar eens een hemdje breien van bloemetjes. Zo poëtisch! Die verwondering wil ik graag overbrengen op onze gasten. Ook hadden we de wens om het sprookje dit keer op een andere manier te laten zien dan lopend langs een tafereel achter een raam. De zwanen in het verhaal brachten ons op het idee voor een vaartocht.[2]

Op 21 september 2018 kondigde de Efteling aan dat het sprookje wordt toegevoegd aan het Sprookjesbos, tussen Sneeuwwitje en Assepoester. Bij deze aankondiging werd ook verwezen naar het bestaan van het eerdere Pieck-ontwerp. Meteen is duidelijk dat het nieuwe sprookje een stuk grootser van opzet zal worden dan de versie van Pieck.

Ook Anton Pieck had een Herinnering aan Rothenburg

De Bruijn wilde eerst bezoekers ook over het slot laten lopen in plaats van er doorheen. Dit idee ging om funderingstechnische redenen al snel van tafel.[3]

In november 2018, wanneer de bouw start, publiceert het Efteling Blog een langer artikel over de komst van het nieuwe sprookje, waarin al een en ander wordt toegelicht: de scène binnen zal zich afspelen in de gewelven van het slot van de koning. De hoofdfiguur Elisa zal daar breien te midden van honderden bosasters. Voor het moment dat de bloemen een gebreid hemdje vormen zal een combinatie van technieken worden toegepast, die elk al reeds elders in de Efteling gebruikt worden. Het tafereel is vanuit een andere hoek te zien als je het te voet bezoekt dan wanneer je er met een zwanenboot langs vaart. "Subtiele geluidseffecten" klinken in en op weg naar het sprookje. Er zal niet worden gesproken, zodat het ook te volgen is voor de internationale gasten.[2] - Dit laatste blijkt in de uiteindelijke uitvoering herzien: er is wel degelijk een korte vertelling op rijm toegevoegd.

Een aster en een stuk breiwerk

Ook onthult het blog een en ander over de achtergronden van het ontwerp: het kasteel heeft een hoge toren met uivormige spits en is gelegen aan een vijver. Voor de architectuur van het bouwwerk heeft De Bruijn inspiratie gehaald uit andere kastelen in het bos, maar ook uit het Duitse plaatsje met hoog Anton Pieckgehalte, Rothenburg ob der Tauber.[2] De hoge toren speelt ook een rol om het bewust wat verborgen liggende slot toch zichtbaar te maken vanaf het Herautenplein, en zo bezoekers de lus van het sprookje en Assepoester in te lokken.[4]

Van het sprookje werd een maquette gemaakt. Pas toen deze klaar was werd duidelijk dat de trap in het decor, die eerst achter Elisa door zou lopen, beter een stukje kon worden opgeschoven, waardoor deze nu links van Elisa is komen te liggen.

De kostuums en weefsels werden ontworpen door kostuumontwerpster Carla de Kroon naar tekeningen van De Bruijn. Ze werkte hierbij onder andere met grote dikke breinaalden om toch een realistische stof te creëren. Het lichtontwerp was in handen van Eftelings vaste belichter Eric Brekelmans.[5]

De Zwanen

Ontwerpsuggestie zwanenbootje voor Gondoletta door Ton van de Ven

De Bruijn ontwierp ook de bootjes die zijn vormgegeven als de zes zwanen uit het sprookje. Je komt daarmee op de rug van de zwaan te zitten, op een zelfde wijze als echte zwanen hun jongen veilig plegen te vervoeren. Als instap bedacht hij op basis van een oud idee van Ton van de Ven een wegdraaiende vleugel die door de medewerker handmatig open en dichtgeklapt kan worden. Die zijn ook zo gerealiseerd, maar in 2020 verwijderd. Vormgever Patrick van den Nieuwenhuizen maakte een schaalmodel op basis waarvan een schuimmodel op ware grootte werd vervaardigd, wat weer als basis diende voor de zwanen. Elke zwaan is uniek, onder andere de stand van de kop verschilt.

