Schets van een Vlederik door Ton van de Ven

De Vlederiken of Draakvogels[1] waren vleermuisachtige duivelfiguren die zich bevonden boven het plafond in de achthoekige wachtruimte van het Spookslot, de Ronde Zaal.

Tijdens elke wachtcyclus klonk er een donderslag, waarna het plafond zich opende en drie vlederiken een duik naar beneden namen. In een flits waren ze weer verdwenen.

De Vlederiken aangelicht
Een kijkje op de vlederikenzolder in aanbouw

De techniek werkte met een halftransparant plafond van gaasdoek dat is beschilderd alsof het een stenen plafond is. In de donkere ruimte waren de vlederiken boven het plafond niet zichtbaar. Als de vlederiken belicht werden, werden ze zichtbaar voor de bezoekers. Hun lijf bewoog, aangedreven door persluchtcylinders, een stuk naar beneden terwijl de punten van de vleugels vast bleven zitten. Hierdoor leek het alsof de ze hun vleugels spreidden en begonnen aan een duikvlucht. Dan ging het licht weer uit en leek het plafond weer massief.

Vlederikenfontein
Blik boven het plafond

Bij de aanleg van de Pardoes Promenade werd een eerbetoon aan deze diertjes gebracht: voor de fontein aan het Sterrenplein werden drie afgietsels gemaakt van de vlederikenmallen die sindsdien hun water spuwen.

De wezens worden op het sprookjesalbum Spoken op de Efteling - deel 9 uit 1978 benoemd als 'Vlederiken', een oud en in ongebruik geraakt woord dat, net als 'vlerk', vleugel betekent. In het Spookslot-afscheidsboek Spookslot - 44 jaar te gast bij de geesten uit 2022 worden ze echter (voor het eerst en laatst?) 'draakvogels' genoemd.