Dutch History was een project in 2000 om een darkride te bouwen in het centrum van Den Haag rondom de vaderlandse geschiedenis. De Efteling zou verantwoordelijk zijn voor het ontwerp van de attractie. Uiteindelijk bleek de Efteling amper betrokken te zijn geweest bij de uitwerking van het project en verder geen creatieve inbreng te willen geven, waardoor het project eind 2000 werd stopgezet.
Doelen
In het kader van een economische versterking van de kern van het winkelgebied in de binnenstad van Den Haag, wordt een groot plan gemaakt waarmee de stad zich kan onderscheiden en kan concurreren met andere attracties en winkelgebieden. Men zou 10-20% meer bezoekers willen trekken en de verblijfsduur van de bezoeker in de binnenstad verhogen, vooral van buiten Den Haag. De stichting Dutch History wordt op 14 oktober 1999 opgericht en stelt dat hiertoe een attractie moet worden gebouwd die 200.000 bezoekers zal moeten trekken, van hoge kwaliteit moet zijn, jaarrond geopend is en zonder structurele bijdragen vanuit de gemeente te exploiteren moet zijn.
Idee
Dutch History zou een transportsysteem krijgen met onride-muziek waarbij de bezoeker voor de rit zelf de taal kon kiezen. Het thema van de ride was de geschiedenis van Nederland door de eeuwen heen, van de komst van de Batavieren tot de jongste geschiedenis, met onderwerpen als de schilderkunst, ontdekkingen, droogmakerijen, molens en dijken. De show moest een totale lengte krijgen van circa 20 minuten, inclusief een pre-show en in- en uitstappen, waarmee het één van de langste rides in Europa zou worden. Aansluitend aan de rit zou een museaal gedeelte komen. Het plan zou in totaal 13 miljoen gulden aan investeringsgeld vergen, waarvan twee miljoen gesubsidieerd zou moeten worden door de gemeente Den Haag. Een extern adviesbureau kwam tot de conclusie dat de attractie in zeven jaar het break-even point zou bereiken en zelfs winst zou gaan maken.
Rol van de Efteling
De Efteling zou vanuit haar afdeling Efteling Services and Products haar kennis en ervaring ter beschikking stellen. In 1996 werd door de Efteling al onderzoek gedaan naar de mogelijke realisatie op de locatie van warenhuis Marks & Spencer in de Grote Marktstraat en het resultaat was positief. Daarop maakte het een jaar later een basisopzet voor een darkride en een bijbehorende begroting. Het creatieve deel zou onder leiding van Lex Lemmens worden uitgewerkt.
Problemen
In de zomer van 2000 kent de gemeente Den Haag de subsidie van 2 miljoen gulden toe aan het project, maar er heerst grote verdeeldheid binnen de gemeenteraad. Waarom zou men subsidie geven aan ondernemers die daar over zeven jaar winst mee gaan maken? De bestuursleden van de stichting waren de twee ondernemers en een ander lid zou werken bij het adviesbureau dat een positief advies over het project had gegeven.
In oktober valt de vernietigende klap: Ronald van der Zijl laat in de Haagse Courant weten nauwelijks betrokken te zijn bij de voorbereiding van het project en zou grote twijfels hebben over de financierings- en exploitatiekansen. De gemeenteraad wantrouwt het project en stelt de stichting vragen naar aanleiding van het krantenbericht. De stichting is onaangenaam verrast door de reactie van de Efteling: er zouden wel degelijk Eftelingmedewerkers ruim betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van het project. Er zou nooit op enige financiële steun van de Efteling gerekend zijn, de bijdrage zou uitsluitend op creatief vlak zijn. Volgens de stichting is het wegvallen van de creatieve steun van de Efteling geen groot probleem, omdat samenwerking met de Efteling niet noodzakelijk zou zijn om het project te laten slagen.
De gemeenteraad ziet het wegvallen van de steun van de Efteling en de onvolledige informatie daarover als reden voor het terugnemen van de subsidie, waarmee het project uiteindelijk nooit van de grond komt.