Repelsteeltje
De naamgever van het sprookje
Geopend 1998
Opgetekend door Gebroeders Grimm
Ontwerp Ton van de Ven
Ingesproken door Hans Pulles
Figuren Repelsteeltje, lakei
Vorige Klein Duimpje
Volgende Meisje met de Zwavelstokjes
Sprookjesbos, overzicht

Repelsteeltje is een sprookje over een molenaarsdochter die bedrogen wordt door een klein mannetje dat goud kan spinnen en daarbij haar eerste kind verwed, maar door het raden van de naam van het mannetje haar kind kan behouden. Het werd onder de titel "Rumpelstilzchen" opgetekend door de gebroeders Grimm. De vroegste versie vinden we in La Tour ténébreuse et les Jours lumineux, Contes Anglais uit 1705 van de Française L'Héritier.

In de Efteling is het de vijfentwintigste uitbeelding op de route in het Sprookjesbos. Het werd samen met Klein Duimpje en de Reus toegevoegd aan het Sprookjesbos in 1998 in wat vroeger een deel van de Siertuin was. De uitbeelding bestaat uit een klein huisje onder de wortels van een boom waar een lakei aan de deur luistert en Repelsteeltje als een klein dwergje met een sik vrolijk dansend zijn naam zingt. Het geheel is een ontwerp van Ton van de Ven.

Uitbeelding

Het huisje van Repelsteeltje, met sprookjesboek

Na Klein Duimpje volgt een scherpe bocht naar links, waar een wegwijzer staat die Repelsteeltje aankondigt. Een slingerend pad tussen het jonge groen voert langs een Muzikale Paddenstoel aan de rechterzijde van het pad, om vervolgens aan de linkerzijde het huisje van de dwerg te vinden. De uitbeelding van Repelsteeltje bestaat uit een huisje waar naar binnen kan worden geloerd, met een figuur voor de deur, vergelijkbaar met de uitbeeldingen van Roodkapje en de Wolf en de Zeven Geitjes. Bezoekers kunnen Repelsteeltje in zijn huisje zien dansen en buiten staat de lakei van de koningin knikkend naar zijn gezang te luisteren. Na dit tafereel voert het slingerende pad langs een muziekpaddenstoel en vervolgt het Sprookjesbos met het Meisje met de Zwavelstokjes.

Exterieur

Het sprookje Repelsteeltje wordt uitgebeeld door een klein huisje langs het pad. Om het huisje heen ligt een kleine tuin met hier en daar wat gereedschap en een kleine bolderkar. Het huisje is wit gestuct met grote scheuren waar de baksteentjes te zien zijn. Het dak bestaat uit leisteentjes, met een sterk overhellende dakrand boven de voordeur. In de zijgevel die aan het pad grenst zit een groot kijkvenster met blauwgroen gelakte kozijnen en luikjes. Uit het schoorsteentje komt rook.

Opvallend is de reusachtige boomstronk die bovenop het huisje staat. De fraai vormgegeven stronk leunt op het dak en de nogal wat slordiger afgewerkte boomwortels omvatten de natuurstenen hoeken van het huisje. Het oorspronkelijke ontwerp van Ton van de Ven ging uit van een boom waar tussen de wortels een huisje was gebouwd. Door de té bouwkundige benadering werd het in haar uiteindelijke verschijningsvorm meer een huisje waar een boom op het dak ging groeien, wat het geheel tot een merkwaardig element maakt.

Interieur

Planken vol vreemde spullen

Op de grond van het huisje ligt stro en er staat een spinnewiel. Bij het spinnewiel staat een mandje met goudspinsel. Op de planken aan de muren staan allerlei mysterieuze spullen: flesjes, potten, kolven, instrumenten en verschillende dierenschedels. Ook hangt een vleermuis ondersteboven aan het plafond met bewegende kop. Op een tafeltje bij het raam ligt het boek Spaziergang nach Syrakus im Jahre 1802 door Johann Gottfried Seume.

