De Oosterse Geest was een grote en demonische figuur uit de voorshow van het Spookslot, net als de rest van het slot naar ontwerp van Ton van de Ven.
Inhoud
Omschrijving
In een rotsachtige nis, nabij het einde van de wachtrij annex voorshow van het Spookslot, vonden we achter een rond glazen raam de Oosterse Geest; de figuur zat wat uit de directe loop naar de deuren van de hoofdshow, maar wie zich daar omdraaide kon de enorme gestalte, mits aangelicht, niet missen. Het was één van de iconische figuren van het park.
Op een rechthoekige poef, voor een rood fluwelen gordijn, zat de demon in kleermakerszit, de geklauwde handen gevouwen over een grote glazen bol. Te oordelen naar zijn slagtanden en starende blik was de Oosterse Geest een ware slechterik. Zijn ogen bewogen langzaam op en neer, en zijn mond met tanden ging open en dicht in een kauwbeweging. De Oosterse Geest droeg een gouden kroon en brede gouden banden om armen en polsen, voorzien van kammen. Zijn armen waren verder ontbloot en harig en vol bulten en wratten. Opvallend waren de puntige schouderstukken zie zijn kop omlijsten. Ook zijn tenen hadden scherpe nagels.
Ontwerp
Van de Ven baseerde zijn ontwerp op eerdere demonen van Anton Pieck, zoals die voorkomen in zijn Sprookjes van 1001 Nacht. Daarin zijn weer invloeden van demonische tempelwachters uit China en Japan te herkennen, of djinns uit Arabië. Van de Ven gaf er echter een eigen draai aan die resulteerde in de schitterende Oosterse Geest. Dat het ontwerp geslaagd was blijkt wel uit het veelvuldige gebruik ervan in uitingen rond het Slot en de Efteling als geheel in de jaren na opening van de attractie. Zo prijkt de Geest prominent op de albumhoes van de lp "Spoken op de Efteling - deel 9", uit 1978. De cadans Pieck-Van de Ven-Pieck werd compleet gemaakt middels de herdenkingszegels rond 25 jaar Efteling uit 1978, waar de Geest één van de door Pieck ontworpen zegels siert.
In de layout van het Spookslot werd de Oosterse Geest geplaatst in de ronding van de toren links naast de ingang van het slot, op de eerste verdieping van die toren.
Cyclus
Tegelijk met de start van de hoofdshow van het Slot startte ook de programmacyclus van de Oosterse Geest. Deze liep synchroon met het programma van de Ronde Zaal, een stukje terug in de wachtrij, en deelde er de geluidsmix mee. In rust was alleen het gordijn achter de Geest blauw aangelicht, waardoor slechts het donkere silhouet met de opvallende vervaarlijke schouderstukken zichtbaar was. Dan klonken de klanken van een sitar (een oosters snaarinstrument), en lichtten de bewegende ogen van de Geest op. Naargeestige lage pianoklanken en glasgetingel klonken (net als in de Ronde Zaal een compositie van de Franse componist van experimentele muziek Marie Claude Robert uit 1970: "Domaine du Rêve" – droomdomein van zijn album "Supranatural"), en de Geest werd vol in het blauwe licht gezet, een indrukwekkend beeld. Na enkele seconden werd de kop van de Geest in geel aangelicht. Tegelijk verscheen in de glazen bol het doorschijnende hoofd van een oosterse prinses, met gouden kroon. Kermende klanken en gegrom klonken, en onweersdonder galmde door de ruimte met bliksemlicht in de nis. De Geest werd weer verduisterd, en in de glazen bol veranderde de prinses langzaam in een gelijk gekroonde schedel. Luguber gelach klonk (in een speciaal surround-effect stierf het in de verte weg) en de kaak van de schedel klepperde mee.
Pepper's Ghost(s) in glazen bol
De verschijning en transitie van de prinses in de glazen bol werkte middels een bijzondere dubbele Pepper's Ghost, de enige plek in het park waar dit op deze manier werd toegepast. Vóór de Geest, onder de rand van de nis, bevonden zich zowel de schedel (met mechanische kaak) als de prinsessenhoofd. Eerst werd de prinses, die zich bevond achter een kleine extra glasplaat, aangelicht. De prinses reflecteerde in een diagonale grote glasplaat achter het kijkraam. Daarna dimde de prinses, en werd de schedel aangelicht. Deze reflecteerde zich eerst in de kleine glasplaat voor de (nu donkere) prinses (en viel daar dus exact mee samen qua positie), en dan reflecteerde die reflectie zich ook nog eens in de diagonale plaat achter het kijkraam. Door deze dubbele reflectie was de schedel net wat minder helder dan de prinses.
