Poekelen is het wassen van elkaars rug, zoals mijnwerkers dagelijks deden.
De Efteling refereert aan dit ritueel met de verkoop van een blokje zeep, met als opschrift "Zeep - handig voor bij het poekelen", dat als souvenir verkocht wordt bij Baron 1898.
Na een hele dag werken in de mijnen komen kompels natuurlijk zwart onder het stof naar boven. Daarom heeft elke mijn een badlokaal waar de arbeiders zich moeten wassen na een dienst. Omdat je je eigen rug niet goed kunt bereiken, wasten collega's elkaar. Dit ritueel werd poekelen genoemd. Hier was een goed stuk zeep onontbeerlijk, omdat het mijnstof niet zomaar afwast. Met name het merk dat paradoxaal genoeg 'Sunlight' heette was favoriet bij de kompels.[1]
Het woord vindt zijn oorsprong in het Limburgse woord poekel, dat rug betekent.[2]