In het midden van de kamer vinden we Repelsteeltje. De animatronic is met één been op een staaf bevestigd en beweegt bij wijze van dansje met armen en benen. Het is een vrij complexe animatronic met vele bewegingen. Zo kan het hoofd draaien en kantelen en bewegen zijn ogen. Zijn mond gaat open en dicht terwijl hij zingt. Via een beweging in zijn schouders gaan beide armen op en neer. De rechterarm en het rechterbeen bewegen naar voor en achter. Tenslotte draait de volledige figuur om zijn as. Repelsteeltje draagt een groen broekje en een vaalwit jasje, boven blote voeten. De figuur heeft grote puntoren, woeste wenkbrauwen en een warrige baard.

Repelsteeltje

Niemand weet...

Er is bij dit sprookje geen vertelstem te beluisteren. Wél horen bezoekers Repelsteeltje zijn liedje zingen:

Niemand weet, niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet
Niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet... Hoepla!
Niemand weet, niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet... Hoepla!

Repelsteeltje zingt en danst alleen als er iemand in de buurt is om te kijken en luisteren: bezoekersbewegingen worden met infrarood gedetecteerd. Zijn stem werd ingesproken door Eftelingvormgever Hans Pulles.

Winter Efteling

In de koude wintermaanden ontpopt Repelsteeltje zich tot liefhebber van feestelijke explosieven: tijdens de Winter Efteling staat zijn huisje vol met buskruit en andere materialen om vuurwerk mee te maken. De lakei krijgt dan een extra mantel om.

Geschiedenis

Repelsteeltje, net nieuw gebouwd in 1998

Repelsteeltje werd ontworpen door Ton van de Ven en het sprookje werd bij de start van het Eftelingseizoen 1998 geopend, tegelijk met Klein Duimpje. De komst van de twee uitbeeldingen markeerde de eerste uitbreiding aan het Sprookjesbos sinds de Trollenkoning, tien jaar eerder. Sinds 1998 wordt het Sprookjesbos frequenter en in een sneller tempo uitgebreid dan in de dertig jaar daarvoor.

Voor de twee nieuwe sprookjes moest de Sprookjesbosroute worden uitgebreid met een extra lus: een deel van de Siertuin werd opgeofferd voor een pad dat langs de twee nieuwe sprookjes voerde. Het huisje van Repelsteeltje werd gebouwd in op een locatie die vroeger vrij centraal in de tuin lag. Naast de bouw van het sprookje werd daarom ook de gehele omgeving voorzien van veel nieuwe flora om het een onderdeel van het Sprookjesbos te laten zijn. In het openingsjaar voerde het pad na Repelsteeltje rechtstreeks naar de Vliegende Fakir. Sinds de komst van het Meisje met de Zwavelstokjes in 2004 loopt het pad rechtdoor.

Maken van de mal voor het hoofd van Repelsteeltje

Bij de opening in april 1998 was alleen de figuur van Repelsteeltje aanwezig. Enkele weken na de opening van het sprookje werd ook de luistervinkende lakei aan het tafereel toegevoegd.

Begin 2010 kreeg Repelsteeltje een grondige reparatie en 2013 was er meer groot onderhoud nodig en kreeg het mannetje nieuwe gezichtsbeharing. De reparaties waren hard nodig: de wilde kaakbeweging leverde de technische dienst van de Efteling in deze jaren veel problemen op en hing regelmatig sullig open.

In 2019 werd het grondigste onderhoud aan het sprookje tot nog toe gepleegd. Op 4 maart ging het dicht en werd het hele bouwsel ingepakt met steigers en plastic. De boom op het dak werd vervangen, evenals het dak zelf en een belangrijk deel van de techniek. Ook het interieur werd aangepakt en opgeknapt. Er werd een mand met goudspinsel toegevoegd (een belangrijk element uit het sprookje dat vreemdgenoeg tot dan toe ontbrak). Vlak achter het kijkraam fonkelt voortaan een spoel vol gouddraad met twinkelende kleine lichtjes. In de laboratoriumflessen achter Repelsteeltje zijn er nu luchtbelletjes te zien in de rode en blauwe vloeistof. De bewegingssensor is verplaatst naar de bosjes naast het sprookje in plaats van onder het dak voor het raam. Hierdoor wordt vermeden dat bezoekers de sensor (per ongeluk) afdekken. Op 10 juni was de opknapbeurt klaar.

