Een kompel is een ander woord voor mijnwerker; een persoon die werkzaam is in de mijnbouw.
In Baron 1898 worden de bezoekers van de attractie kompels genoemd, waar ze volgens het verhaal worden aangenomen door Gustave Hooghmoed. Ze worden bij het betreden van het gebouw in twee ploegen ingedeeld, Ploeg A en Ploeg B, die via het Kleedlokaal en het Loonlokaal aan komen bij het Ophaalgebouw waar ze in een trein geladen worden om de diepe mijn in te gaan.
Omdat niet iedereen in de achtbaan wil of durft, maar sommigen wel van de voorshows willen genieten of hun medebezoekers gezelschap willen houden tijdens het wachten, is het mogelijk om de wachtrij en voorshows te doorlopen zonder uiteindelijk in het achtbaankarretje te stappen. Deze gasten worden kompel bovengronds genoemd en krijgen aan het einde van de wachtrij een speciaal kaartje. Bij het bereiken van de opstaphal kunnen ze dan direct doorlopen naar de uitgang, ook wel chicken exit genoemd.
De naam kompel komt van het Limburgse koempel, dat op zijn beurt komt van het Duitse Kumpel, hetgeen oorspronkelijk 'vriend' of 'maat' betekende. Omdat mijnwerkers lange tijd samen moesten doorbrengen in een niet ongevaarlijke omgeving, vormde zich vaak een hechte band (zie ook: poekelen). Mijnwerkers noemden elkaar daarom kameraad, en bezigden de mijnwerkersgroet "Glück auf!".