Raveleijn is een bordspel uitgebracht door de Efteling in 2011 in samenwerking met Identity Games dat zich afspeelt in de Wereld van Raveleijn. Het werd grafisch ontworpen door Rinus Bennink. Het spel is geschikt voor 3 tot 5 spelers en wordt aangeraden voor spelers van zeven jaar en ouder. De speeltijd is ongeveer 45 minuten.
In tegenstelling tot vele andere spellen en boeken uitgebracht door de Efteling was het bordspel van Raveleijn niet te verkrijgen buiten de (web)winkels van het park.
Het spel
Het spel bestaat uit twee delen. In het eerste deel van dit spel werken de spelers samen om de Graffers uit te schakelen. In het tweede deel wordt de slechtste speler Graaf Olaf Grafhart en vindt er een episch gevecht plaats tussen de Graaf en de overige spelers.
In de doos vind je:
- De spelregels
- Een rond speelbord met twee zijden
- Vijf kaarten voor de vijf ridders
- Grafferkaarten
- Strijdfiches
- Tegels in vijf verschillende kleuren
- Drie dobbelstenen waarvan twee strijddobbelstenen in rood en blauw en één normale dobbelsteen (D6)
- Zes miniaturen: de vijf ridders en Graaf Grafhart
Spelverloop
Als ridder begin je op je eigen kleur. Iedere ridder heeft een aantal levens en ieder heeft een speciale kracht.
- Thomas mag de eerste keer in een gevecht een dubbele aanval plaatsen
- De kracht van Maurits zoekt Eftepedia nog even op
- Lisa mag elke beurt een extra stap zetten, dus vier stappen in plaats van de maximale drie stappen die de andere ridders mogen zetten
- Emma heeft twee extra levenspunten
- Joost krijgt een extra Grafferkaart als zijn eerste slag bij een gevecht raak is.
Het bord ligt met doolhofzijde naar boven. Op het bord liggen tegels in verschillende kleuren waaronder bonussen, straffen of Graffers kunnen zitten. Er is een Graffer voor iedere kleur. Zodra je een Graffer vindt, ga je naar het bijbehorende Graffervak en in gevecht met de Graffer door middel van de strijddobbelstenen. De blauwe dobbelsteen geeft aan of jij de Graffer raakt, de rode dobbelsteen geeft aan of de Graffer jou raakt. De Graffers hebben allemaal drie levens. Zodra je een Graffer raakt, krijg je een Grafferkaart. De Grafferkaarten hebben verschillende cijfers, die je geheim houdt. Andere ridders kunnen ook naar de Graffer komen en meevechten. Zodra alle vijf de Graffers verslagen zijn, begint deel twee van het spel. Alle ridders tellen nu de cijfers op hun Grafferkaarten op én voegen hun aantal overige levens daaraan toe. Degene met de minste punten is Graaf Olaf in het tweede deel van het spel.
Voor deel twee draai je het bord om. Op het bord heb je vier startposities voor de ridders en een startpositie voor de graaf. De score die ze gehaald hebben in het vorige deel is het aantal levens dat de ridders hebben voor dit gevecht. De graaf heeft acht levens. Tijdens het gevecht kunnen de ridders geen gebruik meer maken van hun speciale krachten. Degene met de meeste levens mag beginnen en gooit met de dobbelsteen om te bepalen hoever hij mag lopen. Komt de ridder bij de graaf, dan mag hij de graaf aanvallen met de blauwe dobbelsteen. Als de ridder nog ogen overheeft op de dobbelsteen, mag hij daarna weer weglopen. Elke keer dat een ridder de graaf raakt, krijgt hij een strijdfiche. Als alle ridders zijn geweest, gooit de graaf de dobbelsteen om te lopen. De graaf mag drie keer aanvallen en hij doet meer schade dan de ridders. De hoeveelheid schade die de graaf doet is terug te vinden in een tabel in het spelregelboek. Het spel gaat door totdat alle ridders verslagen zijn, of de graaf verslagen is. De ridder die de graaf verslaat, krijgt twee strijdfiches.
De winnaar
Als alle ridders verslagen zijn, wint de graaf het spel. Als de ridders de graaf verslaan, dan wint de ridder met de meeste strijdfiches het spel.