Ontwerpen door Ton van de Ven

Het sprookje

Oorsprong

Het sprookje is een mengeling van verschillende oude volksverhalen uit de Duitse regio Hessen en verscheen in 1812 in Kinder- und Hausmärchen van de gebroeders Grimm. Het sprookje onderging verschillende wijzigingen, tot in 1857 de definitieve versie werd gepubliceerd in de zevende en laatste editie van de bundel.

Samenvatting

Het sprookje verhaalt over een arme molenaar die tegenover de koning van het land bluft dat zijn dochter de gave heeft om goud te spinnen uit stro. De hebberige koning sluit de dochter van de molenaar hierop op in het kasteel en het meisje zal in één nacht een kamer vol met stro tot goud moeten spinnen, omdat ze anders de volgende morgen ter dood gebracht zal worden.

Het meisje wordt alleen gelaten en barst wanhopig in tranen uit, aangezien ze geen idee heeft hoe je stro in goud zou moeten veranderen. Dan verschijnt er een merkwaardig mannetje in de kamer die het meisje zijn hulp aanbiedt: in ruil voor haar halsketting wil hij haar leven wel redden. Het meisje stemt toe en het mannetje kruipt achter het spinnewiel om de bergen stro tot goud te spinnen. De volgende morgen komt de koning al vroeg een kijkje nemen en tot zijn verbazing treft hij een kamer vol goud aan. In plaats van het meisje te laten gaan geeft hij haar wederom de opdracht om nóg een nacht lang goud te spinnen. Het mannetje helpt het meisje opnieuw, dit keer in ruil voor haar ring. Als de koning het meisje de volgende dag voor de derde keer opdraagt om een kamer vol stro tot goud te spinnen heeft het meisje niets meer om aan het mannetje te geven. Het mannetje vraagt het meisje daarom om hem later haar eerstgeboren kind te schenken. Het meisje ziet geen andere oplossing en wederom stemt ze toe. Het mannetje spint voor de laatste keer een kamer vol stro tot goud. De koning is de volgende morgen diep onder de indruk. Hij vraagt de molenaarsdochter met hem te trouwen en koningin van het land te worden.

Een jaar later is de koningin haar belofte vergeten en ze baart een prachtig kind. Tot haar schrik komt het mannetje al gauw zijn loon opeisen. De koningin biedt het mannetje alle schatten van het koninkrijk aan, maar het mannetje wil niets anders dan haar kind. De koningin moet hier zó hard om huilen dat het mannetje medelijden krijgt. Hij zegt haar dat ze haar kind mag houden als ze er binnen drie dagen achter kan komen hoe zijn naam luidt.

De koningin laat haar lakei alle gebruikelijke namen in het land verzamelen en als het mannetje de volgende dag terugkomt leest ze al deze namen aan hem voor. De naam van het mannetje zit er echter niet tussen. De koningin stuurt haar lakei terug het land in, nu om alle vreemde en ongewone namen te verzamelen. Tevergeefs, want de volgende dag blijkt dat de naam van het mannetje er opnieuw niet bij zit. De koningin laat haar lakei nog één nacht verder zoeken, maar deze zegt haar de volgende morgen dat hij geen nieuwe namen heeft kunnen vinden. Wél vertelt hij haar dat hij een huisje had gezien, waarnaast een zonderling mannetje op één been rond een vuur danste en zong: "Niemand weet, niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet!". Opgelucht wacht de koningin de komst van het mannetje af, en ze vertelt hem dat hij Repelsteeltje heet. Deze naam blijkt de juiste en de koningin mag haar kindje houden. Het mannetje wordt zó kwaad dat hij zichzelf van woede in tweeën scheurt.

