Notenbüchlein für Anna Magdalena Bach is de titel van twee manuscript-liedboekjes die door Johann Sebastiaan Bach zijn samengesteld voor zijn tweede vrouw, Anna Magdalena Bach.
Het eerste boekje, uit 1722, bevat uitsluitend werken van J.S. Bach zelf. In 1725 werd een tweede versie samengesteld, waarin naast werken van Bach ook werk van andere componisten uit die tijd is opgenomen, veelal vrienden van de familie. Het is aldus een fraaie bloemlezing van de achttiende eeuwse kamermuziek en van de smaak van de familie Bach.
Menuet in G majeur, het vrolijke clavecimbeldeuntje dat via de muzikale paddestoelen overal in het Sprookjesbos te horen is, is afkomstig uit het boekje uit 1725. Later werd vastgesteld dat dit nummer gecomponeerd moest zijn door Christian Petzold.
In hetzelfde boekje is de Musette in D majeur te vinden, dat speelt bij De Nieuwe Kleren van de Keizer. Dit nummer is nog niet geattribueerd, maar het wordt geacht van de hand van Johann S. Bach te zijn. Ook opgenomen is de Polonaise in G mineur, te horen als wachtmuziek bij hetzelfde sprookje.