Illustratie van Anton Pieck op het bordje bij de erwt in het Efteling Museum

De Prinses op de Erwt is een sprookje over een jonge vrouw wier koninklijke identiteit wordt vastgesteld aan de hand van een test van haar fysieke gevoeligheid. De Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen publiceerde het verhaal in 1835 in zijn eerste bundel Eventyr fortalde for Børn met de oorspronkelijke titel "Prindsessen paa Ærten".

In de Efteling vonden we de uitbeelding in het sprookjeskabinet. Dat stond van 1963 tot en met 2000 in het Sprookjesmuseum (wat nu het huisje van Vrouw Holle in het Sprookjesbos is), en van 2004 tot en met 2017 stond het in het Efteling Museum. Daarnaast heeft de Efteling het verhaal verschillende malen uitgebracht in eigen sprookjesboeken en -platen en was het een voorstelling in het openluchttheater. Per 2025 wordt het toegevoegd als eenendertigste sprookje in het Sprookjesbos.

Het Sprookjesmuseum

De Prinses op de Erwt in het Efteling Museum

De erwt was te vinden in het kabinetje van het Sprookjesmuseum, dat later verhuisde naar het Efteling Museum aan het Anton Pieckplein. In het kabinet waren zes vitrines met ieder een attribuut uit een sprookje te zien. De erwt zat vastgeprikt op een paars fluwelen kussen. Op een schetsje van Anton Pieck dat staat afgebeeld in Kroniek van een Sprookje is te zien dat hij aanvankelijk een groen kussen met een geborduurd patroon en grote kwasten had ontworpen.

Bij het sprookjesattribuut stond een aquarel van Anton Pieck van de scène uit het sprookje waar de erwt een rol speelt. We zien de prinses rechtop in haar hemelbed zittten op een stapel van vijf matrassen, waaronder de erwt zichtbaar is. Naast Piecks tekening staat in gotisch schrift:

De Prinses op de Erwt
De hele nacht heb ik geen
oog dicht gedaan en
wist niet wat er met het
bed was.
Ik scheen op iets hards te lig-
gen en mijn hele lichaam is
bont en blauw vanmorgen
Het is vreselijk!!

Het sprookjeskabinet verdween uit het Efteling Museum in 2017, en de acht jaar daarop was het niet meer uitgebeeld in de Efteling.

Sprookjesbos

Impressie uitbeelding in het Sprookjesbos

Komst naar het Sprookjesbos

Op 24 juni 2024 maakte de Efteling bekend dat De Prinses op de Erwt het eenendertigste sprookje wordt dat is uitgebeeld in het Sprookjesbos, te openen in voorjaar 2025. De plannen hiervoor zijn al veel ouder. Het werd door insiders genoemd als een mogelijk te bouwen sprookje in de noordwestelijke hoek van het Sprookjesbos, maar daarvoor in de plaats kwamen twee andere Andersen-sprookjes: Het Meisje met de Zwavelstokjes (2004) en De Nieuwe Kleren van de Keizer (2012). De komst van het Efteling Grand Hotel in 2025 vlak buiten het Sprookjesbos was aanleiding om dit sprookje, dat met de thematiek van slapen aansluit bij de verblijfsaccommodatie, alsnog te realiseren.

Het sprookje wordt een klein huisje gelegen aan het pleintje bij de Put van Vrouw Holle, met de rug naar het Efteling Grand Hotel. Ontwerper Sander de Bruijn tekende een huisje dat qua hoofdvormen doet denken aan dat van de Stenen Kip, aangekleed met stijlelementen van het achtergelegen Hotel om hierbij aan te sluiten als ware het een dependance. Binnen is volgens een eerste tekening een tafereel te zien dat sterk geïnspireerd is op de aquarel van Pieck voor het Sprookjesmuseum, bovenaan deze pagina.

Rechts naast het huisje komt een toegangshek, waar Hotelgasten een eigen ingang tot het Sprookjesbos krijgen.

Bouw

De bouw startte in oktober 2024.

