Bob Venmans | |
---|---|
Volledige naam | Bob Venmans |
Geboren | 1930 |
In dienst | 1954 |
Uit dienst | 1964 |
Beroep | toeristisch marketeer |
Nationaliteit | Nederlands |
Bekend als | schrijver diverse Efteling-sprookjes |
Personen |
Bob Venmans (1930) was in dienst van de Efteling als ‘reclame-manager’ en perschef van 1954 tot 1964. Naast het verzorgen van meer reguliere publicitaire activiteiten en het onderhouden van perscontacten, schreef hij diverse, vaak al bestaande of reeds in het park fysiek uitgebeelde sprookjes, voor publicaties of expliciete vertellingen in het park.
Venmans was toeristisch marketeer, werkte voor diverse toeristische tijdschriften en was uitgever en redacteur van maandblad ‘The Holland Review’. Vanuit die positie had hij een groot netwerk binnen de vrijetijdsjournalistiek en het is dan ook niet ondenkbaar dat verschillende journalistieke publicaties over de Efteling in deze jaren uit de koker van Venmans komen. Hij werkt onder directe verantwoordelijkheid van bestuursvoorzitter Van der Heijden en hij was incidenteel deelnemer aan de toekomstbepalende werk- en adviseursbesprekingen als het onderwerp publiciteit aan bod kwam.[1]
In 1955 verscheen van zijn hand Het Efteling Sprookjesboek, het allereerste boek van de Efteling. Hierin worden voor het eerst de verhalen opgetekend achter verschillende uitbeeldingenin het park. Venmans is de auteur van de verhalen achter Het Bruidskleed van Genoveva, De Stenen Kip, het Ganzenhoedstertje, de Sprekende Papegaai en De Magische Klok. In 1962 wordt ter gelegenheid van het tweede lustrum van de Efteling de Elsevier-pocket Het sprookje van de Efteling uitgegeven, waarvoor Venmans 14 sprookjes (her-)schrijft tot voorleessprookjes. Hierin wordt ook De Tuinman en de Fakir opgenomen, waar Venmans wederom het verhaal voor het eerst op schrift zet. Naast de sprookjes is het ook het eerste informatieve boekwerk over het park en haar geschiedenis.
In 1964 verlaat Venmans de Efteling, om zich volledig te kunnen richten op zijn hobby: handel in Zuid-Frans onroerend goed zoals als burchten, kastelen, ruïnes maar ook instapklare boerderijen. Met de opkomende urbanisatie in Frankrijk heeft hij vele panden te koop in de zuidelijke departementen van het land waarvoor hij contact heeft met ongeveer 200 Nederlandse gegadigden.[2]
Venmans verblijft anno 1966 de helft van het jaar in Frankrijk, de overige tijd in zijn woning in Driebergen, waar hij woont met zijn vrouw en drie jonge kinderen.[2] Niet lang daarna is het gezin definitief geëmigreerd.