De Theetuin in Chinese (of Japanse) stijl was een plan van Anton Pieck uit mei 1972. Men zocht naar een verdere invulling van de zuidkant van het park, die tot dan toe gedomineerd werd door de uitgestrekte Roei- en Kanovijver.
Pieck bedacht voor aan de zuidelijke oever van deze grote plas een Chinese theetuin. Vóór deze ommuurde tuin met poort zou een Chinese jonk (een traditioneel zeilschip) komen liggen, voorzien van een zeil met een stralende zon. De theetuin zou ook een theehuis, vijver en uitzichttoren in de vorm van een pagode moeten krijgen. Pieck meende dat met de toevoeging van deze tuin zowel aan actieve als aan passieve recreatievormen invulling gegeven zou worden in het park, een balans die hij belangrijk vond. Ook bracht een theetuin romantiek: "Romantiek moet hoofdzaak blijven [...] Want hoe meer wij te maken krijgen met technische vooruitgang, hoe meer behoefte aan romantiek zal ontstaan.", aldus Pieck destijds.
Om bezoekers naar deze verpoostuin aan de overzijde van de Roei- en Kanovijver te krijgen, suggereerde Pieck een Chinese Pont die het smalste deel van de vijver zou gaan overbruggen. Hiervoor werd een pontje met een Chinees kruldakje bedacht. Ook werd, als alternatief, overwogen om hier een typische Chinese boogbrug te bouwen, met enkele geledingen ("minder praktisch voor ouderen?").
De plannen werden niet uitgevoerd, maar op het smalste punt van de vijver kwam vier jaar later, in 1976, wel de Wankelbrug. Op een uitzichttoren in Aziatische stijl zou tot 1987 gewacht moeten worden. Om de zuidelijke delen van het park aantrekkelijker te maken werd ook nog overwogen om het plan A-veld, dan intussen getransformeerd tot Project P25 daar te plaatsen, maar ook dit vond geen doorgang.
Chinees of Japans?
Op de tekening van Anton Pieck die in het jubileumboek Kroniek van een Sprookje is gepubliceerd staat duidelijk dat het om Chinese decoratieve elementen zou gaan. De tekst op pagina 95 spreekt echter over een Japanse tuin. Het ontwerp lijkt eerder Chinees dan Japans van karakter te zijn geweest.