Het sprookje

Piecks idee voor de erwt tussen andere Sprookjesmuseum-attributen

Oorsprong

Hans Christian Andersen (1805-1875) bracht zijn eerste bundel sprookjes Eventyr fortalde for Børn uit in 1835. Naast "De prinses op de erwt" bevat het ook "De tondeldoos", "Kleine Klaas en grote Klaas" en "De bloemen van kleine Ida". De meeste sprookjes die Andersen schreef bedacht hij zelf, vaak gebruikmakend van bekende motieven. Dit sprookje is hierop een uitzondering. Andersen had het verhaal als kind gehoord. Het vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in een volksverhaal, mogelijk afkomstig uit Zweden, want het is niet bekend in de Deense mondelinge overlevering.

Samenvatting

Het verhaal vertelt over een prins die wil trouwen met een echte prinses, maar moeite heeft met die te vinden. Er is altijd iets mis met de prinsessen die hij treft. Op een stormachtige nacht klopt er een jonge vrouw aan bij het kasteel van de koning, waar ook de prins woont. Ze beweert een prinses te zijn, en de prins wordt verliefd op haar. De koningin vertrouwt er echter niet op dat het wel een echte prinses is. Ze biedt de jonge vrouw aan om zich te komen verschonen en te blijven slapen. Op het logeerbed stapelt ze twintig matrassen en twintig dekbedden op. Helemaal onderop plaatst ze een erwt.

De volgende ochtend vertelt de jonge vrouw over de slapeloze nacht die ze heeft gehad. Haar lichaam ziet bont en blauw. Ze is de hele nacht wakker gehouden omdat ze op iets hards lag. De prins is verheugd om dat te horen, want alleen een echte prinses zou de gevoeligheid hebben om een erwt te voelen door een dergelijke hoeveelheid van beddengoed. De twee gaan daarop snel trouwen en leven nog lang en gelukkig.

Het verhaal eindigt met de erwt in een museum, die volgens de verteller vandaag nog steeds wordt tentoongesteld, tenzij iemand deze heeft verwijderd.

Verschillende versies

In de meeste versies van het verhaal wordt er één erwt gebruikt, maar het aantal matrassen en dekbedden of kussens kan wel eens verschillen. In sommige versies heeft de prinses een hulpje. Deze vertelt de prinses om te doen alsof ze slecht sliep.

Het einde met de erwt in het museum komt niet altijd voor. Het Efteling-luistersprookje uit de jaren zestig bevat het einde, maar vreemd genoeg is het door Gerrie van Dongen en Ad Grooten niet opgenomen voor de versie in Sprookjesboek van de Efteling (2009), terwijl in de Efteling destijds de erwt juist wel in een museum te vinden was.

In 1959 werd "De prinses op de erwt" bewerkt voor de Broadway-musical Once Upon a Mattress. In Nederland kennen we een bewerkte versie van Mies Bouwman getiteld "Marietje, de prinses op de erwt" dat rond 1970 werd uitgebracht op de 7" flexi-disc Mies Bouwman vertelt....

In de Eftelingse media

In boeken

Het luciferdoosje met het sprookje in de Efteling Juweeltjes (2011)
  • Het sprookje is zoals gezegd te vinden in Sprookjesboek van de Efteling (2009).
  • Het is één van de vier mini-boekjes in de boxset Efteling Juweeltjes (2011).
  • In de tweede reeks Efteling Gouden Boekjes (2016) werd het opgenomen als vierde deel, met illustraties van Coen Hamelink. Het is ook opgenomen in de op deze boekjes gebaseerde De Efteling Sprookjes Omnibus uit 2022.

In luistersprookjes

  • Een luistersprookje van "De prinses op de erwt" werd in de jaren zestig uitgebracht door CNR als de tweeëntwintigste single. Op de cover werd een foto gebruikt van de slapende Doornroosje. Deze versie van het sprookje is een bewerking door Bob Venmans. Het volgt de versie van Andersen getrouw, maar er zijn enkele conversaties toegevoegd om het verhaal een gelijke lengte te geven als de andere luistersprookjes. Het werd in 1970 op de plaat Sprookjes van de Efteling - deel 5 gezet, en kwam in 1992 uit op de cd Efteling Sprookjes - deel 4.
  • Het is het laatste sprookje in de serie hoorspelen met liedjes van ReDi Entertainment. Het werd uitgebracht op Efteling Sprookjes 6 (2006), met het liedje "Lekker springen op m'n bed".
  • De versie van Sprookjesboek van de Efteling wordt voorgelezen op de tweede cd van het luisterboek (2010).

Theater

Prinses op de Erwt in het Sprookjesbostheater

Elders