Ontwerp door Den Dulk

Den Olycke Tweelingh is een overdekt zitgedeelte achterin het Anton Pieckplein, naast en ten behoeve van restaurant de Smulpaap. De naam verwijst naar de ingebakerde tweeling van Moeder Gijs, die in haar stoel tegenover dit terras zit. De tweeling prijkt, ontbakerd maar inclusief kenmerkende slab en gijzenbabymuts, op het gevelbord.

Onder de overkapping hangt het klassieke bord van Piet de Smeerpoets uit 1961. Den Olycke Tweelingh is, evenals de rest van het nieuwe deel van het Anton Pieckplein, een ontwerp van Michel den Dulk, die hiervoor sterk teruggreep op klassieke Eftelingkleuren en een kenmerkende eenvoudige vormgeving.

Naambord

De zitgelegenheid bestaat uit twee gedeeltes die onafhankelijk geopend kunnen worden. Het belangrijkste deel is het rechter deel, tegenover Moeder Gijs, waarop zich ook het naambord bevindt. Hierin vinden we lange houten tafels ten behoeve van de snackverorbering. Ook kan men zitten aan de brede houten vensterbank van de open ramen die uitzicht geven op het Anton Pieckplein. In de winter wordt deze opening en de toegangsdeuren aan weerszijden voorzien van plastic flappen om de warmte binnen te houden.

Aan de muur hangen panelen in Pieckse kleuren en decoratie, met daaraan kandelaars met elektrische kaarsverlichting. De ruimte wordt verder verlicht met lantaarns die aan het balkenplafond hangen. Aan het midden van dit plafond hangt prominent het Piet de Smeerpoets-bord. Voor wie van de honger nog niet kon slapen, had de ruimte zelfs nog een kleine inpandige automatiek (nu dichtgemaakt).

Overzicht van het interieur van de torenkamer
Decoratie in de tweede ruimte

De tweede ruimte is iets kleiner en is toegankelijk via twee rondboogdeuren aan de achterzijde van de eerste ruimte of via een eigen ingang buitenom. Vanwege het uiterlijk van een korte toren met daar tegenaan twee erkertorentjes wordt dit wel de torenkamer genoemd. Anders dan bij de rechter ruimte heeft de ruimte dichte ramen en zijn binnenin ronde tafeltjes met bistrostoeltjes geplaatst. De ruimte is gedecoreerd met koperen bakvormen aan een houten wand en op een plank staat allerhande aardewerk waaronder flessen en kruiken. De tweede ruimte is vaak gesloten en wordt maar sporadisch opengesteld. In de oorspronkelijke plannen was deze tweede ruimte niet voor het publiek toegankelijk, maar zou het kantoorruimte worden voor de EPBV. Tijdens het project is toch besloten hier extra terrascapaciteit te realiseren en de kantoorfunctie op het Dienstencentrum onder te brengen.

In de gehele ruimte klinkt rustige instrumentale muziek.