De Tondeldoos is een sprookje van Hans Christian Andersen over een soldaat die een magische tondeldoos (vuurmaakset) in handen krijgt, waarmee hij drie grote honden kan oproepen die zijn bevelen opvolgen. Wanneer de soldaat een van de honden opdraagt de prinses te halen tijdens haar slaap, wordt hij tot de dood veroordeeld, maar roept de honden op om zijn leven te redden.
Het is een van Andersens eerste sprookjes en werd voor het eerst gepubliceerd in 1835. Het verhaal vindt zijn oorsprong in een Scandinavisch volksverhaal dat Andersen in zijn kindertijd geleerd heeft, maar kent veel overeenkomsten met Sprookjes van 1001 Nacht waaronder "Aladdin en de wonderlamp" en "Ali Baba en de veertig rovers". Later schrijft Andersen nog een sprookje over een object waarmee je vuur maakt: Het Meisje met de Zwavelstokjes.
In de Efteling komt het sprookje niet voor, maar het is wel opgenomen in Meer Sprookjes van de Efteling (2011). Deze versie is minder gruwelijk dan het origineel, waarbij de heks en de koning niet worden gedood.
Het sprookje
Samenvatting
Een heks belooft een soldaat rijk te maken, maar dan moet hij de rijkdommen zelf uit een holle boom halen. Tevens moet hij een tondeldoos voor haar meenemen. Eenmaal in de boom komt hij in een gang met kamers. In de eerste kamer zit een hond met ogen zo groot als theekopjes, in de tweede een hond met ogen zo groot als molenstenen en in de derde een hond met ogen zo groot als de Ronde Toren van Kopenhagen. Alledrie bewaken ze een kist waarin kopergeld, zilver en goud zit. De soldaat neemt zoveel hij kan en neemt ook de tondeldoos mee.
De soldaat trekt de stad in en leeft daar als een rijk man. Dan hoort de soldaat over de beeldschone dochter van de koning. Die zou hij graag willen zien! Op een dag slaat hij een vonk uit de tondeldoos en verschijnt plotseling de hond met ogen als theekopjes. Het blijkt dat de soldaat met de tondeldoos de honden kan oproepen en alles kan wensen wat hij maar wil. De hond brengt de slapende prinses naar hem toe en hij kust haar, waarna de hond haar terugbrengt. De ochtend daarop vertelt de prinses aan haar ouders dat ze heeft gedroomd van de hond en de soldaat.
Wanneer de soldaat dit voor een derde keer doet, komt men de soldaat op het spoor. Hij wordt opgepakt, in de gevangenis gegooid en ter dood veroordeeld. De soldaat krijgt een jongen zover dat hij de tondeldoos gaat halen en bij de executie roept hij de drie honden op. Deze pakken de rechters, de koning en de koningin op en smijten ze de lucht in, waardoor ze in stukken vallen. De bange soldaten vragen of de soldaat nu koning wil worden en met de prinses wil trouwen. De bruiloftsfeesten duren acht dagen en de honden zitten mee aan tafel en zetten grote ogen op.