Het poppentheater is een gebouw aan het Anton Pieckplein, bij de drinkebroer tussen De Soete Inval en het tegenwoordige Poffertje. Het werd gebouwd begin jaren vijftig als directiekantoor, maar is als poppentheater in gebruik vanaf 1954,[1] waarin de allereerste vorm van live-entertainment in de Efteling te zien was: de poppenkast. Met onderbrekingen heeft het tot op heden die functie.
Inhoud
Poppentheater
In het Poppentheater worden in weekenden en vakanties voorstellingen gegeven. De poppenspeler, tevens gastheer, is "August" met zijn aapje Aagje. Hij heet de mensen welkom en vraagt ze plaats te nemen op de houten banken in de ruimte. August geeft een introductie, en duikt daarna in de poppenkast, waarin hij zelf weer verschijnt als pop. Aan het eind komt hij ook weer (zingend) uit de poppenkast tevoorschijn.
De voorstelling zelf duurt ongeveer een kwartier. Er spelen afwisselend twee voorstellingen, gerelateerd aan het Anton Pieckplein: Het Ballonnenvrouwtje (over het Ballonnenvrouwtje) en De Tas van Bets (over het verhaal achter het Efteling Museum).
Geschiedenis
Ombouw directiekantoortje
Het gebouw is ouder dan de Efteling zelf en werd aanvankelijk gebouwd als directiekantoortje, vermoedelijk rond 1950. In 1954 werd het naar ontwerp van Anton Pieck aangekleed, samen met de rest van het naar de ontwerper genoemde pleintje, en werd het een poppentheater (de directie kreeg vanaf 1956 onderdak in het nieuwe Secretariaatsgebouw). Er werd een decortje gemaakt met De Magische Klok, gebaseerd op een bestaande illustratie van Anton Pieck. Pieck zou uitzonderlijkerwijs zélf nog enkele van de decorelementen hebben vervaardigd.[2]
Eerste bespelers
De eerste voorstelling op 5 juni 1954, en nog vele daarna, werden gegeven door Efteling-medewerker Sjel de Vries. Die had naam gemaakt als regisseur bij de Kaatsheuvelse toneelvereniging Crescendo, waar ook zijn zwager Theo Hochwald actief was. De Vries werd opgevolgd door Marius Prein met typische Jan Klaassen-stukken.[3]
Later in de jaren vijftig en zestig werden voorstellingen geschreven en gegeven door Jac. van der Ven. Van der Ven schreef de verhalen zelf en maakte ook de poppen en attributen. Anton Pieck ontwierp de decors en de voorstellingen werden begeleid door muziek van bekende componisten zoals Mozart, Tsjaikovski en Offenbach. Hij gaf ook voorstellingen in het Duits, Engels en Frans. Tijdens de wintersluiting ging hij met zijn shows op tournee door Nederland.
De bekende poppenkastfiguren zoals Jan Klaassen, Katrijn, de agent, de moor, de draak, de koning en de prinses figureerden in de voorstellingen. Opvallend was dat Jan Klaassen niet zoals gebruikelijk een ondeugd en een boef, maar juist een held was.[4] In de jaren zestig zo'n werden er zo'n 1100 voorstellingen per seizoen gegeven.
De opvolger van Jac. van de Ven is Theo Hochwald, die in de jaren zestig het maken van voorstellingen overneemt, zoals daar zijn Het geheim van de Lange Nek, Alexander Koperdraad en Betsy Spinnekop.[2]
Geen uitbreiding maar sluiting
Dat de attractie populair was bewijst de overweging om het theatertje uit te breiden met een haaks erop te plaatsen bouwvolume (inclusief de overweging om in het dak ventilatie aan te brengen), uiteraard ook naar ontwerp van Anton Pieck. Tot uitvoering van die plannen komt het echter niet. Na verloop van jaren sluit het theatertje echter toch door de veranderende belangstelling van het publiek.
Opleving in jaren negentig
Vanaf 1991 worden er weer dagelijks voorstellingen gegeven in het theater, dat dan nog plaats biedt aan twintig bezoekertjes. Er wordt een nieuw sprookje geschreven, Het Elfje zonder vleugels. Dit blijft zo tot in ieder geval 1993.[5] Ook in 1998 vinden er voorstellingen plaats: een verhaal over hoe Pardoes en Pardijn elkaar hebben leren kennen (incompatibel met de tegenwoordige canon).[6] En ook in 1999 worden er tijdens de Zeven Mijls Zomer nog drie voorstellingen per dag gegeven, door Margreet Greve, en tijdens de eerste Winter Efteling wordt er het wintersprookje Het Meisje met de Zwavelstokjes opgevoerd.[7]
Daarna wordt het stil en is het vanaf 2000 bijna een kwarteeuw gesloten geweest, en diende als opslagruimte. De krullerige poppenkast heeft er nog lang ingezeten en is op enig moment in het Rekwisietenmagazijn beland.
Heropening in 2023
In het voorjaar van 2023 werd het Anton Pieckplein op verschillende punten opgeknapt: het pleintje zelf, maar bijvoorbeeld ook de drinkebroer en verschillende draaimolens. Op dit moment werd ook het poppentheater, met een opknapbeurt, na 23 jaar weer opengesteld voor het publiek. Er zijn twee nieuwe voorstellingen gemaakt gelinkt aan andere aspecten op het plein. Deze worden uitgevoerd door de poppenspeler "August" (mogelijk een verwijzing naar beeldje August?) en zijn aapje Aagje (mogelijk een verwijzing naar de trein Aagje?).
De eerste, Het Ballonnenvrouwtje, ging op 19 april bij de opening van het vernieuwde plein in première, en is gebaseerd op het verhaal van het Ballonnenvrouwtje zoals dat al in de jaren zeventig is opgenomen op Sprookjes van de Efteling - deel 7, inclusief de dialogen en het liedje daarvan. Eind mei ging ook een tweede voorstelling in première: De Tas van Bets, gebaseerd op het bestaande verhaal van het tegenovergelegen Efteling Museum waarin de Bets in haar tas een schier oneindig aantal Efteling-objecten kan verzamelen.
- ↑ De Echo van het Zuiden: Een merkwaardige dag in "De Efteling" (8 juni 1954)
- ↑ 2,0 2,1 Bram van Binnendijk: Herinneringen aan Theo Hochwald (2022), p. 145
- ↑ Tentoonstelling 'Van Poppenkast tot Theater', Efteling Museum, 2007
- ↑ Bob Venmans: Het Sprookje van de Efteling (1962), p. 56
- ↑ Efteling Persmap 1991
- ↑ "De Stamtafel" op Twitter, op basis van oud videomateriaal op YouTube
- ↑ Persbericht Efteling: Entertainment vervult grote rol bij Winter Efteling (17 december 1999)