Locatie

Het sprookje ligt in een in 2019 geheel nieuw vormgegeven stuk Sprookjesbos, van 1500 m² groot tussen de achterzijde van de grot van Sneeuwwitje en de achterkant van De Nieuwe Kleren van de Keizer. Deze ruimte was in 1999 vrijgekomen bij de sloop van de oude treinremise van de Stoomtrein. In 2009 had het landhuis van de stiefmoeder van Assepoester er al een plekje gekregen, er tegenover werd De Zes Zwanen gebouwd. Landschapsarchitect Ivo Südmeier koos voor een vormgeving als een wat verscholen open plek in het bos, wat goed aansluit bij het sprookje. Door deze locatiekeuze hoopte de Efteling ook de aanloop richting Assepoester te verbeteren.[6]

Dit laatste sprookje moest ten behoeve van De Zes Zwanen wel de nodige ruimte inleveren: de dubbele toegangspoort (in- en uitgang) met pompoenen-en-muiltjes-decor die toegang gaf tot de tuin van het landhuis werd grotendeels verwijderd (een stukje bij de Kleyne Klaroen bleef behouden), en de tuin zelf werd flink verkleind: voorheen liep je hier over een kronkelpad tussen het groen naar het huis. De grafzerk van de moeder van Assepoester onder de hazelaar werd ook tijdelijk geruimd en verder van het landhuis herplaatst met een nieuw hazelaar(tje). Uiteindelijk is de tuin van Assepoester veel strakker geworden, en is er een hoge coniferenhaag geplaatst om deze visueel af te scheiden van het gebiedje rond het slot van de Zes Zwanen.

Bouw

Nadat in het najaar van 2018 er bomen achter de grot van Sneeuwwitje gekapt werden en struikgewas verwijderd, ging de bouw officieel van start op 20 november.[7] Het proces zou een klein jaar in beslag nemen. De technische uitvoering stond onder leiding van Stefany van den Dries; Ronald Donkers tekende voor het bouwkundig ontwerp, en de rol van ontwerpcoördinator werd ingevuld door Stefan Versleeuwen. De uitvoerder was Henk Schellekens.

Tijdens de bouw wordt er 350 kubieke meter zand uitgegraven, waarna in de loop van december tachtig kubieke meter beton gestort kan worden. De betonnen bak wordt gevuld met 75.000 liter water om een vijver te vormen. Begin 2019 start de bouw van het vijftien meter hoge slot, dat een oppervlakte heeft van 350 vierkante meter en waarin 29 ton staal wordt verwerkt.[8] De staalconstructie van het kasteel was eind maart 2019 gereed voor verdere afwerking met andere materialen.[9]Het hoogste punt werd op 23 mei bereikt. Wanneer als proef met één zwaan een rondje wordt gemaakt blijkt deze bij de ingang van het slot niet helemaal te passen; daarvoor moest een aanpassing van de doorgang worden doorgevoerd.

Op 27 augustus 2019 worden alle zes de zwanenbootjes in de vijver geplaatst. Vanaf dan is het voornamelijk een kwestie van afstellen, programmeren en proefdraaien richting de opening.

Opening

Thematische slagroomsoezen bij Kleyne Klaroen

Eind september 2019 was de bouw gereed. Na een preview voor abonnementhouders op 25 en 26 september en een persopening de dag erna, openden De Zes Zwanen op 28 september hun vleugels voor het publiek. Bij de opening werd een pin uitgebracht van het prinsesje Elisa. Ook verkoopt de Kleyne Klaroen zwaanvormige slagroomgebakjes.

Het sprookje op de parkplattegrondcover van herfst 2019

De Zes Zwanen is het eerste sprookje waar een echt uitvoerige 'making-of' van is gemaakt. In vijf ongeveer zeven minuten lange afleveringen op YouTube neemt presentatrice Marlijn Weerdenburg de kijker mee langs een aantal elementen uit de ontwikkeling van het sprookje, zoals het ontwerp, de mechatronica, de bouw, de groenvoorziening en de muziek en geluidseffecten. Veel van de betrokken Efteling-medewerkers komen aan het woord. De eerste aflevering werd gepubliceerd op 27 juni 2019, de laatste vlak na de opening.

