Stamvader Laaf, ook wel Grote Laaf of Oervader Laaf genoemd, leefde miljoenen jaren geleden op de warme Noordpool, samen met Oermoeder Lot en hun kinderen, de Laven. Toen het op de Noordpool steeds kouder werd, was het Stamvader Laaf die op het idee kwam zijn kinderen te redden door het Grote Gat te graven naar het binnenste van de aarde waar de temperatuur nog wel warm was.
Vlak voordat de Laven het Grote Gat voorgoed zouden afsluiten, ontdekten ze dat Stamvader Laaf ontbrak. Bij de ingang van het Grote Gat stond een bevroren Stamvader Laaf. Hij had daarbuiten gewacht op Oermoeder Lot, want hij wist niet dat ze allang in het gat was. Stamvader Laaf had het Grote Lood gelegd. Het was de dag van het Grote Leed.
Om Oermoeder Lot te troosten maakten de Laven een gouden beeld van Stamvader Laaf. Dit gouden beeld is terug te vinden in het Loof- en Eerhuys.