Na de cyclus met de Oosterse Geest klonk hier, net als in de Ronde Zaal, het verhaal van het Spookslot. Na het verhaal startte het programma van de Geest nog een keer, waarna het tafereel stilviel in het donkere silhouet tot de deuren naar de hoofdshow werden geopend en het Spookslot weer werd gestart.
Surround sound
De lach van de (schedel van de) Oosterse Geest klonk achtereenvolgens over meerdere speakers waardoor deze zich door de gangen van de voorshow leek te bewegen en in de verte wegstierf. Hiervoor werd een negental geluidsdimmerkaarten gebruikt met een 10-kanaals stappenschakelaar om ze stuk voor stuk opeenvolgend te triggeren, en per speaker qua volume te laten opkomen en weer wegsterven. Een vroege vorm van surround sound. Net als de verlichting in de hoofdshow maakten deze 'dimmerkaarten' gebruik van optische aansturing middels op condensators in- en uitfadende fietslampjes die LDR-weerstanden geleidelijk open- en dichtstuurden.[1]
Geschiedenis
De Oosterse Geest was voor het eerst te zien in het Victoriaans theater in 1977, in een zeven minuten durende "voorstelling" met de nodige effecten als voorproefje op het Spookslot dat een jaar later opende.
Het beeld was opgesteld op het podium, en erbij was de volgende tekst te lezen:[2]
Kijk zelf maar wat wij in het Verre Oosten vonden - een grimmig beeld met een kristallen bol vol duistere krachten wat slechts uw eerste ontmoeting zal zijn in de ruïne der spoken.
Daarnaast was er een door Theo Hochwald ingesproken inleiding bij te horen, die de nieuwe attractie aankondigde en zich verontschuldigde voor de overlast van de bouw tijdens het lopende seizoen. Hochwald sprak:[3]
Welkom beste gasten. Graag maken wij van deze gelegenheid gebruik een tipje van de sluier op te lichten van ons onze nieuwste attractie, die in het seizoen van 1978 voltooid zal worden. Door de enorme omvang van dit project, Europa's grootste spookruïne, zijn wij gedwongen de werkzaamheden gedurende het seizoen voort te zetten, hetgeen mogelijk een paar kleine ongemakjes voor u met zich meebrengt. Wij zijn er echter zeker van dat de geesten en spoken u in 1978 volledig in hun ban zullen houden.
Foto's van deze opstelling, die herkenbaar is omdat er meer ruimte omheen was dan op zijn definitieve plek, zijn ook gebruikt ter promotie en bijvoorbeeld op de hoes van de LP Spoken op de Efteling (hierboven te zien). Naast de promotionele waarde was deze opstelling ook nuttig om de bewegings- en belichtingstechnieken te testen.
Uiteraard kreeg de Oosterse Geest bij opening van het Spookslot in 1978 daar zijn permanente plek in de voorshow. Pas een jaar na de opening, in 1979, werd bij het beeld de vertelling van het verhaal toegevoegd, ingesproken door Tom van Beek.
Na de sluiting van het Spookslot werd op 6 september 2022 de geest verwijderd. Hiervoor moest eerst de rotswand met grote glazen plaat verwijderd worden om het gevaarte te kunnen bevrijden.
Danse Macabre
De iconische figuur, die ook in het Spookslot al lastig te rijmen was met diens omgeving, keerde niet terug bij Spookslot-opvolger Danse Macabre. Echter, in de vitrinekast Kabinet der Vermisten hangt een poster van sitarspeler Shyam Dirinder Singh, wiens kleding veel overeenkomsten vertoont met de geest - die natuurlijk ook vergezeld ging van sitarmuziek. Het sitarriedeltje zelf is periodiek te horen in de binnenwachtrij van de attractie, de Catacomben. De lach van de schedel die bij de Oosterse Geest te horen was, weerklinkt daar eveneens van tijd tot tijd.
- ↑ De Vijf Zintuigen: Spookslot: de Historie van Station Halfweg (2023)
- ↑ Van der Ende: Spookslot - 44 jaar te gast bij de geesten. Efteling (2022)
- ↑ Geluidsspoor te horen op tentoonstelling '60 jaar Efteling' (2012)