Latere aanpassingen

Instappen in 2023, zonder vleugeldeuren

Na de gedwongen sluiting van de Efteling vanwege het coronavirus in het voorjaar van 2020, heropende het park weer op 20 mei. Het duurde echter nog tot 18 juli voordat De Zes Zwanen weer toegankelijk was. De vleugeldeuren bleken toen verwijderd; de zijkant van de zwaan blijft nu open en er is een stalen instapplaat aangebracht. Dit zodat medewerkers de bezoekers niet dicht hoefden te naderen voor het openen en sluiten van de vleugel. Overigens was het voor medewerkers wel intensief bij elke ronde drie vleugels van laag bij de grond tot hoog te openen en weer te sluiten. Tot op heden zijn de vleugeldeuren daarom niet teruggekeerd.

Vanaf de opening was de vertelling alleen te horen tijdens het lopend bezoek aan het slot, en was tijdens de vaart alleen de muziek te horen, wat de scène een serene sfeer gaf. Begin november 2022 weerklinken de laatste twee strofen van de vertelling tijdens de vaart, zodat bezoekers beter begrijpen wat zich hier afspeelt.

Techniek

Het transportsysteem dat de zwanen aandrijft is geleverd door het Duitse Metallbau Emmeln, en is een maatwerkversie van de zogenaamde 'Entenkarussell' of eendencarrousel. De versie met zes bootjes is de kleinste standaardconfiguratie van dit attractietype; de versie in het sprookjesbos heeft een diameter van 12,5 meter, en de zwanen leggen een afstand van 39,3 meter af. In Nederland werd het attractietype eerder geleverd aan bijvoorbeeld Toverland voor de grotere bootjesmolen 'Tolly Molly'. Ongeveer tegelijk met het systeem voor het sprookje leverde Metallbau Emmeln ook de nieuwe tuffers.

De animatronic van Elisa in zittende houding
Ontwerp Elisa en bewegingen

In afwijking van het standaardmodel zijn de zwanen hier geordend in twee groepen van drie in plaats van gelijkmatig over de cirkel verdeeld te zijn. De twee groepen kunnen onafhankelijk van elkaar draaien. Hierdoor kunnen drie zwanen het sprookje gaan bewonderen terwijl de andere drie beladen kunnen worden. De zes zwanen zijn via horizontale stangen verbonden met het midden van de vijver, waar een as met aandrijving te vinden is, gecamoufleerd met een kunstrots. Deze stangen draaien onder het water, maar dus ook onder het kasteel zelf door, om de zwanen langs het tafereeltje te voeren. Het kasteel is hierom deels 'zwevend' uitgevoerd en rust niet in het water van de vijver. Om dit te bereiken is het kasteeltje van de Zes Zwanen uitgevoerd als een stevige staalconstructie die op de oever van de vijver rust en zich bijna als een brug over de vijver buigt. Dit constructieve staalwerk is vervolgens afgewerkt met gaas en een vrij dunne laag spuitbeton of modelleermortel. Deze lichtgewicht bouwtechniek zonder metselwerk werd eerder ook toegepast bij de torens van Symbolica, die op de loods van het attractiegebouw rusten en dus ook niet te zwaar mogen zijn. Overigens zijn delen van de gevels die op de oever rusten, met name van het deel van het kasteel dat voor bezoekers toegankelijk is, wél gemetseld. De rode kleitegelpannetjes op het kasteel zijn maar voor een deel echt: op de onderste rand na zijn ze van kunststof.

Om de onderwateraandrijfstangen, zwevende kasteeldelen en wieltjes waarmee de Zwanen hun gewicht overbrengen op de vijverbodem aan het zicht te onttrekken is het wenselijk dat het water steeds in beweging is, ook als de zwanen niet varen. De beek die uitkomt in de vijver draagt hier wat aan bij, al blijft de techniek zeker op heldere dagen betrekkelijk zichtbaar. Om bevriezing te voorkomen, gaat bij temperaturen lager dan 5° C het sprookje in winterstand. Het water wordt dan verwarmd tot die temperatuur, en om het energieverbruik daarvan te beperken wordt de waterstand verlaagd en stopt het beekje met stromen.

