Het Oorlam is een kroeg in De Vliegende Hollander.
De gevel van het café is te zien in de als haven gethematiseerde instaphal van de attractie en het is dus waarschijnlijk hetzelfde café als waar de wachtrij doorheen slingert. De kroeg maakt onderdeel uit van de thematisering van de wachtrij en is dus niet daadwerkelijk te bezoeken voor een drankje.
Het wordt door kapitein Willem van der Decken ook genoemd in zijn logboek van 1 februari 1673. Tijdens een drinkgelag in dit café heeft hij in beschonken toestand over zijn plundergedrag gesproken tegen zijn kameraden. Hij heeft ze zwijggeld moeten betalen om het onder de pet te houden.
De kroeg heeft een uithangbord met een lamskop erop. De naam vormt daarmee eenzelfde soort woord/beeldgrap als de Zandlooper, waar iemand een grote zak zand sjouwt.
Etymologie
De naam 'oorlam' verwijst naar de borrels die op schepen werden gedronken. Matrozen kregen een deel van hun loon uitbetaald in drank, meestal jenever. Deze drank werd verdund met water. Zodoende zuiverde de alcohol het water en hadden de matrozen een hartverwarmertje zonder al te dronken te worden.
Die naam is weer afkomstig uit de koopvaardijgeschiedenis van de 17e eeuw. Op Kaap de Goede Hoop werden de scheepslui die onderweg waren naar de koloniën aangeduid met de Maleisische naam orang baroe datang (mens die pas is aangekomen, nieuweling, groentje). Hollanders die uit Indië kwamen en via de Kaap terugkeerden naar huis werden orang lama datang (mens die lang geleden is aangekomen, oudgast) genoemd. orang lama datang werd verbasterd tot orang lama en uiteindelijk tot oorlam.
Deze 'oudgasten' hadden tijdens hun lange reizen en hun verblijf in het Indische gebied (hun 'oorlammentijd') vaak aardig wat geld verdiend, en zetten dat maar wat graag om in jenever. Uiteindelijk werd oorlam, oorspronkelijk de naam voor de oudgediende, ook de naam van het borreltje dat hij zo graag dronk.[1]