Voor een enkele attracties is een minimum lichaamslengte vastgesteld die een persoon moet hebben om de attractie te mogen berijden.
De volgende attracties kennen een lengterestrictie:
- Baron 1898: 132 cm in de buitenste stoelen, 140 cm voor de ruimere stoelen in het midden
- Danse Macabre, Python, De Vliegende Hollander en Vogel Rok: 120 cm
- Joris en de Draak: 110 cm, voorin en achterin 120 cm
- Max & Moritz: 100 cm
De beperking is ingesteld omdat de veiligheidsbeugels niet goed aansluiten op kleinere personen en deze daarom een risico lopen uit de attractie te vallen. De restricties worden aangegeven op de parkplattegrond met een speciaal symbool en aan de ingang van elke attractie: op een bord, maar ook met een aandachtstrekker, zoals Python Pietje of een mammoetbot met meetlat bij Vogel Rok. In De Vliegende Hollander wordt de beperking automatisch in twee talen omgeroepen.
Rijst er eenmaal op het perron toch twijfel over de lengte van de berijder, kan het personeel met een meetstok de situatie nameten. Als iemand dan toch lang genoeg blijkt, krijgt hij een gekleurd polsbandje corresponderend met de betreffende lengterestrictie: groen voor Max & Moritz, blauw voor Danse, Rok, Python en DVH, rood voor Joris. Baron 1898 heeft twee kleuren, een paars bandje krijgen de bezoekers van minimaal 132 cm, en er is een wit bandje voor hen die groter dan 140 cm zijn.
De lengterestricties zijn dus minimumlengtes. De Efteling kent, in tegenstelling tot sommige andere parken geen concrete maximumlengtes. Wel zijn het Paddenstoelenparcours en voorheen het Kinder Avonturendoolhof voorzien van een lage ingang die toegang door volwassenen moet ontmoedigen.
Overigens zijn er nog meer lengterestricties van toepassing: bij heel veel attracties moeten bezoekers onder een bepaalde minimumlengte begeleid worden door een volwassene.
De Bob en Pegasus, inmiddels allebei verdwenen, waren de enige achtbanen die door mensen van alle lengtes bezocht konden worden.