De animatronic van Elisa in het kasteeltje werd in eigen huis ontwikkeld door Christian Brekelmans. Hij maakte daarbij gebruik van traditionele, relatief eenvoudige technieken als nokkenschijven.

De achterzijde van het sprookje

Achter het kasteeltje, maar wel zichtbaar vanuit de Stoomtrein, bevindt zich een houten aanbouw waarin de techniek zoals showcontrol op makkelijke manier bereikbaar is voor de Technische Dienst. Boven deze aanbouw is in de buitengevel van het slot een deur te zien die toegang geeft tot techniek en grotdecor van de show. Ook onder de rots waarop Elisa zit is een technische ruimte aangebracht voor de mechanica van de animatronic. De fraaie boogdeur bovenaan de trap naast Elisa komt verder nergens op uit, en suggereert slechts dat er een toegang is tot de hoger gelegen ruimtes van het slot vanuit de grot met de asters.

De verlichting rond het sprookje is bijzonder: in de houten lantaarns en ook binnen in de nissen zijn LED-lichtbronnen gebruikt die een beweeglijk, flakkerend licht geven dat het karakter van een vlam emuleert middels een matrix-animatie. Ze worden door gelig glas met een structuur van asters verder aan het oog onttrokken. De showverlichting in de grot is voorzien van een lichtsensor, waarbij de intensiteit op- en afschaalt afhankelijk van het zonlicht buiten, zodat de scène relatief gezien altijd ongeveer even licht is.

Het sprookje

Oorsprong

De Zes Zwanen werd als 'Die sechs Schwäne' in de eerste druk van de bundel sprookjes van de Gebroeders Grimm uit 1812 gepubliceerd. Het is sprookje nummer 49. Volgens de aantekeningen van de sprookjesverzamelende broers is het afkomstig uit Hessen. De Zes Zwanen lijkt in meerdere opzichten op 'De Twaalf Broers' (sprookje nummer 9) en 'De Zeven Raven' (nummer 25) die verder vooraan in de Kinder- und Hausmärchen staan. Volgens de Grimms zijn in deze versie de broers witte zwanen als verwijzing naar de totale onschuld van de kinderen.

Johannes de Alta Silva schreef rond 1190 de 'Dolopathos sive de Rege et Septem Sapientibus', waarin al zwanenkinderen voorkomen. Deze tekst werd door de dichter Herbert als basis gebruikt voor zijn 'Li romans de Dolopathos' waarin al allerlei elementen uit het sprookje te herkennen zijn, zoals zes broers en een zus, het in-zwanen-veranderd-blijven-tenzij en een boze stiefmoeder die er het leven van het dapper zwijgende prinsesje niet makkelijker op maakt.

Na Grimm publiceerde Hans Christian Andersen in 1838 een nog veel dramatischer en gotisch-romantische cultuursprookjesvariant met elf broers onder de titel 'De Wilde Zwanen'. Hierin moet het meisje met brandnetels van kerkhoven de hemdjes breien om haar broers te transformeren.

In de Grimm-tekst van het sprookje komt de naam van het asters breiende prinsesje niet voor. 'Elisa' staat echter wel al als naam op het eerdere sprookjesontwerp van Anton Pieck. Deze naam is afkomstig uit Andersens 'De Wilde Zwanen'.

Samenvatting

Illustratie uit 'Sprookjes van Grimm'

Zes broers uit het eerste huwelijk van een koning zijn door hun stiefmoeder in zwanen veranderd. De broers kunnen elke avond voor slechts vijftien minuten hun menselijke vormen weer aannemen. Om hen te bevrijden, moet hun zusje Elisa zes hemden uit asters breien en kan zij zeven jaar geen geluid maken, anders zal de betovering nooit worden verbroken.

De koning van een ander land vindt haar, wordt door haar schoonheid getroffen en trouwt met haar. Wanneer Elisa, nu koningin, haar eerste kindje krijgt, neemt de slechte stiefmoeder van de koning het kind weg en beschuldigt de koningin dat ze het heeft vernietigd. Omdat ze niet in staat is om zichzelf te verdedigen, wordt de koningin veroordeeld om als heks op de brandstapel te worden verbrand.

