Professor Dr. Jan Eduard (Jan) de Quay ('s-Hertogenbosch, 26 augustus 1901 - Beers (N.Br.), 4 juli 1985) was commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en in die functie verantwoordelijk voor de officiële opening van de Efteling in 1953.

J.E. de Quay

Loopbaan

De Quay was een katholieke hoogleraar psychologie, die tussen 1959 en 1963 het eerste naoorlogse kabinet zonder socialisten leidde. Hij kreeg in 1940 landelijke bekendheid als leider van de (omstreden) Nederlandse Unie. Hij werd aan het einde van de oorlog minister van Oorlog en daarna Commissaris der Koningin in Noord-Brabant. Hij bevorderde in die functie de industrialisatie van die provincie.

Na een moeizame formatie in 1959 werd hij kabinetsleider. Hij verklaarde nadien bij meerdere gelegenheden premier 'tegen wil en dank' te zijn. Hij was wel een goed teamleider en werd tamelijk populair, maar keerde in 1963 desondanks niet terug als premier. Hij werd in 1963 wel senator, maar zag af van het fractievoorzitterschap in de Senaat. Hij was vicepremier en minister van Verkeer in het interim kabinet Zijlstra (1966-1967).

De Efteling

De Quay was al betrokken bij de voorloper van de Efteling, tentoonstelling De Schoen '49. In juli 1949 wordt hij, in zijn functie als commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, beschermheer van dit initiatief. Op 23 juli om drie uur in de middag verricht hij ook de openingshandeling.

Vier jaar later is het voormalige tentoonstellingsterrein compleet getransformeerd tot iets wat al de contouren heeft van de Efteling van nu: een grote speeltuin, een Theehuis, een Sprookjesbos, een zwembad en een Café-Restaurant zijn gerealiseerd. Deze laatste toevoeging is het sluitstuk waarmee onderdelen van het project dat in 1950 startte zijn gerealiseerd. De Quay, nog steeds commissaris van de Koningin, wordt gevraagd het Café-Restaurant, en daarmee de Efteling als geheel, officieel te openen. Hij spreekt op 11 juli 1953 onder andere de volgende woorden uit:

Een ontspanning met een mallemolen is iets, dat men overal ontmoeten kan, maar dat geen respect afdwingt aan wie de recreatie ziet op een breder plan. Wij hebben een mooie provincie, die nog slechts weinig recreatiemogelijkheden biedt. Hier is echter werk verricht met vele attracties onder één dak. Hier is iemand aanwezig geweest, die wist te coördineren, die evenwicht wist te brengen en de risico's wist te overzien.

Gij hebt [en hier wendde Professor De Quay zich rechtstreeks tot de voorzitter van het stichtingsbestuur] het inzicht gehad, gij hebt het aangedurfd; huivering heeft u niet aangegrepen en gij hebt een recreatieoord geschapen, dat de welvaart van uw gemeente ten goede zal komen.[1]

Zie ook


  1. 'Veertig jaar Efteling, deel I', uitgave van de Anton Pieck Club, 1992