Het Broodje Anton Pieck is een broodje dat van 2002 tot 2011 werd verkocht. Het Broodje vormde samen met de Jubileumbal (Italiaanse bol met gehaktbal, witte kool en zigeunersaus) de kern van het assortiment van het nieuw geopende Grootmoeders Keuken, dat in 2002 het Hommeltje verving.
In 2011 werd het Broodje Anton Pieck uit het assortiment gehaald.
Receptuur en presentatie
Het Broodje Anton Pieck was een broodje gehaktbal in satésaus met gefrituurde uitjes.
Details in het recept zijn door de jaren heen veranderd. In het introductiejaar was het broodje een Italiaanse bol en werd het gegarneerd met taugé. Later werd de bol een ciabatta en werd de taugé vervangen door atjar tjampoer. Sinds 2010 is het tafelzuur helemaal geschrapt en werden alleen nog de uitjes over de satésaus gestrooid.
Ten tijde van de introductie van het broodje werd de gehaktbal in twee delen gesneden, waardoor hij niet goed op het broodje paste. Daarom sneed men de gehaktbal in latere jaren vaak in drie of vier stukken, of in dikke plakken, naar inzicht van de dienstdoende medewerker. Desondanks werd het nog steeds haast niet mogelijk om het broodje zonder knoeien uit de hand te eten.
Het broodje werd geserveerd in een kunststof hamburgerdoosje met een plastic mes en vork.
Het einde
Het Broodje Anton Pieck en de Jubileumbal zijn in 2011 van de kaart gehaald, al leefden beide in vrijwel ongewijzigde vorm verder als respectievelijk Broodje bal van ons moeder en Broodje bal van ons grootmoeder, tot het einde van Grootmoeders Keuken in 2015.
Prijzen
Het Broodje kostte in 2002 nog € 4,- en is geleidelijk in prijs gestegen tot € 4,75 in 2010.
Controverse
Hoewel het Broodje Anton Pieck een smakelijk broodje was met een redelijke prijs/kwaliteit/kwantiteit-verhouding, wordt het door menig Anton Pieck-liefhebber als respectloos ervaren dat een ordinaire bal gehakt is vernoemd naar de grootmeester en grondlegger van de Efteling. Anton Pieck was echter zo ijdel niet als het om zijn persoon ging, en we kunnen voorzichtig aannemen dat hij hieraan lang niet zoveel aanstoot zou hebben genomen als aan de verkoop van bedrukte mokken en koekblikken in de Loetiek.