Illustratie uit 'Sprookjes van Grimm'

Op de dag van haar executie heeft ze alle hemden voor de broers af. Alleen het laatste hemd mist nog de linkermouw. Als ze naar de brandstapel gebracht wordt, neemt ze de hemden mee en als ze op het punt staat te verbranden, zijn de zeven jaar voorbij en komen de zes zwanen aangevlogen. Ze gooit de hemden naar haar broers en ze veranderen naar hun menselijke vorm. Alleen één broer heeft een linkervleugel in plaats van een arm. De koningin, die nu vrij is om te spreken, kan zich verdedigen tegen de beschuldigingen. De boze stiefmoeder wordt voor straf op de brandstapel vastgebonden en tot as verbrand. Maar de koning en de koningin met haar zes broers leefden nog vele jaren in vrede en geluk.

In de Eftelingse Media

In het park

Locatie van het sprookjesboek

Bij de uitbeelding in het Sprookjesbos staat sinds de opening van het sprookje een sprookjesboek opgesteld waarin een korte samenvatting van het sprookje staat in vier talen: Nederlands, Engels, Duits en Frans. De titel van het sprookje in deze talen luidt:

  • Nederlands De zes Zwanen
  • Engels The Six Swans
  • Duits Die sechs Schwäne
  • Frans Les Six Frères Cygnes
Sprookjesboek De zes Zwanen

De Nederlandse tekst:

Er was eens een koning die zes zonen had en een lieve, slimme dochter Elisa. Toen de koning een nieuwe vrouw trouwde, verborg hij zijn kinderen in een geheim slot, diep in het bos. Zou de nieuwe koningin zijn kinderen wel goed behandelen? Maar de jaloerse koningin kwam achter het geheim van de kinderen in het slot en veranderde de zes prinsen in zwanen. Om de betovering te verbreken moest Elisa zes hemden van bos-astertjes breien en mocht ze zes jaar niet spreken of lachen. Dapper begon Elisa te breien, maandenlang, helemaal alleen in het slot. Zou het Elisa lukken om de betovering te verbreken?

Sprookjesboek

Illustratie van het slot in 'En ze leven nog lang en gelukkig' uit 2019

Tot de realisatie in het Sprookjesbos heeft het verhaal geen verschijningsvorm gekend in enig Eftelings medium. Zo is het niet opgenomen in de vele sprookjesboeken die het park tot dan toe uitbracht, zelfs niet in de bundel Meer Sprookjes van de Efteling, waarin toch veel op dat moment niet uitgebeelde verhalen waren opgenomen.

Pas in het sprookjesboek En ze leven nog lang en gelukkig, dat tegelijk met de opening verscheen, is het opgenomen. Voor dit boek moderniseerde Ad Grooten het sprookje een beetje qua taalgebruik en werden wat details toegevoegd, maar op hoofdlijnen komt het overeen met de Grimm-versie uit de Hausmärchen. Het verhaal is in dit boek geïllustreerd met een aantal platen van Sander de Bruijn, die waarschijnlijk speciaal als illustratie werden gemaakt. Het is ook opgenomen in De Efteling Sprookjes Omnibus uit 2022.

  1. Henk vanden Diepstraten: De Efteling/Kroniek van een Sprookje. Baarn: Tirion (2002), p. 18
  2. 2,0 2,1 2,2 Efteling Blog: Start bouw nieuw sprookje De zes Zwanen (20 november 2018)
  3. De Telegraaf: Dit wist u nog niet over de nieuwste Efteling-attractie (1 november 2019)
  4. Kleine Boodschap afl. 117: De opening van de Zes Zwanen (30 september 2019)
  5. Twitter Eric Brekelmans (28 september 2019)
  6. Looopings: Efteling kondigt nieuw sprookje aan: De Zes Zwanen (21 september 2018)
  7. Persbericht Efteling: Grimm’s ‘De zes Zwanen’ nieuw in Efteling Sprookjesbos (21 september 2018)
  8. Looopings: Foto's: bouw van nieuw Efteling-sprookje begonnen (20 november 2018)
  9. Efteling Blog: Indrukwekkende staalconstructie De Zes Zwanen zichtbaar (21 maart 2019)