Niet te verwarren met de Eftelingserie TiTaTovenaar of het Eftelingmerk TiTaTovenaar.
Ti-Ta Tovenaar was een Nederlandstalige televisieserie uit de jaren zeventig. Sinds 2008 zijn de rechten in handen van de Efteling, die een aangepaste spelling zonder koppeltekens hanteert. Hier vormde het de basis voor een musical, een parkshow, een nieuwe televisieserie, verschillende entertainmentacts en een reeks souvenirs.
De serie gaat over een tovenaar genaamd Ti-Ta die als doel heeft aardbeien in kamelen te veranderen, maar eigenlijk draait het om zijn dochter, die nog lerende is. Haar belangrijkste eigenschap is dat ze door in haar handen te klappen de wereld om haar heen even stil kan zetten.
Ti-Ta Tovenaar werd bedacht door Lo Hartog van Banda, die ook de scenario's schreef. De hoofdrollen werden gespeeld door Ton Lensink als tovenaar Ti-Ta en Maroesja Lacunes als zijn dochter Ti-Ka. Verder waren er nog diverse bijfiguren zoals tovenaarsleerling Kwark, heks Grobelia, Ta-To Toveraap, de Grobbebollen en het Grobbekuiken. Veel terugkerende rollen werden gespeeld door Ab van der Linden.
De begintune, Mijn vader is een Tovenaar gezongen door Ti-Ka, is een klassieker geworden. In de serie zaten nog tientallen liedjes, net als de tune allemaal geschreven door Hartog van Banda en gecomponeerd door Joop Stokkermans.
Ti-Ta Tovenaar werd uitgezonden door de NOS van oktober 1972 tot juni 1974 en later van mei 1976 tot oktober 1978. De serie telt maar liefst 490 afleveringen.[1]
Verhaal
Ti-Ka woont samen met haar vader Ti-Ta Tovenaar in een luchtkasteel hoog boven de wolken. Haar vader is een grote, verstrooide tovenaar en heeft een toverboek met spreuken. Ook brouwt hij allerlei eigen brouwsels. Hij heeft echter één beperking: hij kan geen aardbeien (zelf noemt hij ze aardbeziën) in kamelen veranderen, maar bijvoorbeeld wel in dromedarissen. Ti-Ka leert ook toveren van haar vader, maar dat lukt maar gedeeltelijk door de verstrooidheid van haar vader. Wel kan ze als ze in haar handen klapt alle mensen op aarde stil zetten als een standbeeld. Als ze weer opnieuw in haar handen klapt komen ze weer in beweging en denken ze dat ze hebben geslapen. Verder kan ze met een toverfluit geldstukken toveren. Ti-Ta kan met Ti-Ka van het luchtkasteel wegspringen en dan op aarde terecht komen en omgekeerd, maar ook alleen Ti-Ka of iemand anders naar de aarde toveren en weer terug. Ze eten meestal Ti-Ta-tovertaart die Ti-Ta tovert en drinken Ti-Ta-toverthee.
Samen beleven ze veel avonturen. De meeste worden veroorzaakt door toveraap Ta-To, die met zijn apenstreken de mensen op aarde de stuipen op het lijf jaagt maar ook door het Grobbekuiken waar vooral het keurige heertje (Frederik) erg bang voor is. Hij moet het dan ook altijd ontgelden als hij Ti-Ta en Ti-Ka, al dan niet met Ta-To of het Grobbekuiken, tegenkomt.
In het tweede seizoen kwamen er een aantal nieuwe typetjes. Grobelia was als heks de tegenpool van Ti-Ta Tovenaar. Zij woonde in een grot met haar Grobbebollen, Geeltje met een heel hoge stem en Groentje met een heel slome stem. Zij krijgt bezoek van haar moeder Grobbema. Ook kwam Opa tovenaar in beeld, die zijn zoon en kleindochter regelmatig per bezemsteel bezocht en dol was op spruitjes. Hij vond Ti-Ta maar een broddelaar, een prutser en kon zelf veel beter toveren. Ook verscheen Kwark, een tovenaarsleerling die een goede vriend van Ti-Ka werd.[1]