De buste van Kogeloog in 1954

Kogeloog of De dienaar met wesp was een grote buste van de dienaar uit het sprookje de Zes Dienaren die in de jaren 50 en vroege jaren 60 op de plek van het huidige sprookje De Kleine Zeemeermin stond, niet heel ver van Langnek.

In 1954 werd het beeld geplaatst, waarschijnlijk in een poging om het sprookje completer te maken. Het is echter niet bekend of er ooit plannen zijn geweest om ook de andere dienaren te verwezenlijken. Het beeld stond op een achthoekige sokkel in een eveneens achthoekig vijvertje. Op zijn hoofd droeg hij een witte pruik met daarop een kapiteinshoed met veren. Hij keek scheel naar een wesp die zich op zijn neus had genesteld. Voor hem stond een bordje met het volgende opschrift:

Deez' dienaar, die weleer in 't leven
Slechts met een blik een leger deed sneven
Is nu, na al z'n roemrijke dagen
Zelfs niet in staat een wesp te verjagen

Het rijmpje verklaart dat Kogeloog zijn krachten dus verloren is, in tegenstelling tot Langnek die nog altijd in staat is om zijn nek langer uit te rekken. Deze vreemde wending van het verhaal is naast deze uitbeelding nergens vermeld. De latere, kleinere buste op het horecapunt Kogeloog heeft wél een blinddoek om.

Verdwijnen

Plattegrondje uit 1963 dat de locatie van de buste (#5) aangeeft

Het statische beeld bleek niet heel populair bij de bezoeker en de Efteling wil er dan ook alweer vrij snel vanaf. Als in 1959 plannen gemaakt worden voor Roodkapje wordt al direct geopperd om die dan maar op de plek van de dienaar te zetten. Reijnders ziet dit niet zo zitten en stelt nog voor om het beeld attractiever te maken en Roodkapje er tegenover te plaatsen. Uiteindelijk komt Roodkapje langs het pad naar de Rode Schoentjes te liggen. Niettemin verdwijnt het beeld na 1963; het vijvertje wordt in 1964 hergebruikt voor de uitbeelding van De Dansende Dolfijn. Aan het bassin voegt men de achterwand van de eveneens gefaalde Magische Liefdesbron toe, waarna de Dolfijn zijn rondjes kan gaan zwemmen.

Sinds 1967 is er na enkele jaren van afwezigheid, met de komst van het naar hem vernoemde horecapunt, weer een uitbeelding van de dienaar in het park. Hoewel dus op veel kleinere schaal.