Alhoewel de meeste sprookjes en attracties onmiskenbaar in een bepaalde tijd gesitueerd zijn, wordt dit in de Efteling over het algemeen niet concreet gemaakt. Er worden echter op enkele plaatsen concrete jaartallen vermeld.
Inhoud
Jaartallen in het park
Aanduidingen op gebouwen en poorten
We vinden in de Efteling de volgende aanduidingen:
- 1570 staat op het meest rechter grachtenpand op de achtergrond van de Halve Maen.
- 1607 staat geschreven boven de poort naar de Sint Nicolaasplaets.
- 1670 is als bouwjaar boven de voordeur van Willem van der Decken aangebracht.
- 1678 wordt genoemd in het verhaal van De Vliegende Hollander als het jaar waarin de gebeurtenissen zich afspelen. De logboekpagina's aan de muur van horecapunt De Kombuys beschrijven de aanloop daarnaartoe met verschillende jaartallen tussen 1665 en 1678.
- 1684 wordt tweemaal vermeld boven deuren in de zijgevel van het Carrouselpaleis. Dit is een bewerking van het bouwjaar 1984.
- 1895 staat op de Burger Backery, verwijzend naar het kennelijke oprichtingsjaar van de aldaar huizende Bobslee-vereniging. Een bewerking van het openingsjaar van de Bob, 1985, en was tot en met 2020 ook in de aanpalende Steenbok te vinden.
- 1898 is een jaartal in de naam van de attractie Baron 1898, en is dan ook op tal van zaken in en rondom deze attractie te vinden.
- 1972 staat boven de ingang van 't Gemack en is het jaar waarin deze toiletgroep gebouwd werd.
- 1974 is vermeld op het bord Station St. Nicolaasplaets.
- 1977 is ook een bouwjaar en vinden we boven de zij-ingang van de Marskramer.
De laatste drie jaartalvermeldingen zijn bijzonder opmerkelijk. Niet alleen bevinden ze zich op een steenworp afstand van elkaar en vinden we nergens anders in het park zulke opleverdata vermeld, ook doorbreken ze de thematisering: de huisjes zijn immers vormgegeven om er veel ouder uit te zien. Dit verklaart misschien waarom er na deze kortstondige trend in de jaren 70 geen vermeldingen van het werkelijke bouwjaar meer zijn aangebracht (de laatst bekende is 1981, vermeld op de inmiddels gesloopte Kurketrekker).
Alhoewel er dus veel attracties zijn die zich in een ander tijdsgewricht positioneren, is het wel opmerkelijk dat áls de Efteling besluit een concreet jaartal te vermelden, dit vaak rond de zeventiende eeuw is. De Gouden Eeuw roept wellicht positieve associaties op bij het Nederlandse publiek.
In het Efteling Museum was vroeger een jaartallenlijst aanwezig aan de muren van de tentoonstellingsruimte, waarbij attracties werden opgesomd met hun bouwjaren 1951 t/m 2009.
Grafzerken en tombes
Er zijn drie grafstenen van jaartallen voorzien:
- 1300-1206 op het graf van de puella innocenta in het Spookslot (voorheen).
- 1601 (MDCI) en 1960 (MCMLX) op het graf van Opa Gijs.
- 1693-1759 staat op de grafsteen van de grootmoeder van het Meisje met de Zwavelstokjes.
- Vele op zerken bij Danse Macabre.
Borden en plakkaten
Daarnaast zijn er nog een aantal borden en plakkaten in het park aanwezig met een jaartal in het opschrift:
- De gedenkzuil in de Siertuin kent drie plakkaten met jaartallen: Van der Heijden 1898-1981 en 1948-1963, Peter Reijnders 1900-1974 en Anton Pieck 1895-1987.
- Op het bordje bij de Chris Sprangers-boom staat het jaartal 1991.
- Bij de Rode Schoentjes is een plakkaat aan de muur bevestigd ter ere van het Hans Christian Andersen Jaar 2005.
- Het bordje bij stoomlocomotief Neefje staat het bouwjaar 1914 en een lijst met periodes en eigenaren: 1914-1969, 1970-1973, 1973-1980, 1981-1991.
- Op de logboekpagina's in de entreehal van de Ballonvaarder staan data met de jaartallen 1890, 1950 en 2000.
- Op de 'laatste steen' van Henk Schellekens bij de uitgang van Danse Macabre: 1997 (MCMXCVII) en 2024 (MMXXIV).
Overige
- Het Dotto-treintje vermeldt het faux-bouwjaar 1887 op de romp.