In de Eftelingse media

In het park

Locatie van het boek

Bij de uitbeelding in het Sprookjesbos staat een kunststof sprookjesboek opgesteld waarin een korte samenvatting van het sprookje staat in vier talen: Nederlands, Frans, Duits en Engels. De titel van het sprookje in deze talen luidt:

  • Nederlands Repelsteeltje
  • Frans Grigrigredinmenufretin
  • Duits Rumpelstilzchen
  • Engels Rumpelstiltskin

Het boek werd geplaatst in 2000. Toen alle boeken van een nieuwe layout werden voorzien in 2013 werd ook dit boek vernieuwd.

Sprookjesboek

De Nederlandse tekst:

De koning zou de mooie molenaarsdochter trouwen, als zij een kamer vol stro in goud kon spinnen. Een akelig kereltje hielp haar, in ruil voor haar eerste kindje. En zo gebeurde het! Maar het ventje kreeg meelij met de koningin: wilde ze haar kindje houden, dan moest ze binnen drie dagen zijn naam raden. De koningin stuurde alle dienaren op pad om namen te verzamelen. De derde dag bespiedde een van hen het akelige ventje dat zong: "Morgen haal ik het koningskind... Niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet..."

In boeken

Gouden Boekjes, serie 2 deel 2 (2016)

In hoorspelen en luisterboeken

  • Ondanks dat Repelsteeltje pas sinds 1998 voorkomt in de Efteling, werd door CNR in de jaren zestig al wel het sprookje als hoorspel uitgebracht op single. Deze versie is te vinden op de plaat Sprookjes van de Efteling - deel 2 (1970) en Efteling Sprookjes - deel 2 (1992) waar het grappig genoeg samen met Klein Duimpje, de andere 1998-uitbreiding, op de plaat staat.
  • Een recenter hoorspel vind je op deel 2 van de cd-serie De mooiste sprookjes uit de Efteling (2004). Na afloop klinkt het lied "Niemand weet...". Dit is niet de tweeëndertig seconden durende 'Niemand weet, niemand weet...'-geluidstrack uit het Sprookjesbos. Die staat op Efteling CD 2 (2000), tevens uitgebracht door ReDi Entertainment.
  • Een voorgelezen versie van het sprookje uit Sprookjesboek van de Efteling vind je op de vierde cd van het luisterboek (2010).

Op televisie

  • Repelsteeltje is één van de sprookjes die door de Efteling gebruikt zijn in de televisieserie Sprookjes. In de betreffende aflevering worden het Carrouselpaleis en het huisje van Roodkapjes oma gebruikt als decor.

Live-entertainment

Repelsteeltje als één van de Sprookjesvriendjes

Repelsteeltje is al jaren een Sprookjesfiguur en wordt regelmatig opgetrommeld bij allerhande gelegenheden. Het Repelsteeltje-kostuum is gebaseerd op de kleding van de figuur in het Sprookjesbos en het personage springt en buitelt doorgaans druk in het rond. Repelsteeltje heeft een eigen liedje waarvan het refrein luidt: "Snorren, snorren snorren... Tralalala..."

Wetenswaardigheden

  • Anton Pieck maakte voor Sprookjes van Grimm een kleine illustratie bij het sprookje Repelsteeltje. We zien Repelsteeltje van achteren terwijl het mannetje zichzelf in twee stukken scheurt. Ton van de Ven heeft deze tekening duidelijk niet gebruikt als basis voor zijn eigen Repelsteeltje.
  • Een Vlaamse acteur die Repelsteeltje speelde in de bovengenoemde serie Sprookjes raakte tijdens de opnames in beschonken staat verdwaald in de omgeving van het park. De Tilburgse politie vond de sprookjesachtig geklede kleine man laat op de avond terug op de vluchtstrook van de Midden-Brabantweg.
  • Het mannetje ontleent zijn naam aan een frisse portie rauwkost. Repelsteeltjes zijn raapstelen, maar het is ook een ander woord voor rapunzelklokjes.