Het slot Ludwigsburg met uitbundige bloembedden

Blühendes Barock ('Barok in Bloei') is een kasteelpark in Ludwigsburg (bij Stutt­gart), Duitsland. Bij dit kasteel met uitvoerige tuinen is ook een sprookjesbos te vinden dat oorspronkelijk geïnspireerd is op het Sprookjesbos in de Efteling uit de jaren vijftig.

Het park

De tuinen in 1963

Het paleis werd in 1704 gebouwd door Eberhard Ludwig, en hieromheen ontstond de bijbehorende stad Ludwigsburg. Rond het slot werden uitgebreide tuinen aangelegd. Door de eeuwen heen schommelde het tussen hoogtij, onder andere als de residentie van keizer Wilhelm I, en verval. In die laatste toestand was het park aan het eind van de tweede wereldoorlog toen Albert Schöchle, directeur nationale parken en tuinen, er de scepter kwam zwaaien. Hij besloot de gronden te gaan gebruiken voor een grote tuinententoonstelling, een soort Floriade, onder de titel "Barok in Bloei". Deze opende op 23 april 1954 met groot succes, en was een opleving voor het landgoed. Het leidde ertoe dat de tentoonstelling sinds het jaar daarop een permanent karakter heeft gekregen en tot op heden te bezoeken is. Na het aanvankelijke succes zakten de bezoekersaantallen echter weer wat terug. Om het park duurzaam rendabel te kunnen maken moest Schöchle op zoek naar een manier om het attractiever te maken, met name voor families.

Märchenwald

Entreepoort Märchenwald

In 1957 ging Schöchle op reis naar Nederland om dierentuindieren aan te kopen. Onder andere bezocht hij het Tilburgs dierenpark van Van Dijk (voorheen Burgers, nu: parkeerplaats van de universiteit). Van Dijk wees hem op het Sprookjesbos van de Efteling, op dat moment vijf jaar geopend. Alhoewel het hem aanvankelijk weinig deed, werd hij geïnteresseerd toen hij hoorde over de grote bezoekersaantallen. Bij zijn bezoek was hij gelijk enthousiast en wilde zoiets ook bij Blühendes Barock gaan vestigen. Op een ter plekke gekochte ansichtkaart van Vrouw Holle maakte hij de eerste aantekeningen. Zijn observaties destijds:[1]

Allereerst zag ik iets typisch Nederlands, een prachtige carrousel van rond de eeuwwisseling, waaraan niets ontbrak. In de sprookjestuin stond het allermooiste kasteel van Doornroosje dat je je voor kunt stellen. Sommige van de lollige ideeën gingen me te ver, zoals levende duiven die rood, groen, geel en blauw waren gekleurd, maar over het geheel genomen was het me duidelijk dat zo'n sprookjestuin voor de Blühende Barock de financiële redding zou betekenen.

Rondgang door het Märchenwald in 1960

Schöchle was enthousiast, maar zijn raad van toezicht zag er niks in; hij moest ze allen overtuigen en bezocht uiteindelijk met de complete raad nogmaals de Efteling[2] - op een zondag zodat het zo druk mogelijk zou zijn.[1] Dat had effect en het sprookjesbos opende op 16 mei 1959 met negen sprookjes. Het was hiermee het eerste sprookjesbos in Duitsland met een dergelijke schaal en mate van interactiviteit en beweging. Volgens het park zelf pleegde Schöchle "geen plagiaat van het Nederlandse model, maar bracht een aantal nieuwe ideeën en verbeterde vele details."[3] Er is niettemin wel te stellen dat de eerste sprookjes behoorlijk geïnspireerd zijn op de uitbeeldingen in de Efteling. Zo vind je er op dat moment de nagenoeg identieke Put van Vrouw Holle, een muntenspugende Ezeltje Strek Je op een sokkel en een gekooide knuppel-uit-de-zak, en het huisje van de heks Hans en Grietje. Eveneens waren er zaken die niet uit de sprookjestraditie voortkomen maar feitelijk Efteling-orginals zijn, zoals een sprekende papegaai, een boogje met bordje waar alleen kinderen 'geluk hebben' (zijnde: niet nat worden; volwassenen wel), en door het bos verspreid paddenstoelen waar muziek uit klinkt. In het jaar na opening volgen nog onder andere een kikkerfontein, een draak die papier slikt en de rode schoentjes.

Herzogschaukel
Aan het schaukeln

Schöchle voegde ook nog enkele kleine attracties toe: een rondvaart door het sprookjesbos en de 'Herzogschaukel', een haunted swing (voorloper van de madhouse; mogelijk bezochten Eftelingers deze en deden ze inspiratie op voor de veel grootsere Villa Volta[4]). Met de toevoeging van een grote volière was de bestendiging van het aanbod compleet en kon het park voldoende bezoekers trekken uit verschillende doelgroepen om financieel gezond te blijven.

In de jaren die volgden is het park nog veel verder uitgebreid, ook met vele sprookjes die in de Efteling niet uitgebeeld zijn. In 1999 verscheen nog Repelsteeltje die nagenoeg identiek is aan die in de Efteling. De in Duitsland populaire streken van Max en Moritz ontbreken er niet onder de inmiddels veertig uitbeeldingen. In een kleine tentoonstelling over zijn geschiedenis wordt de Efteling erkend als de inspiratiebron van Schöchle.

Taferelen


De smeekbede van 'Draak Gijs'

De heks van Hänsel und Gretel

Van de ongeveer veertig sprookjes en attractietypes die het bos rijk is, zijn er 23 waarmee Blühendes Barock vergeleken met de Efteling een primeur had ten tijde van toevoegen. Heden ten dage zijn daarvan ongeveer de helft nog steeds uitsluitend in het Duitse kasteelpark te vinden, te weten Rübezahl, Der süße Brei, Brüderchen und Schwesterchen, Der zertanzten Schuhe, Die kluge Else, Das tapfere Schneiderlein, Schneeweißchen und Rosenrot, Sterntaler, Däumelinchen, het bijbelverhaal Der Riese Goliath en het zelfverzonnen Der Seerosenkönig. Voor de activatie van de taferelen wordt gebruik gemaakt van bekende klassiekers zoals bewegingssensoren, deurklinken, handdrukplaten, en verheven kinderstemmen.

Zie ook

  1. 1,0 1,1 Albert Schöchle: 'Das Schlitzohr: Bekenntnisse eines leidenschaftlichen Gärtners und Tierfreundes' (1981), p. 207, vertaling Eftepedia
  2. Persbericht: 60 Jahre Blühendes Barock - wie alles begann... (21 maart 2014)
  3. Website Blühendes Barock, "Entstehung BluBa", geraadpleegd maart 2011, vertaling Eftepedia
  4. Henk vanden Diepstraten: De Efteling/Kroniek van een Sprookje. Baarn: Tirion (2002), p. 180